2020 Rapport Bart LOEYS

 

Plechtige uitreiking van de Francqui-Collen-Prijs door Zijne Majesteit Koning Filip
in het Paleis der Academiën op 16 juni 2020 (zonder publiek)

Loopbaan – Werken – Jury verslag 

KLINISCH EN TRANSLATIONEEL ONDERZOEK

Zijn Loopbaan

Bart Loeys is gewoon hoogleraar cardiogenomics aan het Centrum voor Medische Genetica van de Universiteit Antwerpen / Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Hij is gehuwd met Dr. Frederike Carton en trotse vader van vier kinderen: Hannah, Elisabeth, Matthias en Lara.

Hij behaalde diploma als arts aan de Universiteit Gent in 1995 en startte vervolgens een pediatrie-opleiding aan het Universitair Ziekenhuis Gent. Tijdens deze opleiding (1998-2002) combineerde hij klinische en onderzoeksactiviteiten en werkte hij als junior klinisch onderzoeker van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen in het Centrum voor Medische Genetica van de Universiteit Gent. Zijn onderzoeksproject, getiteld “Genotype- en fenotypestudie van erfelijke defecten van de elastische vezel” (promotor: prof. Dr. Anne De Paepe), resulteerde in een doctoraatsdiploma van doctor in de medische wetenschappen (2004). Deze opleiding gaf hem de sterke basis voor zijn toekomstige wetenschappelijke carrière die gewijd is aan de studie van erfelijke bindweefselaandoeningen. Van 2002 tot 2005 werd hij toegelaten tot het fellowship-programma in de medische genetica van het Johns Hopkins Medical Institute in Baltimore, VS (directeur: prof. Dr. David Valle). Aangezien België op dat moment nog geen officiële erkenning voor klinisch genetici had, was dit bijkomende fellowship van cruciaal belang om bijkomende vaardigheden te ontwikkelen in klinische en laboratoriumaspecten van de genetica. Samen met zijn collega Harry Dietz van de Johns Hopkins University in Baltimore, VS, identificeerde hij een nieuwe aorta-aneurysma aandoening, nu het Loeys-Dietz-syndroom genoemd. Aan het einde van zijn fellowship behaalde hij met succes de certificering voor klinische genetica van de American Board of Medical Genetics. Sinds 2005, bij zijn terugkeer in België, is hij senior klinisch onderzoeker van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen, aanvankelijk in het Centrum voor Medische Genetica-Gent en sinds december 2010 in het Centrum voor Medische Genetica van het Universitair Ziekenhuis te Antwerpen (Diensthoofd: Prof. Dr. Geert Mortier). In de loop der jaren werd hij een internationaal vermaard expert in de genetische basis van aorta-aneurysma. Hij richtte een nieuwe cardiogenetische kliniek op in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen die nauw samenwerkt met de afdeling cardiologie. De onderzoeksgroep van professor Loeys bestaat momenteel uit vier senior postdocs en tien promovendi. Dit team concentreert zich op de ontrafeling van de  genetische en pathofysiologische basis van aorta aneurysmale ziekte met behulp van verschillende ziektemodellen (oa muizen, iPSC-vasculaire gladde spiercellen) als paradigma voor de fundamentele opheldering van de pathogenese van aorta aneurysma’s. Hij zette ook een nieuwe onderzoekslijn op die iPSC-cardiomyocyten bestudeert om de moleculaire basis van erfelijke hartritmestoornissen te ontrafelen. Sinds 2016 verdedigden acht doctoraatsstudenten met succes hun doctoraatsproefschrift onder zijn leiding aan de Faculteit Geneeskunde van de Universiteit Antwerpen.

De uitstekende kwaliteit en impact van zijn onderzoek blijkt ook uit het feit dat hij een ERC starting ​​en een ERC consolidator grant heeft ontvangen. In 2013 ontving hij een ERC-starting grant ​​om de genetische basis van bicuspide aortaklepgerelateerde aortopathie te bestuderen. In 2018 verwierf hij een ERC-consolidator-beurs om de genetische modificatoren te bestuderen die ten grondslag liggen aan de variabele ernst van aortopathie bij thoracale aneurysmale aorta. In de afgelopen 10 jaar heeft zijn onderzoeksteam in Antwerpen 8 nieuwe genen geïdentificeerd in aneurysmale aandoeningen (TGFB2, TGFB3, SKI, BGN, SMAD6, TBX20, ROBO4, één niet gepubliceerd) en 5 nieuwe genen in andere monogene aandoeningen (DLL4, SLC25A26, SEC61A1, GFI1B, IBA57). De nieuw ontdekte aneurysma-genen hebben de rol van de TGF-beta signaleringsroute geconsolideerd en de sterke basis gelegd voor zijn huidige onderzoeksinspanningen. Het huidige onderzoek is gericht op het vinden van ziekte-ernst modificerende factoren. Door het opsporen van deze modificerende capaciteiten van moeder natuur zelf, probeert de onderzoeksgroep veelbelovende nieuwe aanknopingspunten voor therapeutische strategieën te ontdekken.

Zijn internationale rol wordt verder geïllustreerd door zijn rol als coördinator van een prestigieus transatlantisch netwerk van de Leducq-stichting met zes internationale partners voor de mechanistische ondervraging van bicuspide aortaklep-aortopathie. Zijn expertise wordt wereldwijd gesolliciteerd, zoals blijkt uit de talrijke uitgenodigde of plenaire lezingen op internationale conferenties. Hij was lid van adviescommissies van het National Heart Lung Blood Institute van de NIH, VS; de National Marfan Foundation, VS en de Loeys-Dietz Foundation, VS. Hij was een expert in de evaluatiecommissie van het Imagine-instituut in Parijs. Hij is de eerste of senior auteur van tal van belangrijke artikelen in tijdschriften met een hoge impact (bijv. New England Journal of Medicine, Nature Genetics, JACC) over de klinische en moleculaire aspecten van aorta-aneurysma. Hij verwierf subsidies ​​(meer dan 10 miljoen euro de afgelopen 10 jaar) van nationale (Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen) en internationale bronnen (EU-project, FAD; ERC Starting and Consolidator Grant; Horizon 2020; Leducq Foundation; Nederlandse Hartstichting; Marfan Foundation). Zijn internationale erkenning blijkt ook uit zijn aanstelling bij de afdeling Klinische Genetica van het Radboud Universitair Medisch Centrum in Nijmegen, Nederland (Diensthoofdprofessor Prof Dr Han Brunner), een van de toonaangevende centra voor menselijke genetica in Europa. Zijn aortakliniek in Antwerpen ontving onlangs de hoogste onderscheidingen door een onafhankelijke audit georganiseerd door het European Reference Network, VASCERN waarvan hij actief lid is. Hij is ook actief betrokken bij kennisoverdracht naar de volgende generaties, aangezien hij voorzitter was van vier edities van cardiogenetica-trainingen die werden georganiseerd voor de European Society of Human Genetics.

* * *

Zijn werken

 

Aorta-aneurysma / -dissectie is een veel voorkomend fenotype dat verantwoordelijk is voor de dood van ongeveer 1-2% van de individuen in geïndustrialiseerde landen. Aorta-aneurysma’s komen het meest voor in de infrarenale abdominale aorta (AAA), gevolgd door aneurysma’s van de thoracale aorta (TAA). Indien onbehandeld, kunnen deze aneurysma’s leiden tot fatale dissecties en scheuren. Zowel genetische factoren als levensstijlfactoren dragen bij tot de pathogenese van de ziekte. Bij ongeveer 20% van de TAA-patiënten is er een positieve familiegeschiedenis, wat een sterke genetische bijdrage aan de TAA-pathogenese bevestigt. Een syndromale vorm van TAA, het Marfan-syndroom (MFS), heeft lange tijd als het belangrijkste paradigma gediend. Na een internationale expertmeeting leidde Bart Loeys de herziene Gentse nosologie voor het Marfan syndroom waarvan het aortawortel aneurysma en ectopia lentis de hoofdkenmerken. In afwezigheid van een familiegeschiedenis is de aanwezigheid van deze twee manifestaties voldoende voor de eenduidige diagnose van MFS. Bij afwezigheid van een van deze twee is de aanwezigheid van een bonafide FBN1-mutatie (causaal gen voor MFS) of een combinatie van systemische kenmerken vereist. Voor de laatste is een nieuw scoresysteem ontworpen en gevalideerd. Op deze manier is genetische FBN1-testen (gen voor MFS) niet verplicht, maar nuttig indien beschikbaar. De nieuwe nosologie legt meer gewicht op de cardiovasculaire manifestaties van de ziekte. De nieuwe nosologie kan een definitieve diagnose van MFS vertragen, maar vermindert het risico op vroegtijdige of verkeerde diagnose en faciliteert de discussie van risico- en managementrichtlijnen met de patiënt.

Historische pathogenetische modellen voor MFS waren gericht op structurele zwakte van de weefsels veroorzaakt door microfibrillaire deficiëntie. Studies van transgene MFS-muismodellen hebben dit model echter uitgedaagd en een centrale rol aangetoond voor de opregulatie van de TGFβ-signaleringsroute. Deze centrale rol van TGFβ bij de vorming van aorta-aneurysma’s werd bevestigd door de identificatie van mutaties in de TGFBR1/2-genen (transformerende groeifactor bèta-receptor 1 of 2) als oorzaak van een nieuw aorta-aneurysma-syndroom (Loeys-Dietz-syndroom, LDS). De belangrijkste onderscheidende kenmerken tussen LDS en MFS zijn de aanwezigheid van hypertelorisme, gespleten gehemelte/gespleten huig en arteriële kronkeligheid/wijdverspreide aneurysma’s. Belangrijk is dat de studie van het ziekteverloop van het Loeys-Dietz-syndroom aantoont dat LDS-patiënten een vroegere aorta-operatie nodig hebben dan MFS-patiënten en ook een uitgebreidere cardiovasculaire beeldvorming nodig hebben, aangezien de ziekte de hele arteriële boom aantast, buiten de typische betrokkenheid van de aortawortel (zoals gezien in MFS). De identificatie van de genetische basis verandert dus duidelijk de klinische behandeling van patiënten met aorta-aneurysma en dissectie.

In de afgelopen jaren heeft de aanvullende grondige klinische en moleculaire studie van aorta aneurysma patiënten geleid tot de identificatie van nieuwe genen (TGFB2, TGFB3, SKI, BGN, SMAD6, TBX20, ROBO4) die ten grondslag liggen aan het TAA-aandoening. Belangrijk is dat het merendeel van deze genen nauw verbonden zijn met de TGFβ-signaleringsroute. Hoewel de meeste studies tot voor kort gericht waren op canonieke TGFβ-signalering, zijn er aanwijzingen dat ook niet-canonieke signaleringswegen zoals de MAPK’s ERK en JNK(de mitogen-geactiveerde proteïne kinases) een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van het aneurysma. In de aorta van fibrilline-1 deficiënte muizen is waargenomen dat TGFβ- en angiotensine II type 1 receptor (AT1R)-afhankelijke activering van de extracellulaire-signaal gereguleerde kinasen (ERK1 en ERK2) betrokken is bij de pathogenese van aneurysma, en verder bewijs voor hun belang is verkregen uit het afbreken van pathologische aortawortelgroei na behandeling met een specifieke ERK-remmer. De rol van niet-canonieke TGFβ-signaalwegen werd ook bevestigd in het Tgfb2-haploinsufficiënte muismodel. Als zodanig is de niet-canonieke TGFb-signalering een prominente aanjager van aneurysma progressie in MFS en LDS, en dat ERK en JNK additief en uitwisselbaar zijn in dit proces.

Hoewel algemeen wordt aangenomen dat bètablokkers de groei van de aortawortel vertragen, voorkomen ze niet dat de aorta op latere leeftijd geopereerd moet worden. Op basis van de inzichten uit de studie in de MFS muismodellen werd de hypothese geformuleerd dat een remming van de TGFβ-signalering op lange termijn een betere uitkomst zou kunnen bieden en deze hypothese werd verder afgedwongen door de ontdekking van de overvloed aan TGFβ-gerelateerde genen (TGFB2/3, SMAD2/3 en TGFBR1/2) die aan de basis liggen van het Loeys-Dietz-syndroom. Het principiële bewijs werd verkregen door MFS-muizen te behandelen met TGFβ-neutraliserende antilichamen, die het aorta fenotype redden. Op zoek naar een gemakkelijker toepasbaar middel werd losartan als potentieel middel geïdentificaard. Naast het angiotensine II type 1 receptorblokkerend effect heeft losartan ook een remmend effect van de TGFβ-signaleringsroute. In een placebo-gecontroleerde studie van Marfan-muizen had losartan een superieur effect in vergelijking met atenolol dat voor hetzelfde hemodynamische effect werd getitreerd. Niet alleen vertoonden de -met losartan behandelde- muizen een volledige rem van de aortagroei, maar ook de histologie van de elastische vezels in de aortawand was niet langer te onderscheiden van wilde type muizen. Na een ‘proof of principle’ studie bij de mens, toonde een grote gerandomiseerde studie bij Marfan-patiënten de gelijke werkzaamheid van deze medicatie aan in vergelijking met een hoge dosis bètablokker.

* * *

Jury verslag (19 november 2020)

 

The 2020 Francqui-Collen Prize in Biological and Medical Sciences is awarded to Bart Loeys for his seminal contributions to the understanding, diagnosis and treatment of human genetic diseases affecting large blood vessels.

After obtaining his medical degree in pediatrics as well as a PhD at Ghent University, he performed postdoctoral research with the world-renowned geneticist Prof Harry ‘Hal’ Dietz at the Johns Hopkins University in Baltimore, USA. Upon his return to Belgium (initially at Ghent University, currently at the University of Antwerp), he has rapidly gained prominence in his own right as medical geneticist.

Many patients worldwide are severely affected by diseases, known as aortic aneurysms of the aorta: The wall of the aorta, the major blood vessel that originates directly from the heart, is weakened, leading to ballooning of the vessel (‘aneurysm’) which can ultimately leak and rupture.  Up to 1% of deaths in the western world are caused by these aneurysms.  In a series of elegant genetic analyses spanning the last 15 years, Dr Loeys has identified the genetic and biochemical basis for a large fraction of these diseases. One of these, first described by Loeys with his Hopkins mentor Prof Harry Dietz, is now termed the Loeys-Dietz Syndrome. Loeys has shown that dysfunction of a central biochemical pathway (known as TGF-beta signaling, which allows communication between cells) leads to aortic aneurysms. The identification of specific mutations responsible for aortic aneurysms has immediate implications for people suffering from familial forms of the disease, which can now be identified in advance and monitored carefully, thus saving many lives. In addition, Dr Loeys’ discoveries suggest promising therapeutic approaches for affected individuals.

Dr Loeys is a clinician-scientist and cardiovascular medical geneticist, demonstrating the tremendous promise of precision medicine for bettering the human condition. His work shows how careful analysis of the molecular basis of disease in individuals can bring about a general understanding of biological principles, and at the same time lead to personalized diagnostics and therapeutics.

 

In deze jury zetelden :

Professor Johannes (Hans) Carolus Clevers, MD
Hans Clevers MD PhD (1957) is professor in molecular genetics at Utrecht University. He leads a large research group at the Hubrecht Institute investigating stem cells and cancer. His discovery of the link between Wnt signaling and stem cells, the identification of gut stem cells and the development of organoid technology has led to multiple awards including the Breakthrough Prize in Life Sciences. He is an elected member of science academies in the Netherlands, France, the UK and the USA.

Voorzitter

en

Professor Emma Allen-Vercoe, PhD
Canada Research Chair
University of Guelph
College of Biological Science, Department of Molecular and Cellular Biology
Ontario, Canada

Professor Carlos Caldas, MD FMedSci
Carlos Caldas is Professor of Cancer Medicine, University of Cambridge, and Head, Breast Cancer Functional Genomics Laboratory, Cancer Research UK Cambridge Institute. He is Fellow of the Academy of the Medical Sciences, Fellow of the European Academy of Cancer Sciences, and EMBO Member. He received the 2016 ESMO Hamilton Fairley Award and holds an ERC Advanced Grant. His research focus is the functional genomics of breast cancer and its biological and clinical implications.

Professor Eelco de Koning, MD, PhD
Eelco de Koning is professor of diabetology at the Leiden University Medical Center and group leader at the Hubrecht Institute in the Netherlands. He heads the diabetes section at the LUMC and is coordinator of the nation-wide clinical islet transplantation program. After obtaining his M.D. he started research into islet biology and pathology at the Diabetes Research Laboratories in Oxford which resulted in a Ph.D. in 1994. He worked at the Joslin Diabetes Center 2004-2005 to focus on islet transplantation and beta cell regeneration. His research is currently focused on human islet cell identity and the generation of insulinproducing cells from stem cells.

Professor Yuval Dor, PhD
The Hebrew University of Jerusalem
Israel

Professor Michel D. Ferrari, MD, PhD, FANA, FRCP

Michel D. Ferrari, MD, PhD, FANA, FRCP
Professor of Neurology, in particular “Paroxysmal Cerebral Disorders”, at Leiden University Medical Centre, The Netherlands. He is an elected Fellow of the American Neurological Association and the British Royal College of Physicians. He received numerous awards, including the WINKLER Medallion for Excellence in Neurological Research, the HARTMANN MULLER Prize for Biomedical Research (Zurich University), the VICI Innovational Research Personal Incentive Schema Award, the SPINOZA Life Time Achievement Premium, the highest science prize in The Netherlands, and a GRAVITY Award “Brain on a Chip” as part of the “Netherlands Organ on Chip Initiative”

Professor dr. ir. Mike S.M. Jetten 
Full Professor and Head of the Department of Microbiology
Radboud University
Nijmegen, The Netherlands

Professor Jürgen Knoblich, PhD
Juergen Knoblich is heading the Institute of Molecular Biotechnology in Vienna.  He is a developmental neuroscientist studying human brain development and psychiatric disorders.  His group has developed a method for growing human brain tissue in the lab.  They can recapitulate human embryonic brain development during the first trimester and analyze the developmental defects leading to neurological disorders.

Professor Charles M. Rice, PhD
Charles M. Rice, PhD, is Head of the Laboratory of Virology and Infectious Disease at the The Rockefeller University. He is a prominent figure in research on members of the Flaviviridae including hepatitis C virus and has co-authored over 500 articles in the field of virology. He is a past President of the American Society for Virology, a Member of the U. S. National Academy of Sciences, and a recipient of the M. W. Beijernick, Dautrebande, Robert Koch, InBev Baillet-Latour prizes, the Lasker-Debakey Clinical Medical Research Award, and the Nobel Prize in Physiology or Medicine.

Professor Flora van Leeuwen, PhD
Head of division of Epidemiology and Psychosocial Research
Netherlands Cancer Institute
Professor of Cancer Epidemiology
Faculty of Medicine, Vrije Universiteit
Amsterdam, The Netherlands

Leden

* * *

Toespraak van Herman Van Rompuy
Voorzitter van de Francqui-Stichting

Vooreerst wou ik U, Sire, bedanken om ook deze keer aanwezig te zijn op de plechtige uitreiking van de Prijzen Francqui-Collen , de hoogste wetenschappelijke onderscheiding in ons land. Nous sommes peu nombreux aujourd’hui, mais je parle au nom des personnes qui seraient normalement présentes ici.

Onnodig te zeggen dat de zitting van vandaag uniek is. In zekere zin hoop ik dat ze echt uniek blijft. Ik bedoel, dat wat velen belet hier deze ochtend aanwezig te zijn, eenmalig is. Maar ik ben daar niet zo zeker van. De invloed van klimaatveranderingen op deze en wellicht andere potentiële pandemieën is een reële mogelijkheid. Een oorzaak zou zijn dat door ontbossing, dieren, dragers van het virus, naar bewoonde plaatsen gedreven worden en dat zo het virus overgedragen wordt op mensen. La pandémie serait alors moins externe à l’homme qu’on ne le pense souvent. Ce ne serait donc pas une fatalité qui nous tomberait dessus, mais quelque chose que nous pourrions remédier.

Notre réunion d’aujourd’hui est également spéciale car nous avons deux lauréats, alors que nous n’en avions normalement qu’un seul. La dernière fois, ils étaient trois mais eux travaillaient sur le même projet. Ici, les deux lauréats ont leur propre discipline dans la médicine. Le prix n’a pas été décerné pour un projet particulier comme en 2019 mais en raison du travail scientifique exceptionnel effectué au fil des ans. Il ne s’agit pas non plus d’une récompense pour une vie dédiée à la science , car la vie ne commence vraiment qu’à la cinquantaine. Le Roi peut en témoigner. Pour moi, cela a même commencé à soixante ans !

De zitting van vandaag is ook speciaal omdat het de eerste Francqui-Collen prijzen zijn in de geschiedenis. Dank zij de edelmoedigheid van Désiré baron Collen zijn wij in staat twee laureaten te bekronen en aan te moedigen. De heer Collen is trouwens zelf een Francquiprijswinnaar. Het is een uitzonderlijk gebaar waar wij zeer erkentelijk voor zijn.

Laat mij toe de twee laureaten kort voor te stellen.

Cédric Blanpain (ULB) en Bart Loeys (UAntwerpen) zijn de laureaten van de twee Francqui-Collen Prijzen 2020 voor fundamenteel en klinisch onderzoek. De Francqui-Stichting bekroont hen voor hun uitzonderlijke bijdragen op het domein van kanker en van genetische ziekten. Leurs contributions innovantes représentent de véritables percées dans le domaine des sciences biologiques et médicales.

Cédric Blanpain reçoit un prix pour sa recherche fondamentale dans les domaines du cancer et de la biologie des cellules souches. Le Professeur Blanpain, spécialiste en médecine interne, a créé son propre laboratoire à l’ULB en 2006. Il étudie le rôle des cellules souches dans le développement du cancer de la peau et du sein, en plus de leur capacité de régénération. Dans le cadre de ses recherches sur le cancer, le professeur Blanpain a été le premier à utiliser la technique du traçage cellulaire, qui lui a permis de déterminer l’origine exacte de certains cancers.

De andere prijs gaat naar Bart Loeys, gewoon hoogleraar cardiogenomics aan de Universiteit Antwerpen, voor zijn klinisch en translationeel onderzoek dat leidt tot een beter inzicht, betere diagnoses en betere behandeling van genetische ziektes die de bloedvaten aantasten. Prof. Loeys legt zich toe op cardiogenetica en heeft baanbrekend onderzoek verricht naar de genetische oorzaken van aorta aneurysma’s. In 2005 beschreef hij met zijn Amerikaanse collega Harry Dietz voor het eerst de erfelijke aorta-aandoening die nu als het Loeys-Dietz syndroom gekend is.

Beiden gaan op basis van hun fundamenteel en klinisch onderzoek over naar de zoektocht naar therapieën. Kan er een grotere maatschappelijke dimensie zijn dan het redden van mensenlevens?

Pour la vaste majorité des cancers, les cellules à l’origine des cancers sont encore inconnues. Pionnier dans l’identification des cellules à l’origine des cancers, le laboratoire de Cédric Blanpain a découvert les cellules à l’origine du carcinome basocellulaire, le cancer le plus fréquent chez l’humain, mais aussi d’autres cancers de la peau ainsi que des cancers du sein. Des travaux d’une importance majeure qui ont permis de découvrir que l’origine cellulaire des cancers était déterminante dans les types de cancer qui vont se développer, dans leur capacité à générer des métastases et dans leur résistance aux traitements. Ses recherches à l’université ont mené à développer de nouveaux médicaments anticancéreux.

Waar Prof. Loeys nu op inzet is om beter te begrijpen waarom een genetische afwijking bij een bepaald familielid tot aortaproblemen leidt en bij een ander familielid met dezelfde genetische afwijking, niet. Als we weten hoe andere genen dat compenseren, kunnen we medicatie geven die het compenserende mechanisme van die genen nabootst om zo te voorkomen dat een ziekte ontstaat. Het zijn vaak jonge mensen die sterven aan een scheur in hun slagader. Als het gebeurt, heb je meer dan 50% kans om binnen de 24u te overlijden.

Ik laat het over aan beide professoren om meer in detail te gaan. Ik ben er niet toe in staat. Ik vertrouw ook volledig op de internationale jury, onder voorzitterschap van Prof. Clevers, en  waarvan trouwens ook dit jaar een Nobelprijswinnaar deel van uitmaakte. De jury werd eens te meer door onze afgevaardigde-bestuurder professor Pierre Van Moerbeke deskundig samengesteld en begeleid. Je tiens à le remercier sincèrement et de manière explicite. Prof. Blanpain en Loeys  zullen vandaag maar kort spreken maar bij de volgende publieke zitting voor de prijzen voor 2021 zullen zij de kans krijgen dat meer uitgebreid te doen.

C’est une coïncidence que ces Prix bio-médicaux soient décernés à l’occasion de la plus grande crise sanitaire que notre pays et, en fait, le monde entier connaissent depuis un siècle. En même temps, le respect pour les médecins, le personnel soignant et la science n’a jamais été aussi élevé. L’expertise est à nouveau appréciée par une grande partie de la population.

In landen waar het advies van deskundigen en wetenschappers genegeerd werd, liep het fout. Dat is velen niet ontgaan. Dat men zo vlug vaccins wist te ontwikkelen en te produceren is ook ongezien. De wetenschap redt de wereld in zekere zin. Beeld U in dat wij nog jaren in die infernale cirkel van besmettingen, versoepelingen en opnieuw besmettingen hadden moeten leven! De ene golf zou gevolgd worden door een andere. Het verlies aan mensenlevens, aan welzijn en aan jobs zou nog dramatischer zijn geweest. Wij wachten nu op de vaccinatiegolf! Het wordt de grootste uitrol operatie uit de menselijke geschiedenis. Après tout, nous vivons dans une pandémie, le mot fait référence à l’origine grecque et signifie ‘le peuple entier’, le monde entier. Après toutes les mondialisations possibles, notamment celles de la technologie, des voyages, des économies, du sport, de la musique, du cinéma, des loisirs, etc. il y a maintenant la mondialisation de la maladie. Elle est liée aux autres formes de mondialisation. Nous sommes avec presque 8 milliards de personnes sur le même bateau.

Il est très regrettable que la mondialisation du virus ne s’accompagne pas d’une « gouvernance mondiale ». Au contraire, c’est l’approche nationale et nationaliste qui domine. Mon vaccin d’abord. My vaccine first. Tant que le monde entier ne sera pas sain et sauf, nous ne le serons pas non plus, à moins de fermer les frontières et de nous retirer du monde.

Wat een contrast tussen de kracht van het rationele denken en de stroom van wild ‘fake news’, van belachelijk complotdenken, van vooroordelen en negationisme. Zelfs leiders van grote landen doen hieraan mee, deels uit een loutere drang om populair te blijven bij hun specifieke achterban, deels uit lafheid om toch maar geen impopulaire maatregelen te moeten treffen. Het populisme verhevigt de gezondheidscrisis terwijl de gezondheid toch de grootste dienst is die men aan het volk en aan ieder van ons kan verlenen. Gelukkig is er de ‘stille meerderheid’ van mensen om wel te luisteren naar de stem van de wetenschap en die van de rede. Maar een significante minderheid kan die inspanningen van een meerderheid teniet doen. Indien onvoldoende mensen zich laten vaccineren dan blijven wij ons vastrijden in het moeras van het virus.

Depuis Andreas Vesalius au XVIe siècle, la médecine est une science dans laquelle nous excellons. En 1432, il existait déjà une faculté de médecine à Louvain. Jules Bordet, Corneel Heymans, Albert Claude et Christian de Duve ont reçu le prix Nobel de médecine. de Duve est un prix Francqui 1960. Prendre soin des gens est donc dans nos gènes, tant au Nord, au Sud et qu’au Centre du pays.

La médecine combine comme aucune autre discipline le savoir et les soins, la raison et le cœur. Daarom is het goed in deze coronatijden hulde te brengen aan de kunde om te genezen, aan de kunst om te genezen, aan de deugd om voor zieke mensen te zorgen.

* * *

Toespraak van Professor Bart Loeys

Het is een hele eer om vandaag uit uw handen de prestigieuze Francqui-Collen prijs voor biomedische wetenschappen te mogen ontvangen. Uw uitgesproken wil om deze plechtigheid in beperkte kring te laten plaatsvinden ondanks de moeilijke covid-tijden en uw persoonlijke aanwezigheid getuigen van het belang dat U, net zoals de Francqui Stichting, hecht aan het wetenschappelijk onderzoek in ons land.

Sire, geachte heer voorzitter, dames en heren,

De Collen-Francqui prijs welke vandaag -voor de eerste keer in zijn rijke geschiedenis- specifiek wordt toegekend voor klinisch en translationeel onderzoek illustreert dat U en de stichting “de patiënt” – “de mens” centraal willen stellen in het wetenschappelijk onderzoek. Mijn onderzoek maakt heel specifiek de brug tussen de genetische oorzaken en de preventie of behandeling van patiënten met aneurysma’s of verwijdingen van de hoofdslagader of aorta, een aandoening die zich heel dramatisch uit als een oorzaak van plotse cardiale dood bij jonge mensen, een thema dat ons allemaal heel hard raakt.

Hoewel ik hier vandaag de eer heb om voor U te staan, is het bekroonde werk enkel het resultaat van een groot team van talentvolle onderzoekers. Ik houd er dan ook aan de vele jonge medewerkers, laboranten, doctoraatstudenten en postdoctorale onderzoekers uit mijn groep te lauweren voor hun jarenlange inzet die tot dit werk hebben geleid. De team-spirit in onze groep is de motor tot succes en ik kijk uit naar onze volgende wetenschappelijke avonturen.

Mijn waardering gaat ook uit naar mijn leermeesters. Ik denk heel bijzonder aan professor Jules Leroy, mijn opleider tot kinderarts die mij de begeestering voor genetica heeft bijgebracht en mijn Amerikaanse mentor professor Hal Dietz die mij inwijdde in de genetische geheimen van aorta aneurysma syndromen. Zijn wetenschappelijke creativiteit en ongebreidelde generositeit is nog elke dag een inspiratiebron voor mijn onderzoek.

Ik wil ook heel graag de essentiële rol van het FWO, Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek in de verf zetten. Het FWO was erbij vanaf mijn eerste stappen als doctoraatsstudent en de laatste 15 jaar onafgebroken als senior clinical investigator. Het is hun steun die het mogelijk maakt om mijn klinische activiteiten als arts te blijven combineren met doorgedreven wetenschappelijk onderzoek en die de belangrijke opstap naar het Europese niveau met steun van de European Research Council (ERC) heeft gefaciliteeerd. Tevens wil ik de universiteit Antwerpen en in het bijzonder mijn rector professor Herman Van Goethem en mijn diensthoofd professor Geert Mortier danken voor het wetenschappelijk vertrouwen dat ze in mij stellen.

Mijn eer gaat ten slotte ook uit naar mijn dierbaren. In de eerste plaats mijn ouders die mij steeds gesteund hebben in mijn keuzes, ook al leidden die soms naar de buitenlandse oorden. Wetenschappelijk onderzoek gebeurt niet enkel tussen 9u en 17u en vraagt ook veel van je gezin. Mijn lieve vrouw Frederike heeft me meer dan wie ooit hierin gestimuleerd. Zonder haar onvoorwaardelijke toewijding voor ons gezin waren we nooit in de Verenigde Staten terecht gekomen en die stap heeft de essentiële zaadjes geplant voor vele mooie onderzoeksjaren. Ze heeft haar eigen loopbaan als arts onderbroken en zonder haar had ik nooit mijn wetenschappelijke droom kunnen verwezelijken. Hannah, Elisabeth, Matthias en Lara, mijn vier kinderen, wil ik bedanken voor jullie begrip als papa weer eens druk met zijn werk bezig was.

Sire, chers invités, pour moi, la plus belle distinction qu’un scientifique puisse recevoir, c’est non seulement la reconnaissance de son travail par la communauté scientifique, mais aussi pouvoir être utile aux patients. C’est un grand honneur d’avoir été désigné comme lauréat du prix Collen-Francqui 2020. Je vous suis particulièrement reconnaissant de pouvoir le recevoir de vos mains. J’espère pouvoir, dans le futur assumer aussi la grande responsabilité de continuer dans cette voie et je m’efforcerai d’être digne de la confiance qui m’est accordée. Le Prix Collen-Francqui est une formidable incitation à poursuivre la recherche au niveau mondial avec mes collaborateurs dans les années à venir.

Je vous remercie.