De Beurzen van de Francqui-Stichting « Francqui Fellowships »
De Belgian American Educational Foundation Inc. « B.A.E.F. » werd eveneens door Emile FRANCQUI opgericht. Deze organisatie verleent elk jaar een aantal beurzen aan jonge Belgen die gedurende één jaar wensen te verblijven aan een Universiteit in de Verenigde Staten, of jonge Amerikanen die één jaar in België wensen door te brengen voor studie of wetenschappelijk onderzoek.
De oproep en de selectie voor deze beurzen gebeuren door de “B.A.E.F.”, waarvan het secretariaat gevestigd is in Brussel.
De Francqui-Stichting verschaft aan de “B.A.E.F.” de nodige financiële middelen om een aantal beurzen te bekostigen.
* * *
Inlichtingen en aanvragen :
Uitsluitend bij de “B.A.E.F.”
Egmontstraat, 11
1000 BRUSSEL
Tel : 02-513.59.55
* * *
De bursalen van de Francqui-Stichting « Francqui Fellow » of « Collen-Francqui Fellow » die genoten van deze financiering worden hierna vermeld :
2022-2023
Margaux GEUZAINE
Postdoctoral research : Physics-informed machine learning tools for SHM (Structural Health Monitoring)
Civil Engineering – ULg – naar University of Notre Dame, Illinois – NatHaz Modeling Laboratory – Prof Ashan Kareem
Jolien GIJBELS
Postdoctoral research : Patient agency in Belgium and the USA, 1890s-1960s – KULeuven – naar Johns Hopkins University, Dept of the History of Medicine – Prof. Jeremy A. Greene, supervisor Dr. Elizabeth O’Brien.
Daniel NAEGELS
Postdoctoral research : in theoretical physics : Spontaneous symmetry breaking in physics- ULB – naar Columbia University, High Energy Theory Group – Prof. Alberto Nicolis.
Robijn VANHOVE
Postdoctoral research: Topological phases of matter and criticality – UGent – naar Caltech, Division of Physics, Mathematics and Astronomy : Condensed Matter Physics – Prof. Xie Chen.
2021-2022
Pierre FOIDART (Collen-Francqui Fellow) – Postdoctoral research : Aneuploidy in Triple-Negative Breast Cancer: resistance, immunosensitivity – ULg – naar Harvard Medical School, Dana Farber Cancer Institute, Department of medical oncology, Polyak Laboratory for Breast Cancer Research – Prof. Kornelia Polyak.
Thomas GOOSSENS – Postdoctoral research : Simulating thin-film filters for spectral imaging – KULeuven – naar Stanford University, Psychology Dept, Center for Cognitive and Neurobiological Imaging – Prof Brian Wandell.
Reda TIANI – Postdoctoral research : Dissipative structures in non-ideal environments – ULB – naar Virginia Polytechnic Institute and State University, Center for Soft Matter and Biological Physics – Prof Uwe C. Täuber
Laurien VANDEWALLE – Postdoctoral research: CFD-DEM – Computational Fluid Dynamics-Discrete Element Method modelling of catalytic reactors UGent – naar Stanford University, Mechanical Engineering Department, the NaNo Energy Laboratory – Prof. Hai Wang
2020-2021
Thomas BALLIGAND (Collen-Francqui Fellow) – Postdoctoral research : Nanobodies and oncogenic calreticulin proteins – UCLouvain – naar Harvard medical School, Children’s Hospital – Program in Cellular and Molecular médicine – Prof. Hidde Ploegh
Pieter BOSMANS – Postdoctoral research : Theoretical high energy physics – KULeuven – naar Princeton University, dept. of Physics, High Energy Theory group – Prof. Silviu Pufu
Pouyan EBRAHIMBABAIE VARNOSFADERANI (Collen-Francqui Fellow) – Postdoctoral research : Mathematical modeling of physiology of drowsiness – ULg – naar UCLA, dept. of Computational Medicine – Prof. Tom Chou
Benoît LEGAT – Postdoctoral research : Applied mathematics naar M.I.T., Laboratory for Information & Decision Systems (LIDS) – Prof. Pablo Parrilo
2019-2020
Gregory DEBRUYNE – Postdoctoral research : Wiskunde – UGent – naar Université de l’Illinois, Prof. K. Ford et H. Diamond – Tijdens mijn verblijf aan de universiteit van Illinois at Urbana-Champaign heb ik onderzoek verricht in het gebied van de analytische getaltheorie, wat een van de specialiteiten van deze universiteit is. Mijn onderzoek richtte zich voornamelijk op veralgemeende getalsystemen van Beurling. Dit onderzoeksgebied bestudeert in welke mate men een getaltheorie kan ontwikkelen als de gehele getallen geen additieve structuur vertonen. Concreet zijn de veralgemeende priemgetallen (van een veralgemeend getalsysteem) de elementen uit een onbegrensde rij reële getallen die allen groter zijn dan 1. De veralgemeende gehele getallen zijn dan de reële getallen die men kan vormen door producten te nemen van de veralgemeende priemgetallen. Een groot deel van de theorie onderzoekt welke consequenties eigenschappen op de veralgemeende priemgetallen hebben voor de veralgemeende gehelen en vice-versa. Dit jaar heb ik bestudeerd wat de minimale voorwaarden zijn opdat de er ruwweg ongeveer hetzelfde aantal veralgemeende gehelen met een even aantal veralgemeende priemgetallen in hun priemfactorisatie als er zijn met een oneven aantal priemfactoren in hun factorisatie. Verder heb ik ook succesvol onderzocht wat het wildste gedrag van de veralgemeende gehelen (in de zin dat de gehelentelfunctie de meest extreme oscillatie vertoont) kan zijn als de veralgemeende priemgetallen zich extreem goed gedragen, namelijk dat voor deze systemen de Riemannhypothese voldaan is.
Daarnaast heb ik ook onderzoek verricht in de theorie van partities. Hierin wordt nagegaan op hoeveel manieren een natuurlijk getal kan geschreven worden als een som van elementen uit een verzameling van atomen, genoteerd als We hebben betrekkelijk milde voorwaarden gevonden op de verzameling van atomen waarmee men toch een vrij goede asymptotische formule voor de partitiefunctie kan bekomen.
De resultaten van dit onderzoek zijn te vinden in de wiskundige tijdschriften Acta Arithmetica, Advances in Mathematics en Indagationes Mathematicae. De kwaliteit van deze artikels is ook zeker verhoogd door de vele discussies die ik had met de collega’s verbonden met de universiteit van Illinois at Urbana-Champaign net zoals mijn kennis van getaltheorie ook werd verbreed door de wekelijkse seminaries die er gehouden werden.
Séverine LANNOY (Collen-Francqui Fellow) – Postdoctoral research : Emotinal and reward processes in binge drinking – UCLouvain – naar Stanford University, dept. of Psychiatry & Behavioral Sciences – Prof. E. Sullivan – Van 13 oktober 2019 tot 10 oktober 2020 heb ik een postdoctoraal onderzoeksverblijf voltooid aan de Stanford University (Stanford, CA, USA) in het laboratorium van Drs. Edith V. Sullivan en Adolf Pfefferbaum. Tijdens dit verblijf heb ik mijn onderzoek naar stoornissen in alcoholgebruik bij jongeren voortgezet en verdiept, waarbij ik de effecten ervan op de hersenen en de mogelijke rol ervan in de ontwikkeling van alcoholafhankelijkheid heb geëvalueerd. Ik kon inderdaad lid worden bij een nationale onderzoeksgroep en werken aan een grote longitudinale database (die elk jaar alcoholgebruik tijdens de adolescentie en de bijbehorende risicofactoren evalueert). Onze resultaten toonden aan dat adolescenten die alcohol gebruikten tijdens de 3-jarige follow-up niet werden gekenmerkt door eerdere neuropsychologische problemen. We ontdekten ook dat een laag alcoholgebruik de neuropsychologische vaardigheden of leermogelijkheden in onze jeugdpopulatie niet schaadde. Daarom hebben we de studie van overmatig alcoholgebruik verder onderzocht en aanvullende risicofactoren overwogen (bijvoorbeeld sociaaleconomische status, veerkrachtmechanismen, genetische aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid). Dit onderzoeksjaar was een grote stap voorwaarts in mijn wetenschappelijke carrière. Vooreerst drs. Sullivan en Pfefferbaum zijn internationale leiders op het gebied van alcohol gerelateerde aandoeningen en neurowetenschappen. Ik heb veel geleerd van hun ervaringen, maar ook door het werken in een groot laboratorium binnen een prestigieuze universiteit. Toen ik binnen een consortium van onderzoekers met verschillende expertises werkte, werd ik bewust van de constellatie van risicofactoren die betrokken zijn bij alcohol gerelateerde aandoeningen. Door dit uitstekende opleidingsniveau wilde ik aanvullende vaardigheden op het gebied van genetisch onderzoek ontwikkelen en kon ik een postdoctorale beurs krijgen aan de Virginia Commonwealth University, onder toezicht van Dr. Alexis Edwards in het laboratorium van Dr. Kenneth Kendler, wereldwijd erkend voor hun bijdragen aan de genetica in de psychiatrie.
Manon STIPULANTI – Postdoctoral research : Fine theorems and applications to Pascal triangles – ULg – naar Hofstra University, Dept. of Mathematics – Prof. Eric Rowland – Ik was een postdoctoraal onderzoeker aan de afdeling Wiskunde van Hofstra University (New York, USA) tijdens het academiejaar 2019–2020 (1 oktober 2019 tot 31 augustus 2020). Tijdens mijn verblijf bij Hofstra heb ik aan verschillende projecten mogen samenwerken met professor Eric Rowland. De eerste, binnen het beroemde onderwerp van patroonvermijding in combinatoriek op woorden, ging over lexicografisch minst oneindige woorden in het alfabet van niet-negatieve gehele getallen die fractionele machten vermeden. Een korte versie van ons werk werd aanvaard in de conferentie Developments in Language Theory 2020 en de lange versie werd in 2020 gepubliceerd in de Electronic Journal of Combinatorics. We zijn toen een tweede project gestart waarin we de automatische complexiteit van periodieke reeksen bestudeerden, en we hebben later Reem Yassawi (UK) betrokken bij een gerelateerd project. We organiseerden ook de AMS Special Session on “Sequences, Words, and Automata” (Code : SS 67A) op de Joint Mathematics Meetings (JMM2020) in het Colorado Convention Center op 15 januari 2020. Tijdens mijn verblijf in de Verenigde Staten heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om deel te nemen aan verschillende conferenties en seminars en heb ik verschillende lezingen gegeven. Tijdens dit academiejaar heb ik ook mijn samenwerking met Émilie Charlier en Célia Cisternino van ULiège (België) kunnen voortzetten en hebben we samen nog een paper gepubliceerd in de European Journal of Combinatorics. Ten slotte begonnen Anna Frid, Narad Rampersad, Jeffrey Shallit en ik met het organiseren van het virtuele “One World Combinatorics on Words Seminar” dat tweewekelijks werd gehouden. Tegelijkertijd nam ik actief deel aan de wetenschappelijke gemeenschap door verschillende artikelen te beoordelen.
David VANNEROM – Postdoctoral research : Search for Heavy Neutral Leptons with IceCube naar M.I.T., dept. of physics – Group of Professor J. Conrad, based at the Wisconsin IceCube Particle Astrophysics Center
2018-2019
Pieter CLAEYS – Postdoctoral research : Theoretical condensed matter physics – UGent – naar Boston University, Quantum Condensed Matter Physics Group – Prof. Anatoli Plolkovnikov – Tijdens mijn verblijf aan Boston University heb ik theoretisch onderzoek gedaan in het domein van quantum control en chaos aan de hand van de zogenaamde ‘kwantum-geometrie’. Dit werk werd begeleid door Prof. Anatoli Polkovnikov, wereldbekend voor zijn werk over kwantumsystemen uit evenwicht. De geometrie van kwantum toestanden bevat alle informatie over de dynamica van dergelijke systemen, en mijn onderzoek focuste op het ontdekken van nieuwe manieren om deze te gebruiken om de effecten van kwantum chaos te begrijpen en te bestrijden. Dit heeft directe toepassingen wanneer bv. een kwantumsysteem in een bepaalde toestand gebracht moet worden zoals in kwantumcomputers. Naast de directe samenwerking met Prof. Polkovnikov begeleidde ik ook meerdere doctoraatsstudenten tijdens dit jaar, en heeft de actieve academische wereld in Boston me ook toegelaten om mijn professioneel netwerk uit te breiden. Dit verblijf legde ook de basis voor verschillende lopende samenwerkingen met Amerikaanse onderzoekers van Boston University en Harvard University.
Dit onderzoek heeft geleid tot verscheidence publicaties in internationale ‘peer-reviewed’ tijdschriften zoals Physical Review Letters, Physical Review B, en Journal Of Physics A, waaronder meerdere publicaties als ‘Editor’s Suggestion’, en meerdere publicaties die momenteel nog onder review zijn. Dit onderzoek is ook gepresenteerd op verschillende internationale conferenties, waaronder de Lindau Nobel Laureate Meeting.
Danahe MOHAMMED (Collen-Francqui Fellow) – Postdoctoral research : Tuning cell migration through matrix orientation – UMons – naar Harvard University, school of engineering, experimental soft condensed matter group – Prof. David Weitz
François ROTTENBERG – Postdoctoral research : Signal processing for 5G wireless communications – UCLouvain – naar University of Southern California (USC), Ming Hsieh Departmentt of Electrical and Computer Engineering, Lab. Wireless Devices and Systems Group (WIDES), Los Angeles – Prof. Andreas Molisch – Van september 2018 tot augustus 2019 had ik het plezier een postdoctoraal onderzoeksverblijf uit te voeren aan de University of Southern California, Los Angeles, Verenigde Staten. Dit jaar was een grote stap voorwaarts voor mijn wetenschappelijke carrière. De onderzoeksgroep van professor Andreas Molisch, de “Wireless Devices and Systems Group”, is een wereldberoemde leider op het gebied van channel propagation en draadloze communicatie. Deze dynamische groep bestaat uit ongeveer twintig leden. In het afgelopen jaar heb ik het geluk gehad om het vertrouwen van mijn promotor te winnen en werd ik al snel de copromotor van sommige van zijn doctoraatsstudenten. Ik werd ook hoofd van het « Massive MIMO »-project, gefinancierd door Samsung Research America. Het project had als doel de voordelen demonstreren van een zeer groot aantal antennesystemen, momenteel gezien als één van de belangrijkste technologieën, om de netwerkcapaciteit en energie-efficiëntie te verbeteren. Onze benadering van het probleem heeft verschillende fasen gekend. Ten eerste hebben we theoretisch de fundamentele grenzen van het systeem afgeleid op basis van de fysieke eigenschappen van elektromagnetische propagatie. Ten tweede hebben we deze theoretische grenzen geconfronteerd met uitgebreide numerieke simulaties. Tot slot hebben we een prototype ontworpen met 128 antennes, waarmee we de werkelijke prestaties van ons systeem konden vergelijken met theoretische limieten en simulatieresultaten.
Ons werk heeft al geresulteerd in de presentatie van vijf artikelen op internationale conferenties, de publicatie van één boekhoofdstuk en twee artikels in het voornaamste tijdschrift van ons vakgebied. Een ander tijdschriftartikel wordt ook gereviewed. Nieuwe verblijven naar USC worden besproken voor eind 2020. Bovendien ben ik erg hecht geworden met veel van mijn collega’s en hebben we een nauwe samenwerking ontwikkeld. Met name mijn kantoorcollega, heeft in November 2019 een onderzoeksverblijf van een jaar aan mijn Alma Mater (UCLouvain) in België begonnen uit te voeren. Dit laat zien dat dit verblijf het mogelijk heeft gemaakt om veel sterke connecties te ontwikkelen.
Ik wil nog mijn dank uitspreken aan de Francqui Stichting voor haar steun.
Sarah VEUGELEN (Collen-Francqui Fellow) – Postdoctoral research : Activation of neuroprotective microglio –
naar Icahn School of Medicine at Mount Sinaï, dept. of neuroscience, Friedman Brain Institute – Dr. Anne Schaefer
2017-2018
Nick BULTINCK (Landon Clay-Francqui Fellow) – Postdoctoral research on theoretical physics : quantum mechanics – UGent – naar Princeton University, Dept. of Physics – Prof. Zaletel
Evelyne COLLIGNON (Collen – Francqui Fellow) – Postdoctoral research in biomedical sciences : Unravelling the role of new epigenetic modification in aging – ULB – naar Stanford University, The Brunet Lab.
Ivo STASSEN – Postdoctoraal onderzoek ter verkenning van de fysische eigenschappen van metaalorganische geleidende materialen – KU Leuven – naar Massachusetts Institute of Technology (MIT), Dept. of Chemistry – Prof. M. Dincă. Tijdens mijn verblijf verrichte ik onderzoek aan het MIT Dept. Of Chemistry en het Harvard Center for Nanoscale Systems. Met een team van getalenteerde onderzoekers werden eerst nieuwe moleculaire materialen ontworpen en chemisch gesynthetiseerd. The fysische eigenschappen van deze materialen werden gekarakteriseerd met geavanceerde methoden. Vervolgens werden de materialen chemisch geoptimaliseerd om elektronische koolstof dioxide sensoren te vervaardigen. Het concept en de resultaten van deze studie zullen binnenkort gepubliceerd worden in wetenschappelijke vakliteratuur, samen met een octrooiaanvraag voor de overkoepelende technologie.
Ik zou graag mijn appreciatie uiten aan de Francqui-Stichting om me de gelegenheid te geven ervaring te vergaren, en mijn wetenschappelijke carrière verder uit te bouwe, met een postdoctorale beurs aan een prominent lab in de V.S.
Damien SLUYSMANS – Postdoctoral research : Design of synthetic molecular machines – naar Northwestern University, Dept. of Chemistry – Prof. F. Stoddart
2016-2017
Lien BECKERS (Landon Clay – Francqui Fellow) – Postdoctoral research on the ApoE in microglia as a disease regulator in MS – KULeuven – naar Harvard Medical School, Brigham and Women’s Hospital, Laboratory at Center for Neurologic Diseases – Prof. Dr. Oleg Butovsky – Op 18 Januari 2017 startte ik een nog ongekend avontuur als postdoctoraal onderzoeker aan Harvard Medical School (HMS) in Boston in het labo van Prof. Dr. Oleg Butovsky. Het afgelopen jaar kon ik hier gepassioneerd toponderzoek uitvoeren op de moleculaire mechanismen onderliggend aan het verstoord gedrag van microglia cellen in neurodegeneratieve ziekten zoals Multiple Sclerose en Alzheimer’s ziekte, aan een van de meest gerenommeerde instituten ter wereld. Mijn gedreven collega’s en ik vormden een goed functionerend team die voortdurend op elkaar konden rekenen. Zo ontwikkelde ik geleidelijk aan de mindset en ervaring van een gedreven en zelfverzekerde onderzoeker die vertrouwd is met het publiceren in hoge-impact tijdschriften, zoals weerspiegeld door publicatie van ons onderzoek in Immunity (Cell) als co-auteur en een eerste-auteurs artikel in ontwikkeling. Ik kon me verder specialiseren in het domein van neurodegeneratieve ziekten en extra kennis opdoen door het volgen van cursussen zoals “Advanced digital image analysis with ImageJ”, “Grant Circle Program” en “Mentor Circle program”, en deelname aan het “Central Nervous System Diseases Summit” GTC-congres in Boston.
In Boston bouwde ik een enorm professioneel netwerk uit dat verder reikte dan louter de Neuroscience departementen van Brigham & Women’s hopsital en Massachusetts General Hospital, en ook andere universiteiten betrof zoals MIT, Tufts, Boston University, Brown, en Yale. Ik sloot me aan als co-organisator bij het Postdoc Networking Committee dat instond voor het organiseren van maandelijkse activiteiten voor postdoctoraal onderzoekers aan HMS. Deze ervaring was zeer verrijkend. Bovendien werd ik lid van de Harvard-MIT Belgian Society wat vele deuren opende op professioneel en sociaal vlak. We organiseerden regelmatig wetenschappelijke, culturele en sociale evenementen, en begeleidden professionele Belgische delegaties uit zowel de industrie als academische wereld zoals VOKA (Vlaams Netwerk Van Ondernemingen) en Leuven Mindgate in HMS, MIT en Boston.
Ondertussen zijn we exact één jaar later en zitten mijn eerste werkweken aan Columbia University erop in het labo van Prof. Dr. Philip De Jager en Dr. Elizabeth Bradshaw, Center for Translational and Computational Neuro-immunology & Multiple Sclerosis Clinical Care and Research Center. Als een enthousiaste en zelfstandige onderzoeker ben ik zeer gedreven om mijn kennis hier verder te verrijken en me verder te verdiepen in de intrigerende wereld van de neurodegeneratieve ziekten.
Een welgemeende dankuwel aan de Francqui-Stichting, de Heer Landon Clay en B.A.E.F. voor deze onvergetelijke en inspirerende ervaring!
Augustin COSSE – Postdoctoral research in Mathematics – UCLouvain – naar NYU, Courant Institute – Prof. Bruce Kleiner
Sander GOVERS – Postdoctoral research on the Patterns and heterogeneity in bacterial growth – KULeuven – naar Yale University, dept. of Molecular, Cellular and Developmental Biology, Microbial Pathogenesis Section – Prof. Jacobs-Wagner.
Cleo GOYVAERTS – Postdoctoral research to Explore and modulate intratumoral myeloid celles – VUB – naar Icahn School of Medicine at Mount Sinai, Oncological Science Department, The Tisch Cancer and Immunology Institute – Prof. Miriam Merad –
Vanaf eind 2015 begon ik aan mijn postdoctoraal project aan het labo voor Moleculaire en Cellulaire Therapie aan de VUB in het kader van antitumor immuuntherapie. In datzelfde jaar merkte ik echter dat ik wat van mijn origineel enthousiasme en zelfvertrouwen verloren was om mezelf te beschouwen als een wetenschapper die in staat is haar eigen projecten uit te denken en beheren. Daarnaast wat het LMCT het labo waar ik mijn master en PhD thesis reeds had uitgevoerd, waardoor het extra moeilijk voelde om daar met innovatieve ideeën een meerwaarde te betekenen. Op 7 november 2016 vertrok ik naar New York in de hoop daar nieuwe technieken aan te leren, mijn professioneel netwerk uit te breiden en aldus ook mijn enthousiasme en zelfvertrouwen als wetenschapper terug te vinden…
Toen ik mijn wetenschappelijk verblijf startte aan de labo’s van Profs. Brian Brown en Miriam Merad van het Tisch Cancer Institute van Mount Sinai Icahn School of Medicine, begreep ik onmiddellijk dat ik hier heel wat ging bijleren. Beide professoren waren namelijk extreem gepassioneerde en getalenteerde wetenschappers, wat een erg aanstekelijk effect op me had. Daarnaast kreeg ik via hen de kans om in contact te komen met andere experten in het veld van antitumor immuniteit zoals Profs. Joshua Brody, Nina Bhardwaj en Hélène Salmon. Meer nog, zij-aan-zij werken met gedreven wetenschappers van over heel de wereld, was een echte eyeopener.
Op die manier leerde ik tal van nieuwe technieken zoals confocale microscopie, ontwikkeling van 3D sferoïden voor in vitro kankeronderzoek en de CRISPR-Cas9 technologie naast verschillende softwareprogramma’s als FlowJo, Fiji, Imaris etc. Daarnaast verbreden de talrijke lab meetings, seminaries en conferenties mijn kennis en alsook kritisch denken over wetenschappelijke resultaten. Om aan te tonen hoe belangrijk de bovengenoemde ervaringen voor me zijn geweest vertel ik jullie graag dat wanneer ik in 2016 een FWO-projectaanvraag indiende, dit niet werd toegekend. Wanneer ik echter in 2017 opnieuw appliqueerde, deze keer met een heleboel nieuwe vaardigheden, collega’s alsook een kritischere manier van denken, werd mijn aanvraag wel gehonoreerd. Dit laatste laat me nu toe om mijn eigen postdoctoraal project te financieren aan de VUB. Dus ik leerde niet alleen heel wat professionele technieken en mensen kennen, maar daarbovenop herontdekte ik mijn passie voor wetenschap. Dit laatste voedt niet alleen mijn honger om door te gaan als postdoctoraal onderzoeker, maar is ook van onschatbare waarde om als mentor, de jonge wetenschappers van morgen te motiveren en vormen.
Tot slot kan ik dit verslag niet afronden zonder jullie te bedanken voor het positieve effect dat deze kans had op zowel mijn professionele als persoonlijke welzijn.
2015-2016
Frédéric BOUCHE – Postdoctoral research on flowering time control in brachypodium distachyon – ULg – naar University of Wisconsin, Biochemistry dept. – Prof. R. Amasino
Nicolas LECONTE – Postdoctoral research on transport and hall physics in strained graphene – UCLouvain – naar University of Texas at Austin, Dept. of Physics – Prof. R. Hazeltine
Thomas MERTENS (Landon Clay-Francqui Fellow) – Postdoctoral research in theoretical high-energy physics : string theory – UGent – naar Princeton University – Dept. of physics – Prof. H. Verlinde – Ons werk concentreerde zich op holografie in een specifiek model van een tweedimensionale dilaton-zwaartekrachttheorie in Anti-de-Sitter-ruimte. Het bleek dat dit model erg belangrijk is voor de lage-energie beschrijving van ééndimensionale kwantummechanische Sachdev-Ye-Kitaev (SYK) modellen, die de laatste tijd veel aandacht hebben gekregen. In het bijzonder hebben we het model geanalyseerd en tijdsreparametrisatie-vergelijkingen afgeleid in termen van zogenaamde Schwarzian-afgeleiden. We hebben dit formalisme ook toegepast om een tweedimensionaal verdampend zwart gat te bestuderen. Onze bevindingen zijn gepubliceerd in het peer-reviewed tijdschrift JHEP als JHEP 1607 (2016) 139.
Ik ben de Francqui-Stichting zeer dankbaar voor de steun gedurende deze tijd, die erg belangrijk is geweest bij het opbouwen van mijn wetenschappelijke carrière.
Jérémy ODENT – Postdoctoral research in smart polymeric materials – UMons – naar Cornell University, College of engineering – Prof. E. P. Giannelis – Dynamic polymer systems, where specific bonds or interactions can selectively undergo reversible breaking and restoration under certain conditions have been the focus. We thereby developed organic-inorganic hybrids consisting of a soft polymeric canopy bound to a well-defined nanoparticle core by ionic interactions. The rapid exchange between the ionically modified nanoparticles and the polymeric canopy ultimately provides the opportunities for multi-responsive properties. Building on this ionic motif, we first showed that conventional, non-responsive PLA can endow shape-memory behavior by blending commercial PLA with imidazolium-terminated glassy PLA and rubbery P[CL-co-LA] oligomers and adding anionic silica nanoparticles (DOI: 10.1021/acs.macromol.7b00195). During the stay, we further extended the design to polymeric materials based on imidazolium-functionalized polyurethane canopy and ionic sulfonated silica nanoparticles (DOI: 10.1039/c7ta04101b). All in all, the ionic nanocomposites lead to a unique property profile that combines simultaneous improvements in stiffness, toughness and extensibility as well as return to the normal state after deformation including shape-memory and self-healing. Finally, the fabrication of large-scale 3D objects using stereolithography were addressed (DOI: 10.1002/adfm.201701807).
Maud QUINZIN – Postdoctoral research on conservation genomics and evolutionary biology – ULB – naar Yale University, Yale Institute for biospheric studies – Prof. A. Caccone
Neil SAAD – Postdoctoral research on infectious disease and vaccine epidemiology – UGent – naar Yale University, School of Public Health – Dr. Virginia Pitzer
Bram VANDEKERCKHOVE – Postdoctoral research on cognitive neuroscience of language processing – UA – naar Tufts University, Dept. of psychology – Prof. G. Kuperberg
2014-2015
Jana ASSELMAN – Postdoctoral research in Ecological and environmental genomics – UGent – naar University of Notre Dame, dept. of Biological Science – Prof. M. Pfrender – Het project spitste zich toe op de effecten van vervuiling en klimaatsverandering op de belangrijke zoetwatersoort de watervlo, Daphnia. Tijdens het verblijf, werden de effecten van verschillende types van stressoren (arseen, zout, cyanobacteriën,…) op populaties van verschillende watervlooiene bestudeerd. Watervlooien worden immers gebruikt als standaard soort bij ecologische risicoevaluaties van vele chemische stoffen. Binnen het project werd gebruik gemaakt van moleculaire methodes om de effecten van chemische en natuurlijke stressoren te bestuderen. Er werd specifiek gebruik gemaakt van sequencing om zowel naar genexpressie als naar epigenetische effecten te kijken. De resultaten tonen aan dat epigenetische mechanismen een belangrijke rol spelen in de respons van de watervlo in stressvolle en vervuilde omgevingen. De resultaten gaven ook nieuwe inzichten in de genoom en transcriptoom structuur van verschillende watervlo soorten. Dit verblijf leidde tot samenwerking met andere onderzoeksgroepen (Indiana University (USA), Birmingham University (UK) en verschillende publicaties in internationale wetenschappelijke tijdschriften (https://www.nature.com/articles/sdata201630 , https://academic.oup.com/gbe/article/8/4/1185/257410 http://www.g3journal.org/content/7/5/1405 )
Nele CALLEBAUT – Postdoctoral research in Theoretical physics : gauge-gravity duality – UGent – naar Princeton University, dept. of Physics: Joseph Henry laboratories – Prof. S. Gubser
Pieter COULIER – Postdoctoral research on the solution of large scale computing problems – KULeuven – naar Stanford University Mechanical and Engineering Dept. Prof. E. Darve
Pieter’s postdoctoraal onderzoek aan Stanford University spitste zich toe op de ontwikkeling van performante lineaire algebra algoritmen voor het oplossen van grootschalige computerproblemen. Talrijke numerieke methoden in de wetenschap en de ingenieurskunde leiden tot stelsels van lineaire vergelijkingen; traditionele oplossingsmethoden voor dergelijke stelsels vereisen echter een onaanvaardbaar hoge rekenkost voor grote problemen. Er is bijgevolg een sterke behoefte aan efficiëntere numerieke oplossingstechnieken, en de afgelopen 40 jaar werden heel wat inspanningen in dit domein geleverd. Tijdens zijn onderzoeksverblijf aan Stanford ontwikkelde Pieter één van de eerste methoden die een lineaire rekenkost garandeert en kon hij aantonen dat deze methode beter presteert dan de voornaamste bestaande technieken, voor een aantal relevante problemen. Deze nieuwe methode zal potentieel een grote impact hebben op verscheidene toepassingen waarbij het oplossen van stelsels van lineaire vergelijkingen de rekenkost domineert. Pieter’s verblijf aan Stanford was ook succesvol wat betreft het opzetten van interdisciplinaire samenwerkingen, zowel aan Stanford (Department of Aeronautics and Astronautics, Department of Chemical Engineering) als elders (Courant Institute of Mathematical Sciences at New York University, U.S. Army Research Laboratory, Lawrence Livermore National Laboratory, Nagoya University, University of Texas at Austin).
Benjamin DELATTE – Posdoctoral research in Epigenetic editing of the p16INK4A promotor – ULB – naar La Jolla Institute for Allergy & Immunology – Prof. A. Rao
Anne-Catherine HEUSKIN – Postdoctoral research on the Clustering model in cells exposed to HZE particles – FUNDP – naar UC Berkely, Cancer System Biology – Prof. S. Costes
De schatting van kankerrisico door de ruimtestraling is al decennia lang een voortdurende uitdaging. De meeste huidige epidemiologische kennis over de gevolgen van blootstelling aan ioniserende straling zijn gebaseerd op de gezondheid van atoombom slachtoffers die aan een acute gammastralen dosis in plaats van de kosmische hoge LET straling zijn blootgesteld. In het kader van deze postdoctoraal onderzoek, hebben we een formalisme behulp van cellulaire automaten ingevoerd ter model lange-termijn effecten van verschillende ioniserende straling op borst cellen. Dit legt het fundament voor een verder onderzocht naar de impact van chronische blootstelling aan lage doses, verschillen tussen de personen en meer complexe ruimtestraling scenario’s.
Audrey MAUDOUX (Landon Clay-Francqui Fellow) – Posdoctoral research on the Neuromodulation effect on tinnitus – ULg – naar Georgetown University, Medical Center – Prof. J. Rauschecker
Kim VAN LIEFFERINGE – Postdoctoral research in Classical archaeology – UGent – naar Stanford University, Archeology Center – Prof. I. Morris
Jiayun ZHOU – Postdoctoral research on integrated study of gas dynamics in sea ice – ULB – naar Duke University, division of Earth and Ocean Sciences – Prof. Nicolas Cassar
2013-2014
Klaas BENTEIN – Doctoraat Taalkunde – Ugent – naar University of Michigan – Dept. of classical studies – Prof. A. Verhoogt – Postdoctoral research in Papyrology, linguistics
Erlinde CORNELIS (Collen-Francqui Fellow) – Doctoraat “Two-sided messages for nonprofit communication” – UGent naar San Diego State University – Dept. of Marketing – D. Schwartz – Postdoctoral research in Health communication/Social marketing
Jan-Walter DE NEVE (Collen-Francqui Fellow) – Postdoctoral research in Immunology & infectious diseases – ULB – naar Harvard University – Graduate Studies – Public Health (M.P.H./Ph.D.) – Als Collen-Francqui Fellow, voltooide ik het Masters in Public Health (MPH) diploma aan de School of Public Health van Harvard University. Het MPH-programma is een intens, versneld programma van negen maanden, voornamelijk gericht op jonge artsen en andere medische professionelen. Het biedt de mogelijkheid om basis cursussen te nemen in de meeste gebieden van volksgezondheid, zoals biostatistiek, epidemiologie en maatschappij- en gedragswetenschappen; en een ‘practicum’ waar ik geleerde theorie en vaardigheden in de praktijk kon toepassen. De flexibiliteit van het programma stond me toe om aanvullende cursussen te nemen van persoonlijk belang, zoals in economie van de gezondheidszorg. In totaal nam ik ongeveer een dozijn klassen in de loop van het jaar. Binnen het MPH-programma, was mijn gekozen concentratie ‘Global Health and Population’. Dit gekozen gebied is vooral gericht op het verbeteren van de gezondheid van kansarme bevolkingsgroepen in de wereld. Daarnaast heeft het MPH-programma me toegelaten om een onderzoeks project verder te ontwikkelen, dat zich richt op het verband tussen formele scholing en de gezondheid van kansarme bevolkingsgroepen. In het bijzonder, onderzochten we het causale effect van middelbaar onderwijs op het risico van HIV-infectie in sub-Saharisch Afrika. De resultaten van dit project werden recent hier gepubliceerd: http://www.thelancet.com/journals/langlo/article/PIIS2214-109X(15)00087-X/fulltext
Simon DE RIJCK (Landon Clay-Francqui Fellow) – MS in de fysica en de sterrekunde – Ugent/Uppsala – naar University of Texas Austin – PhD in Elementary Particle Physics or Nuclear Physics
Bernard LANNAU (Collen-Francqui Fellow) – Master in geneeskunde – UGent – naar University of Pittsburgh School of Medicine – Dept. of Plastic surgery – Prof. P. Rubin – Postdoctoral research in Plastic surgery – lipofilling
Olivier SARTENAER – Doctorat en philosophie – UCLouvain/Cambridge – naar Columbia University – Dept. Of Philosophy – M.S. Quarato – Postdoctoral research in the Philosophy of science.
Tom SERCU – MS in Data science – Ugent/Stüttgart- vers NYU – MS in Computer science, focus on machine learning – Als Francqui Foundation Fellow studeerde ik van 2013 tot 2015 in the MS in Data Science aan New York University (NYU). Dit 2-jarig masterprogramma bood me de gelegenheid mij te specialiseren in mijn interessedomein « machine learning » (specifiek « deep learning ») via vakken en onderzoek. Ik werkte op een IARPA onderzoeksproject in spraakherkenning, Babel, een samenwerking tussen IBM Research en partner universiteiten. Mijn onderzoek werd begeleid door Yann LeCun, Silver Professor aan NYU en Director of AI Research bij Facebook. Dit werk resulteerde in mijn eerste paper, « Very Deep Multilingual Convolutional Neural Networks for LVCSR » (http://arxiv.org/abs/1509.08967), dat gepubliceerd wordt op de International Conference on Acoustics, Speech and Signal Processing (ICASSP). Ik studeerde in Mei 2015 af en startte in een onderzoekspositie bij IBM Watson, in het TJ Watson Research Center. Ik ben bijzonder dankbaar voor de financiele steun van de Francqui Foundation die het mogelijk maakte om mijn carriere als onderzoeker te starten.
Laurent SLITS (Collen-Francqui Fellow), Handelsingenieur, Master in Internationaal Management (CEMS) en Master in de Rechten – UCLouvain naar Columbia University – LL.M. in vennootschapsrecht, financieel recht en internationaal economisch recht. Tijdens het academiejaar 2013-2014 heeft Laurent een LL.M. (Master of Laws) behaald aan de Rechtsfaculteit van Columbia University in New York. Tijdens zijn studies aan Columbia heeft Laurent zich gespecialiseerd in vennootschapsrecht, financieel recht en internationaal economisch recht. Hij volgde vennootschapsrecht van Professor Milhaupt, Law and Finance Theories van Professor Pistor en Rechtsfilosofie van Professor Raz. Hij volgde ook cursussen Amerikaans verbintenissenrecht van Professor Thel, internationaal economisch recht van Professor Bradford en een seminarie over vraagstukken inzake wereldwijde hervorming van regelgeving met Professor Greene. Laurent heeft een onderzoekspaper geschreven gewijd aan de belangrijkste regelgevingskwesties in verband met Bitcoin, een virtuele valuta, waarin hij pleit voor een voorzichtige en gecoördineerde aanpak.
Lawrence VERHELST (Collen-Francqui Fellow) Master in de rechten – KULeuven – naar Harvard University – LL.M.
Jean-Charles WIJNANDTS – Master en sciences économiques – ULg – naar University of Pennsylvania – PhD in Economics
2012-2013
Eliran BOKSENBOJM (Collen-Francqui Fellow) – PhD Student in Theoretical Physics-Research in non-equilibrium Stastistical Mechanics – KULeuven – naar Harvard University – Dept. of applied Mathematics Prof. L. Mahadevan – Postdoc. Res.in Soft Matter Physics and Econophysics.
Aurelie BUFFIN – PhD « Food flow and stock management in an ant colony » – ULB – naar Arizona State University – Prof. S. Pratt – Postdoc. Res. on the cooperative transport in ants
Ludovic D’AURIA (Collen-Francqui Fellow) – PhD en sciences Biomédicales – UCLouvain – naar Harvard Medical School – Children’s Hospital Boston – Prof. Dr. W. Lencer – Postdoc. Res. on the sphingolipid roles in bacterial toxin invasion.
Sophie DELWAIDE – Master en droit privé – ULB – vers University of Chicago – LLM in Financial law
Jurgen GOOSSENS – PhD in Law – UGent – naar Yale University – LLM Public law (comparative) constitutional law
Karel GOOSSENS (Collen-Francqui Fellow) – Dr. in chemie – KULeuven – naar University of Texas – Austin – Prof. Bielawski – Postdoc. Res. in Chemistry : Graphene-based carbocatalysts and hybrid catalysts.
Robbe GORIS (Collen-Francqui Fellow) Doctor of Psychology – KULeuven – naar NYU – Center for Neural Science – Prof. A. Movshon – Postdoc. Res. on how the brain processes visual perception.
Delphine GRYNBERG – PhD en Sciences Pschologiques – UCLouvain – naar Michigan University – Research Center for Group Dynamics – Interdisciplinary program on empathy and altruism research – Prof. S. Konrath – Postdoc. Res. on the effect of closeness on empathy of pain
David OYEN (Collen-Francqui Fellow) PhD : Bio-ingineering in Chemistry – VUB – naar The Scripps Research Institute – Dept. of Molecular Biology – Prof. P. Wright – Postdoc. Res. on the role of Dynamics in Dihydrofolate reductase (DHFR) catalysis.
2011-2012
Géraldine BRICHANT (Francqui Collen Fellow) – Dr. in Biomedical Sciences – ULg – naar Yale University Dept.of Reproductive Endocrinology and Infertility – Prof. Taylor – Post-doc. res. on Endometriosis, a gynaecologic condition
Richard COPIN – Dr. in Immunology and Microbiology – FUNDP – naar NYU School of Medicine – Div. of infectious Diseases – Prof. J. Ernst – Postdoc. res. in Adaptive Immune System – Hostpathogen Relationship
Malika DEKKICHE – Doctorat en Langues et Littérature – ULg – naar University of Chicago – Prof. John E. Woods – Dept.of History, Near Eastern Languages and Civilizations – Post-doc. res. in Islamic Studies – War and diplomacy between Egypt and Iran in the XC century
Laurence DELLE VIGNE (Francqui Collen Fellow) – Doctoraat Geneeskunde – UCL – naar Scripps Research Institute – Prof. Brunhilde Felding-Habermann – Post-doc. res. in Obstetrics and Gynaecology
Thomas DERMINE – Bachelor in Political Sciences, Bachelor in Business Engineering, Master in Business Economics – *ULB *- to *Harvard University *John F. Kennedy School of Government – M. Sc. in Public Administration – General training on public decision-making process and tools. Graduate research at Harvard Mossavar-Rahmani Center for Business and Government on
the application of ‘social impact bonds’, innovative partnership mechanisms to fund and improve the efficiency of social services in continental Europe
Thomas MARICHAL (Francqui Collen Fellow) – Dr. en Médecine Vétérinaire – ULg – naar Stanford University – Medical Center, dept. of Pathology – Prof. Stephen Galli – Post-doc. res. in Immunology, whith special emphasis on innate immune cell biology and allergy
Anaïs PERILLEUX (Francqui Collen Fellow) – Dr. in Microfinance – UMons – naar Yale University Dept. of Economics – Prof. T. Guinnane – Postdoc. res. in Micro-economic analysis on lessons that can be learnt from history for financial cooperatives
Jordi QUOIDBACH (Francqui Collen Fellow) – Doctor in Spychological Sciences – ULg – naar Harvard Univesity Dept. of Psychology – Prof. D. Gilbert – Post-doc. res. in Hedonic Psychology
Cédric ROLIN – PhD en Sciences de l’ingénieur – UCL – naar University of Michigan – Optoelectronic Components and Materials – Prof. S. Forrest – Post-doc. res. in Material Sciences in the field of Organic Vapor Phase Deposition
Maarten VAN ACKER – Dr. in Engineering – on Infrastructure Design and Urbanization – KUL – naar Parsons School of Design Strategies in New-York – Dean Miodrag Mitrasinovic – Postdoc. res. on the threshold between urbanism, urbanization and infrastructure design
Dankzij de beurs mocht dr. Maarten Van Acker aan de Parsons School of Design Strategies in New-York verblijven. Onder supervisie van decaan Miodrag Mitrasinovic zette Maarten als postdoc. onderzoeker zijn studie verder naar het raakvlak tussen architectuur, stedenbouw en infrastructuurontwerp. Er werd onderzoek verricht naar de relatie tussen de stedenbouwkundige geschiedenis en de hedendaagse uitdagingen van het stedenbouwkundig ontwerp, de verstedelijking van New York en de Verenigde Staten in het algemeen. In het eerste semester gaf hij er ook gastcolleges genaamd Inclusive Urbanism: urban ecologies of Sunset Park aan het departement van de School of Design Strategies New York, in samenwerking met de Atlantis-projectpartners van de KULeuven, IUAV, TUEindhoven. In het tweede semester gaf Maarten gastcolleges over Theory of Urban Form aan Parsons the New School for Design, School of Constructed Environments, in de Master of Architecture Program. Tijdens dit jaar kon Maarten ook de voorbereidingen treffen tot de publieke publicatie van zijn doctoraatsproefschrift. “From Flux to Frame” wordt binnenkort gepubliceerd door zowel Leuven University Press als Cornell University Press. Maarten was ook regelmatig te gast aan The Graduate School of Architecture, Planning and Preservation van Columbia University als extern jurylid voor de masterproeven of tussentijdse studiopresentaties. Maarten kreeg ook een terugkerende rubriek in tijdschrift Ruimte, het vakblad van de Vereniging voor Ruimtelijke ordening en Planning. In deze artikels reflecteert hij over de Amerikaanse planningscultuur en over innovatieve stadsprojecten.
Barbara VINCK – Master English-latin – UGent – naar Columbia University – PhD in Latin
2010-2011
Thomas BITOUN (Landon T. Clay Fellow) – Docteur in Wiskunde – ULB – naar Massachusetts Institute of Technology (MIT) – Prof. R. Bezrukavnikov – Post-doc. res. in Mathematics
Thomas DECLERCK – Master in law – KUL – naar NYU – L.L.M. in international law, with particular emphasis on corporate social responsibility – Ik heb het voorrecht gehad te studeren aan New York University (NYU) van augustus 2010 tot mei 2011, met het oog op het behalen van een Master in International Legal Studies. Het behoeft weinig betoog dat studeren en leven in een stad als New York een buitengewone ervaring is geweest. Van in het begin droeg NYU mijn specifieke voorkeur, en dit omwille van haar uitstekende reputatie in internationaal recht en haar innovatieve aanpak in de studie er van. Door een voortdurende stimulatie van reflectie en debat, zowel onderling als met specialisten allerhande, heeft de instelling mijn perceptie—en mispercepties—van het vakgebied drastisch veranderd. Een buitengewoon breed aanbod aan mogelijkheden en activiteiten heeft mij de afgelopen 10 maanden blootgesteld aan culturen, ideeën en individuen die, tot op de dag van vandaag, het vanzelfsprekende blijven uitdagen. Via vakken zoals “The Law of International Organizations”, “Law and Practice of the United Nations”, “Constitutional Law of War and Foreign Affairs” and “International Trade Law: the Law of the WTO and NAFTA” verwierf ik een meer kritische blik op het internationaal recht, en begrijp ik haar armslag, beperkingen en mogelijke misbruiken zoveel beter, en dit in een hedendaagse—Amerikaanse en internationale—context. In enkele van deze vakken, zoals een buitengewoon seminarie over de Verenigde Naties, had ik het voorrecht te leren van de ervaring en inzichten van de meest vooraanstaande academici en diplomaten. Wat me het meest aantrok in NYU was de keuzevrijheid die de instelling aan haar studenten laat om hun eigen academisch programma vorm te geven. Dit heeft me toegelaten mijn studie in het internationaal recht aan te vullen met meer praktijkgerichte studie, zoals “Alternative Dispute Resolution” of “International Litigation”. In deze laatste had ik het voorrecht een simulatie te doorlopen van een juridisch geschil inzake internationale mensenrechten, samen met medestudenten uit iedere uithoek van de wereld en bijgestaan door internationale experten. Andere onderwerpen hebben me dan weer de inhoudelijke kennis bijgebracht van juridische disciplines die me voorheen onbekend waren, zoals “International Business Transactions” en “Admiralty Law”, of het recht en de praktijk van terrorisme bestrijding en preventieve detentie. NYU houdt er aan een universiteit in en van de stad te zijn, en in en van de wereld. In haar aanbod van een ongeëvenaard scala aan mogelijkheden in en buiten de universiteit, maakte de instelling het zoveel aangenamer en toegankelijker om te kunnen proeven van “the city that never sleeps”. Te leven in een bruisende stad met zo’n diverse en boeiende gemeenschap, is waarlijk uniek. Ik ben de Francqui Stichting bijzonder dankbaar mij de kans te hebben gegeven een onvergetelijk jaar te hebben beleefd, en ik ben trots mij vandaag een Francqui Fellow te mogen noemen.
Simon DE STERCKE – Master of Electromechanical Engineering – UGent – naar Yale University – School of Forestry é Environmental Studies – MS in the field of Energy and Environment
François JOURET – Dr. en Médecine, Chirurgie, Accouchement – UCL – naar Yale UniversityDept. of Cellular and Molecular Physiology – Prof. Caplan – Post-doc.res. in Cellular and Molecular Physiology – Nephrology
Veerle REUMERS – Dr. in Biomedische Wetenschappen – KUL – naar Massachusetts general Hospital – East – Prof. B. Human – Post-doc. res. in Medical Sciences
Daan STRUYVEN – Ingenieur de Gestion – ULB – naar Massachusetts Institute of Technology (MIT) – PhD in Economics – Als Francqui Fellow startte ik mijn PhD in economie aan MIT. Deze beurs heeft me toegelaten mijn economische kennis te verdiepen, inspirerende klasgenoten te ontmoeten en om aan onderzoeksprojecten (over de rol van de overheid in het managen van de solvabiliteit en liquiditeit van banken) te werken in de VS, Engeland, België en Duitsland. Het verwerven van gevorderde vaardigheden in micro- en macro-economie en econometrie vormt het hoofddoel van het 1e jaar. Bovenop deze algemene vakken volgde ik specialisatievakken in overheids-, internationale en gedragseconomie. In januari hielp ik Ricardo Caballero (de MIT Ford Professor of International Economics en Fellow van the American Academy of Arts and Sciences) met het onderzoek “Carry Trade & The Implied Volatility Puzzle”. In de lente ontdekte ik de uitzonderlijke beschikbaarheid en energie van de MIT- professoren om met studenten over onderzoek te praten. Na stimulerende gesprekken met Antoinette Schoar (De Michael Koerner ’49 Professor of Entrepreneurial Finance) and Michael Greenstone (de 3M Professor of Environmental Economics en ex-Chief Economist van Obama’s Council of Economic Advisers)lanceerde ik het project “Leverage & deadweight loss: Belgium’s allowance for corporate equity experiment.” Ik zou graag de welvaartskost, die regeringen veroorzaken door het fiscaal bevoordelen van schuldfinanciering, becijferen. Tijdens de zomer werkten François Koulischer (ULB) en ik aan het project “Central Bank Liquidity Auctions and Collateral Quality. Ivan Werning (de MIT Professor van macro-economie, geciteerd als 1 van de 8 beste jonge economen wereldwijd volgens the Economist) en Estelle Cantillon (FNRS Research Associate at ECARES) gidsen ons door het project. François en ik bestuderen of centrale banken onderpand van minder goede kwaliteit moeten aanvaarden bij het verlenen van liquiditeit aan banken. We bestuderen hoeveel onderpand en welke interestvoeten centrale banken dan best eisen. Om van de ervaring van Centrale Bank-experts gebruik te kunnen maken, verbleven François en ik aan Oxford University (met Prof. Paul Klemperer – de architect van de nieuwste liquiditeitsveiling van de Bank van Engeland) en ook in Frankfurt aan de Europese Centrale Bank.
Julie VAN BOGAERT – Doctor in de Taalkunde – UGent – naar UC Santa Barbara – Prof. Dr. Sandra Thompson – Post-doc. res. in Linguistics – Een jaar doorbrengen aan de University of California, Santa Barbara (UCSB) was een enorm stimulerende en verrijkende ervaring waaruit ik nog jarenlang inspiratie zal kunnen putten. Door deel te nemen aan doctoraatsseminaries en colloquia, en door van gedachten te wisselen met andere onderzoekers, professoren, en in het bijzonder Prof. Sandra Thompson, wiens werk al tijdens mijn doctoraat mijn wetenschappelijke visie vorm heeft gegeven, heb ik vele nieuwe inzichten, werkwijzen en ideeën opgedaan. Ik had mij geen betere onderzoeksomgeving kunnen wensen om aan mijn postdoctoraal project over evidentialiteit te werken dan UCSB, dat trouw aan het principe ‘eenheid in verscheidenheid’ enerzijds naadloos aansluit bij mijn eigen onderzoeksachtergrond, maar mij terzelfdertijd is blijven uitdagen met grensverleggende methodologieën en onderzoeksontwikkelingen.
Bart VAN DER SCHUEREN – Doctor of Medical Sciences – KUL – naar University of Columbia, New York Obesity Research Center, Prof. dr. B. Laferrère – Post-doc. res. in Medical Sciences – Endocrinology
Ben VAN ROMPUY – Doctor in Law – VUB – naar Georgetown University – Law Center – Post-doc. res. in the area of comparative US/EC antitrust law
2009-2010
Cécile ABRAMOWICZ – Master in de rechten – ULB naar Harvard University -L.L.M. in Business Law
Jacques BENATAR – Master in de wiskunde – VUB naar UCLA – PhD in Mathematics
Thien DANG-VU – Dr. in geneeskunde – ULg naar Harvard Medical School, Professor J. Ellenbogen – Post-doc.res. in Sleep and Sleep Medicine
Julie FAVRIL – Master in de rechten – KUL naar NY University – L.L.M in International Legal studies – Van Augustus 2009 tot Mei 2010 had ik de eer om te mogen studeren aan NYU School of Law, waar ik mijn LL.M. in International Legal Studies behaalde. Deze universiteit droeg mijn specifieke voorkeur, omwille van haar excellente reputatie op het vlak van internationaal recht. Ter kennismaking met het Common Law rechtssysteem en vooral de Socratische onderwijsmethode, werden we gedurende twee weken ondergedompeld in een cursus ‘Introduction to US Law’. Daarna kon ik me volledig verdiepen in een onuitputtelijk aanbod aan Europese en internationaalrechtelijke vakken. Doorheen het jaar volgde ik enorm interessante cursussen over ‘Humanitarian Law of Armed Conflicts’, ‘Public International Law’, ‘Human Rights’, ‘European Contract Law’ en ‘European Union Economic and Constitutional Law’, allemaal gedoceerd door de meest prominente autoriteiten in hun vakdomein. In het kader van de intensievere seminaries ‘Transitional Justice’ en ‘Law and Practice of the United Nations’, schreef ik bovendien twee papers, getiteld ‘Children’s right to remedies in post-conflict situations’ en ‘A six-prong evaluation of the Iraqi and Afghan sanction regimes’. Dankzij de flexibiliteit van het programma kon ik mijn gespecialiseerde LL.M. daarnaast aanvullen met algemene rechtsvakken, zoals ‘US Legal Methodology’ en ‘Alternative Dispute Resolution’, die mij beiden heel wat praktische kennis hebben opgeleverd. Ook buiten mijn verplichte vakkenprogramma nam ik deel aan de activiteiten van ‘Law Students for Human Rights’ en de ‘NYU Model United Nations Society’. In combinatie met NYU’s rijke aanbod aan extra-curriculaire activiteiten, en het culturele programma in ‘the city that never sleeps’, was dit niet alleen een buitengewoon leerrijke, maar ook unieke ervaring. Als afsluiter van dit onvergetelijke jaar zal ik de Belgische Permanente Vertegenwoordiging tot de Verenigde Naties versterken tijdens het Europese Voorzitterschap.
Koen HOORNAERT – Master in de rechten – UGent naar Georgetown University – L.L.M. in International Legal Studies
Simon KNAPEN – Master in de fysica – KUL naar Rutgers University – PhD in Theoretical High Energy Physics
Erik QUAEGHEBEUR – Burgerlijk Natuurkundig Ir. – UG naar Carnegie Mellon, University of Pittsburgh, Professor Teddy Seidenfeld – Post-doc. res. in the domains of uncertainty modeling, probability theory – Postdoctoraal onderzoeker werkzaam in onzekerheidsmodellering.
Mijn onderzoek richt zich op het ontwikkelen en gebruiken van theorieën voor onzekerheidsmodellering die expressiever zijn dan de klassiekewaarschijnlijkheidsrekening. Het doel is om procedures te ontwerpen dieimprecieze probabilistische gevolgtrekking en gedeeltelijke keuze inbeslisproblemen mogelijk maken in het geval dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om tot precieze besluiten te komen en unieke keuzes te maken. In de Vakgroep Filosofie van Carnegie Mellon heb ik mijn voordeel kunnen halen uit de uitgebreide ervaring van Teddy Seidenfeld in dit domein, alsook in de besliskunde en de grondslagen van de statistiek. De omgang met de andere leden van de vakgroep stelde me in staat verbanden te zien tussen mijn domein, sociale-keuzetheorie en formele kennistheorie. Tijdens mijn verblijf richtte mijn onderzoek zich op eindige karakteriseringen van coherentie voor onderprevisies (wat een artikel opleverde dat ik heb voorgesteld op de Uncertainty in Artificial Intelligence-conferentie), begeerlijkheid (wat uitmondde in een boekhoofdstuk), toestandsclassificatie voor imprecieze Marovketens en volledig monotone buitenbenaderingen van onderprevisies. Verdere professionele activiteiten omvatten mijn taken als secretaris van de Society for Imprecise Probability: Theories and Applications en de mede-organisatie van een workshop aan Columbia University, New York City. Ik heb een postdoctoraal onderzoeksmandaat aan de Universiteit Gent verworven dat ingaat op 1 oktober 2010.
Joris VANDENDRIESSCHE – Master in moderne geschiedenis – KUL naar University of Minnesota – MA in History of Science and Medecine – Hij studeerde een academiejaar aan de University of Minnesota in het departement History of Science, Medicine, and Technology en volgde er verscheidene onderzoeksseminaries, ondermeer over onderzoeksmethoden in de wetenschapsgeschiedenis (prof. Sally Gregory Kohlstedt), over vroeg-moderne geneeskunde (prof. Jole Shackelford) en over de negentiende-eeuwse ontwikkeling van bacteriologische ideeën (prof. Susan Jones). Tijdens het studieverblijf presenteerde hij ook zijn onderzoek op de Midwest Junto voor de History of Science in Norman, Oklahoma, en nam hij deel aan de jaarlijkse bijeenkomst van de American Association for the History of Medicine (AAHM) in Rochester, Minnesota. Voor zijn master’s thesis, onder begeleiding van prof. Jennifer Gunn, deed hij onderzoek naar de manuscripten van de Franse chirurg Antoine Pamard (1763-1827) die bewaard worden in de Wangensteen Library in Minneapolis. De studie richtte zich op de constructie van professionele identiteit in de geleerde cultuur van de vroege negentiende eeuw. In oktober 2010 start hij een doctoraatsopleiding als aspirant van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) aan de Katholieke Universiteit Leuven onder begeleiding van prof. Kaat Wils. Het doctoraatsproject richt zich op het negentiende-eeuwse medisch onderzoek in de grote steden en bestudeert de wetenschappelijke praktijken en stedelijke inbedding van medische genootschappen in België tussen 1830 en 1914.
Olivier van der HAEGEN (Landon T. Clay Fellow) – Licenciaat in de Rechten – FUSL/UCL – naar University of Chicago – L.L.M. in International and Corporate law – He spent the academic year 2009-2010 at the University of Chicago, where he obtained the degree of Masters of Laws (LL.M.). Unlike most law schools in the US, the University of Chicago Law School does not offer specialized LL.M. programs in particular fields of law. The class of foreign students is rather small, and each of them is invited to choose courses in the wide curriculum offered to American law students, allowing a tailor-made and individualized academic experience. Olivier studied the federal regulation of securities, took classes on corporate control, business transactions, and followed a seminar on international financial regulation and legal aspects of the financial crisis (the latter was given by Kenneth Dam, former Deputy Secretary of the US Treasury). He completed this education by taking courses related to both litigation and legal theory. He was introduced to the theory and practice of American class actions, he wrote a research paper in the field of international commercial arbitration, and he interested himself in Anglo-Saxon jurisprudence (taught, amongst others, by Franco-American professor Bernard Harcourt). He is a trainee at the Brussels Bar and works for the litigation and arbitration department of Linklaters in Brussels.
Vincent WENS – PhD in Theoretical Physics – ULB naar Princeton University – Group of Theoretical Physics – Professor C. Callan – Mijn onderzoek richt zich op bepaalde theoretische en wiskundige aspecten van de kwantum ijktheorieën, die van cruciaal belang zijn, niet alleen in deeltjesfysica, maar eveneens in de snaartheorieën en de zuivere wiskunde. Deze relaties bieden krachtige perspectieven en methodes om deze domeinen te analyseren, en vormen daarom een belangrijk onderzoekrichting in de theoretische natuurkunde. Mijn eigen onderzoeken die dit jaar werden uitgevoerd richten zich op de veralgemening van de microscopische benadering voor supersymmetrische ijktheorieën, wat ontwikkeld werd in mijn doctorale thesis met F. Ferrari. Het betreft een benadering op basis van supersymmetrie, lokalisatie en calculus van instantons (methodes die hun origine vond in – en geinspireerd werd door – de verbanden met wiskunde) voor de exacte berekening van bepaalde padintegralen. Deze formalisme laat exacte resultaten in supersymmetrische ijktheorieën te bewijzen (rekening houdend van niet-perturbatieve en sterke koppeling effecten), en de dualiteit met snaartheorie in sommige gevallen te verantwoorden.
2008-2009
Lena DE MOL – Licenciate in Taal en Letterkunde – UG naar University at Buffalo, State University of New York – PhD in Linguistics
Leslie HERMAN – Licenciate Chemische Wetenschappen – ULB naar University of Wisconsin Post-doc. research in ultrafast Chemistry, in the field of the dynamics of chemical reactions in the femtoseconod time domain. Het postdoctoraal verblijf aan de Universiteit van Wisconsin-Madison, waar de winter al even vermaard is als het onderzoek, heeft mij toegelaten het laboratorium van Professor F. Fleming Crim te vervoegen. Ik was er betrokken in het fundamenteel onderzoek naar de dynamiek van verbindingen zoals stilbene of andere fotochromische moleculen. Deze vormen effectief uitnemende modellen in de ontwikkeling van « moleculaire machines ». De femtoseconde laser spectroscopie laat hier toe om fundamentele informatie te bekomen over de dynamiek van deze moleculen op een zeer korte tijdsschaal dankzij een experimenteel dispositief « drie stralen » wat bestaat uit respectievelijk een laser infrarode pulse, een ultraviolette of zichtbare pulse en uiteindelijk een continuum. Deze ervaring, ViMP genoemd, « Vibrationally Mediated Photoizomerisation », en voor de eerste keer uitgevoerd in vloeibare fase, kan leiden tot eventuele controle van de selectieve vibrationele opwekking van een link op de dynamiek van de opgewekte staat van de moleculen in oplossing.
Jean-Philippe LANSBERG – Doctor in de Exacte Wetenschappen – ULg naar Stanford University, SLAC Stanford Linear Accelarator Center – Post-doc.research in Particle Physics
Julien MARNEFFE – Licenciaat in de Rechten – UCL naar Georgetown University MA. or PhD in Conflict Resolution
Vincent MERCKX – Doctor in Biologie – KUL naar UC of Berkeley – Burns Lab. – Post.doc. research in the Molecular Ecology of Mycorrhiza and mycoheterotrophic plants
Nathalie RYCKAERT – Licenciate in de Rechten – UCL naar New York University – L.L.M. in Corporate law and Corporate governance.
An SAVEYN – Bio Ingenieur in de Landbouwkunde – UG naar UC Berkeley, Center for Stable Isotope Biogeochemistry – Post-doc. research in Physiological plant ecology
Elke VANDENDRIESSCHE – Licenciate in de Rechten – UG naar University of Chicago – L.L.M. in Corporate and Financial Market Law
Pieter VANHOVE – Licentiaat in de Taal- en Letterkunde : Romaanse Talen – KUL naarColumbia University in the City of New York – M.A. Italian – Op 20 mei 2009 behaalde Pieter Vanhove zijn Master of Arts in de Italiaanse literatuurstudie aan Columbia University. Hij volgde er ondermeer een intensieve, over de duur van het academiejaar gespreide lectura Dantis met Professor T. Barolini, een cursus creative writing in het Italiaans met dichter en literatuurcriticus P. Valesio alsook een theoretisch seminarie van de wereldvermaarde onderzoeker A. Compagnon (huidige leerstoel literatuur aan het Collège de France). Na het behalen van zijn diploma vatte hij zijn stage aan bij schrijfster en journaliste Nina Burleigh van de Columbia School of Journalism. Momenteel werkt hij samen met haar aan een boekpublicatie rond een ophefmakend Italiaans moordonderzoek. In oktober 2009 begint hij aan zijn doctoraat over het theater van Pier Paolo Pasolini als aspirant van het FWO. Hij onderzoekt de mogelijkheid van een zogenaamde “co-tutelle de thèse” tussen Columbia en de KULeuven.
Alexandre ZENON – PhD in Medicine-Lab. of Neurophysiology – UCL naar Salk Institute for Biological studies, San Diego – Post-doc. research in Neurosciences
2007-2008
Marco BENATAR – Licenciaat in de Rechten – VUB naar New York University, School of Law – Publiek Internationaal Recht – Gedurende het academiejaar 2007-2008, volgde hij er een postgraduaat in het international recht (“LL.M. in International Legal Studies”). Tijdens zijn studieverblijf heeft hij zich voornamelijk toegespitst op het internationaal publiekrecht en rechtstheorie. Tijdens het eerste semester heeft hij twee vakken gevolgd, de eerste was een inleiding tot het internationaal monetair recht gedoceerd door een Zwitserse gastonderzoeker, Professor Mario Giovanoli en de tweede, onderwezen door Professor Frank Upham, onderzocht het verband tussen het recht en het bevorderen van ontwikkeling in de derde wereld. Naast hoorcolleges, heeft hij hem ingeschreven voor twee seminaries. In “Recourse to Force in International Law”, geleid door twee faculteitsleden, Professor Thomas Franck en Professor Miriam Sapiro, namen we het vraagstuk van interstatelijk geweld onder de loep en de rol die internationale normen spelen in dat verband. Daarenboven schreef hij een verhandeling waarin hij de legaliteit van computer aanvallen analyseerde. “Chinese Attitudes toward International Law” georganiseerd door Professor Jerome Cohen gaf hij de kans om een vergelijking te maken tussen Westerse en Chinese benaderingen van het volkenrecht. Zijn paper besprak het conflict tussen China en Taiwan en de mogelijkheden tot vreedzame geschillenbeslechting. In het tweede semester volgde hij een cursus van Professor Liam Murphy waarin de studenten 8 klassieke werken lazen en bespraken van de moderne morele en politieke filosofie, gaande van Hobbes tot Nagel. Zijn studies in het theoretische werden verder aangevuld met een lessenreeks gedoceerd door Professor Jeremy Waldron omtrent het begrip “de Rechtsstaat”. Met betrekking tot het volkenrecht, heeft hij een algemene en uitgebreide cursus gevolgd van Professor Benedict Kingsbury dat tot doel had technieken aan te leren om het internationaal recht kritisch te kunnen ontleden en toe te passen in de praktijk. Overigens nam hij deel aan een seminarie onder leiding van Professor Santiago Villalpando dat focuste op het belang, de samenstelling en het werk van de VN Internationale Rechtscommissie te Geneve. Hiervoor schreef hij een scriptie betreffende de juridische gevolgen die gewapende conflicten hebben op verdragen. Hij was overigens betrokken bij verscheidene extracurriculaire initiatieven. In het kader van de “Research Associateship Program” werd hij verbonden aan Professor David Golove. Dit programma biedt studenten de kans om op een betekenisvolle wijze samen te werken met een lid van de rechtsfaculteit en inzicht te verwerven in de academische wereld. Daarnaast werkte hij als redactielid van de “NYU Journal of International Law & Politics”, een juridisch tijdschrift beheerd door studenten en gewijd aan een wijde gamma onderwerpen in het internationaal privaat en publiekrecht. Tot slot, hielp hij in het op punt stellen van de tweede editie van de “NYU Guide to Foreign and International Legal Citation” in de hoedanigheid van medeverantwoordelijke voor Europees recht.
Ann Sofie CLOOTS – Licentiate in de Rechten – KUL naar Columbia University (New York) Rechtenfaculteit – Dit studieverblijf heeft haar de gelegenheid gegeven om een LL.M (Master in de Rechten) te volgen. Dit éénjarig programma heeft haar toegelaten om te specialiseren in het rechtsdomein van Internationaal Recht en Mensenrechten, een gebied waarin zij later hoopt te doctoreren. Tijdens haar studies aan Columbia heeft zij een wijde gamma van vakken kunnen volgen in diverse subdomeinen van Internationaal Recht. Gedurende het eerste semester heeft zij de volgende vakken kunnen volgen : Global Constitutionalism, gedoceerd door Professor Michael Doyle, die nog Onder-Secretaris Generaal van de Verenigde Naties is geweest; United Nations Peacekeeping, van Professor Roy Lee, die o.a. Secretaris van de Conferentie van Rome voor het Internationaal Strafhof is geweest; Transitional Justice bij Professor Graeme Simpson, verbonden aan het International Center for Transitional Justice, gevestigd in New York; en ten slotte een Colloquium georganiseerd door Professor George Fletcher, met een waaier van befaamde sprekers, onder andere Professor Antonio Cassese. De tweede semester volgt zij het vak Global Governance, van Professor José Alvarez; het seminarie Transnational Business and Human Rights van Professor Ewing, the seminarie Globalization and Human Rights van de Belgisch Professor Olivier De Schutter, die benoemd is tot Speciaal Rapporteur van de Verenigde Naties voor het Recht op Voedsel. Daarnaast is zij lid van de Human Rights Clinic van Professor Peter Rosenblum, waarvoor zij werkt op projecten in de Democratische Republiek Congo. Eén van deze projecten bestaat erin de Congolese overheid te adviseren in hun heronderhandelingen van mijningscontracten, in de hoop er voor te zorgen dat de inkomsten van de natuurlijke rijkdommen meer naar het Congolese volk stromen. Zij werkt ook als Onderzoek Assistente voor Professor Lee. Daarnaast is zij lid van het Graduation Committee, de Class Gift Committee, en van de studentenvereniging Columbia International Law Society.
Liesbeth DE BLEEKER – Licentiate Romaanse Talen-en Letterkunde – KUL naar New York University
Bruno FORMENT – Licenciaat Kunstwetenschappen – UG naar Thornton School of Music van de University of Southern California – Los Angeles. Van oktober 2007 tot en met september 2008, als postdoctoraal onderzoeker zet hij er zijn ontdekkingstocht verder naar de opera seria, het voornaamste Italiaanse operagenre uit de achttiende eeuw. Allereerst herziet hij zijn doctorale dissertatie ‘La terra, il cielo e l’inferno.’ The representation and reception of Greco-Roman mythology in opera seria (Universiteit Gent, 2007) voor publicaties (o.m. artikel voor Rivista italiana di musicologia, 2008; hoofdstuk in Ancient Drama in Music for the Modern Stage, Oxford UP, 2009)en voordrachten (in New York, Portland en Los Angeles). Daarnaast legt hij de basis voor een studie naar de rol van het geheugen bij de productie en receptie van Niccolò Jommelli’s vroege opera’s (ca. 1740-57). Zijn werk werd recent bekroond vanwege de American Society for Eighteenth-Century Studies en het tijdschrift Goldberg Early Music. Bruno Forment wordt tevens ondersteund als Fulbright-Hays Fellow van de Commission for Educational Exchange between the USA, Belgium, and Luxembourg.
François GERARD – Lic. in de Economische Wetenschappen – UCL naar University of California, Berkeley, Department of Economics – Hij neemt deel aan het doctoraatsprogramma in economie. Het eerste jaar van dit programma omvat hoofdzakelijk het verdiepen van de economische kennis en het verwerven van mathematische en statistische technieken. Dit zal de doctoranten helpen bij het verrichten van eigen onderzoek in de toekomst. Nochtans heeft hij naast het volgen van lessen ook een goed contact met de Professoren van de faculteit kunnen opbouwen. Met de hulp van Professor George Akerlof (Nobelprijs 2001) heeft hij reeds zijn thesisonderwerp in Psychologische Economie kunnen bepalen. De titel luidt: « Contribution to the micro-foundations of the decision making process for environmental issues: social norms and procrastination », en is deels gebaseerd op het werk van Professor Matthew Rabin (Clark Medalist).Het basisidee is om daarin een aantal psychologische en sociale dimensies van de economische theorieën – die te vaak genegeerd worden in de economie-,toegepast op milieukwesties, te belichten. Daarenboven heeft hij zich, in het kader van het vak Economische Geschiedenis, toegelegd op de studie van fiscale competitie tussen Europese landen. De focus daarbij lag vooral op een diepgaand onderzoek naar de plotse verlaging van de tarieven in de jaren ’80. Bovendien heeft hij in dit eerste jaar het genoegen gehad om Professor Edward Miguel, een uitermate inspirerend en gepassioneerd Professor in Ontwikkelingseconomie (en lid van het Poverty Action Lab) en Politieke Economie, te mogen ontmoeten. Het geeft hem dan ook veel voldoening om deze zomer in Kenia en volgend jaar in Berkeley als research assistant voor hem te kunnen werken.
Filip OOSTERLINCK – Burg. Scheikunde Ir. – KUL naar Yale University Department History of Medecine and Science – Tijdens zijn verblijf (augustus 2007 – juni 2008), heeft hij een éénjarige Master gedaan in de History of Science and Medicine. Vooraleer hij naar de VS kwam, heeft hij een PhD in Chemical Engineering en een kandidatuursdiploma in Geschiedenis behaald. Hij heeft tevens gewerkt in het Material Science Center van DSM, een wereldwijde speler in performance materials. Gedurende die tijd, was hij geïnteresseerd geraakt in de manier waarop wetenschapsbeleid en de ruimere socio-economische context (bv. de huidige trend naar milieubewustzijn) mee bepalen welke wetenschap er ontwikkeld wordt. Om deze trends beter te begrijpen wilde hij zich verdiepen in de geschiedenis van de wetenschap. Op dit moment werk hij aan een paper over de ‘geschiedenis van wetenschapsbeleid in de USA’ en een master thesis over de ‘geschiedenis van Green Chemistry’.
Nicholas SERGEANT – Burg. Elektrotechniek Ir. – KUL naar University of Stanford for a PhD in Nanotechnology
Michiel VANHOUTTE – Burgerlijk Natuurkundig Ingenieur – UG naar Massachusetts Institute of Technology (MIT), Dept. of Materials Science and Engineering – In september 2007 aanvatte hij een doctoraat « Materials Science and Engineering ». In het kader van dit programma volgt hij de optie « Elektronische, Fotonische en Magnetische Materialen ». Deze opleiding bestudeert het design en de fabricatie van nieuwe materialen en systemen uitgaande van het begrip en de controle over de elektronische, magnetische en optische eigenschappen van de materialen, hun micro- en nanostructuur en hun vervaardigingsmethodes. Dit programme leidt tot een doctoraat na gemiddeld 5 jaar. Hij werkt in de Electronic Materials Research Group (EMAT) die geleid wordt door Professor Lionel C. Kimerling. EMAT focust zich op silicium-gebaseerde microfotonica, een technologie die integratie van eletronische en optische systemen bestudeert met het oog op toepassingen in telecommunicatie, informatietechnologie en beeldverwerking. Het voorbije jaar werkte hij mee aan het ontwerp van een silicium-gebaseerde laser.
Bart VAN WASSENHOVE – Licenciaat Geschiedenis – UG naar University of Chicago, Classics Department. Sinds september 2007 is hij actief als doctoraatsstudent waar hij participeert in het interdisciplinair ‘Program in the Ancient Mediterranean World’, dat onderzoek in de geschiedenis, literatuur, kunst en filosofie van de oudheid combineert. Op dit ogenblik gaat al zijn aandacht naar het vervullen van de cursus-en onderzoeksvereisten met het oog op het behalen van zijn Master graad. Onder zijn cursussen en onderzoeksseminaries kan hij reeds vermelden: ‘Roman Stoicism’, ‘State and Subject in the Roman Empire’, ‘Herodotus book V’, ‘Survey of Greek Literature: Prose’ en ‘Boethius’. Verder is hij in december vorig jaar zijn onderzoekspaper voor het vak ‘Roman Stoicism’, met als titel ‘Shameful Grief: Emotional Rhetoric in Senecan consolation’ gepresenteerd op een congres in London met als werktitel ‘Acts of Consolation: Approaches to Loss and Sorrow from Cicero to Shakespeare’. Een herwerking van dit werkstuk verschijnt normaalgezien volgend jaar in de verzamelbundel naar aanleiding van dit congres.
Eva WUYTS – Burg. Natuurkundig Ir. optie toegepaste natuurkunde – UG naar University of Chicago for MS-PhD in Astronomy
2006-2007
Isolde BELIEN – Lic. Geologie, optie bekkendynamica – UG naar University of Oregon, Department of Geological Sciences Volcanology lab. of Prof. Katharine Cashman – De ‘Fellowship’ van de Francqui Stichting heeft de aanvang van een doctoraat in de vulkanologie mogelijk gemaakt. Zij bestudeert vloeistofdynamica van vulkanische systemen onder leiding van Prof. Katharine Cashman, die bekend staat als één van de top vulkanologen wereldwijd. Haar onderzoek spitst zich toe op de fysische interacties tussen de vaste, vloeibare en gas fase in magma, en hoe deze interacties de beweging van magma in de vulkaanpijp en de explosiviteit van de uitbarsting beïnvloeden. Met dit onderzoek heeft zij nu reeds, voor het einde van het tweede jaar van haar doctoraat, een uitgenodigde presentatie gekregen op een internationale conferentie. Haar onderzoek heeft ook reeds gezorgd voor de opstarting van een interuniversitaire samenwerking, en vind interesse bij onderzoekers zowel in vulkanologie als wiskundige modellering.
Koen DE TEMMERMAN – Licentiaat Taal- & Letterkunde : Latijn & Grieks – UG naar Stanford University, Department of Classics (oktober 2006 – september 2007). De narratologische, retorische en fysiognomische constructie van personageopbouw in antieke fictie en biografie.
Grégory DRIESSENS – Licenciaat Biomedische wetenschappen – ULB naar Ben may Institute – University of Chicago
Pieter EVERAERTS – Burg. Natuurkundig Ir. – UG naar Massachusetts Institute of Technology
Sofie POLLIN – Burg. Ir. Elektrotechniek – KUL naar het Connectivity Lab van Professor Ahmad Bahai, in het EECS departement van de University of California at Berkeley. In deze periode heeft zij onderzoek verricht als post-doctoraal onderzoeker in advanced spectrum sharing and wireless communication. Als post-doctoraal onderzoeker stond zij vooral in voor de begeleiding van doctoraats-studenten die werken op zowel de fysische als protocol lagen voor toekomstige draadloze systemen. Momenteel is zij post-doctoral researcher in UC Berkeley en senior researcher in IMEC, Belgie.
Patrick REYNAERT – Burgerlijk Ir. Elektrotechniek – KUL ging naar het Berkeley Wireless Research Center, een onderzoekseenheid van het EE department van de University of California at Berkeley, van augustus 2007 tot juni 2008. Gedurende deze periode heeft hij, bij de groep van Prof. Ali Niknejad, onderzoek verricht naar analoge elektronische geïntegreerde schakelingen voor 60GHz, een belangrijke frequentieband voor toekomstige draadloze communicatie systemen. Meer specifiek werd er een 60GHz differentiële vermogenversterker ontwikkeld in een 90nm CMOS technologie. In vergelijking met andere gepubliceerde 60GHz CMOS vermogenversterkers, behaald de gerealiseerde versterker een hoger uitgangsvermogen (+12dBm) en werkt op de laagste voedingsspanning (1V). Door het gebruik van geïntegreerde transformatoren werd de benodigde chip-oppervlakte geminimaliseerd. De chip werd in februari 2008 voorgesteld op de gerenommeerde International Solid-State Circuits Conference in San Francisco. Momenteel is hij aangesteld als docent aan de Katholieke Universiteit Leuven. Binnen de onderzoeksgroep MICAS van het departement elektrotechniek (ESAT) voert hij onderzoek naar analoge geïntegreerde schakelingen voor mm-golf toepassingen en RF vermogenversterkers.
Hans SAVEYN – Doctor in de Toegepaste Biologische Wetenschappen – UG naar Delaware University – Adsorptie- en desorptiekinetiek van kationische polymeren aan slib. Kationische synthetische polymeren worden op grote schaal gebruikt voor het conditioneren van slib afkomstig uit de behandeling van communaal en industrieel afvalwater, voorafgaand aan het mechanisch ontwateren. Een belangrijke klasse van deze polymeren, gebaseerd op copolymeren van acrylamide en gequaterniseerd dimethylaminoethylacrylaat (DMAEA-Q), is gekend voor haar gevoeligheid voor hydrolyse, waarbij cholinechloride wordt vrijgesteld. De adsorptie- en desorptiekinetiek van polymeer werd opgevolgd in een uitgebreide studie op basis van een modelslib, samen met de evolutie in fysico-chemische kenmerken en het ontwatergedrag van het slib. De resultaten van deze studie suggereerden dat de hydrolyse van het geadsorbeerde polymeer aanvankelijk extra adsorptie van polymeer vanuit de oplossing bevordert, waardoor de vloknetwerksterkte en filtreerbaarheid verbetert. Uiteindelijk leidt de hydrolyse van het geadsorbeerde polymeer echter tot het verzwakken van de netwerksterkte van de slibvlokken en een steeds verslechterende filtreerbaarheid.
Ellen SIMON – Licentiate in Germaanse Talen – UG naar Linguistics Department van de University of Massachusetts (UMass), Amherst
Lieven VANDERVEKEN – Arts – KUL
VERBEKE Demmy – Lic. in de Taal- en Letterkunde : Latijn en Grieks –KUL naar Harvard University Department of History
2005-2006
Christian BEHRENT – Licenciaat in de Rechten – ULg naar Yale University
Annekatrien LENAERTS – Licentiate in de Rechten – FUNDP naar Harvard Law School van september 2005 tot juni 2006 in het kader van een LL.M. programma. De eerste helft van haar verblijf concentreerde zij zich op Amerikaans grondwettelijk recht (professor M. Klarman), in het bijzonder op de verschilpunten tussen het Amerikaans model van federalisme en het Europese Unie model van federalisme. Daarnaast volgde zij een inleiding tot het Amerikaans rechtssysteem (professor P. Murray) en Amerikaanse rechtsfilosofie (professor David Kennedy). Tijdens de tweede helft van haar verblijf legde zij zich toe op internationaal recht (professor O. Hathaway), WTO-recht (professor J. Scott), en vragen van rechtsvergelijking (professor Duncan Kennedy). Vermits deze materie volgens de ‘case law method’ benaderd werd, waarbij ‘policy argumentation’ centraal stond, vormde dit programma niet alleen op inhoudelijk vlak, maar ook wat de methode van analyse betreft, een grote meerwaarde. Annekatrien maakte deel uit van een klas van ongeveer 170 LL.M. studenten, die een 60-tal verschillende nationaliteiten vertegenwoordigden. Zij volgde alle lessen samen met Amerikaanse rechtenstudenten. Deze multiculturele omgeving was zeer verrijkend. Het Europese motto ‘eenheid in verscheidenheid’ is hier toepasselijk: ondanks de culturele verscheidenheid heerste er een sfeer van verbondenheid tussen de studenten, die een internationale gemeenschap vormden.
An PAENHUYSEN – Licenciate in Geschiedenis – KUL naar UC Berkeley
Min REUCHAMPS – Licenciaat Politieke Wetenschappen – ULg naar Boston University in september 2005 is hij gestart met een Master’s of Arts programma in politieke wetenschappen.Hijheeft acht doctoraatseminaries over politieke wetenschappen gevolgd die hem geschonken waren door de Graduate School of Arts and Sciences. In Oktober 2006, is hij geslaagd in de comprehensive exams over Comparative Politics, Political Theory en European Integration. Tijdens zijn verblijf in Boston,heeft hij twee artikels voorgelegd voor publicatie in wetenschappelijke bladen. Het eerste artikel, “La parité linguistique au sein du conseil des Ministres”, werd voorgelegd aan het belgisch blad Res Publica. Deze tekst is een herziene versie van zijn eindwerk. Het tweede artikel handelt over de gacaca in Rwanda en werd voorgelegd aan het internationale blad Human Rights Quarterly. De titel is “What Justice for Rwanda? Gacaca versus Truth Commission?” Een derde artikel onderzoekt de relatie tussen het referendum en de Europese identiteit, “Referendum as a tool for Building European Identity. The case of Belgium, Luxembourg, and the Netherlands,” zal binnenkort voorgelegd worden aan het elektronische blad European Integration Online Papers. Sinds oktober 2006 is Min Aspirant van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek in het departement van politieke wetenschappen van de Universiteit te Luik waar hij een thesis voorbereidt dat de Belgische, Canadadese en Zuid-Afrikaanse federaties met elkaar vergelijkt.
Bernard SWARTENBROEKX – Licenciaat Economische, Sociale, Politieke Wetenschappen UCL naar Harvard University (L.L.M.) tijdens het acdemisch jaar 2005-2006. Hij heeft er een master in law verkregen aan de faculteit rechtsgeleerdheid om op die manier zijn opleiding in recht, economische wetenschappen en ethiek, eerder verkregen aan de Université catholique de Louvain (U.C.L.). Hij is in de V.S. verbleven tussen 15 augustus 2005 en 4 juli 2006. Het academisch jaar begon op 22 augustus 2005 and eindigde op 8 juni 2006. Hij heeft er de volgende cursussen gevolgd: internationaal economische recht (Prof. D. Tarullo), amerikaanse juridische theorie (Prof. D. Kennedy), vennootschapsrecht (Prof. J. Hanson) en eigendomsrecht (Prof. W. Fisher), politieke economie (Prof. S. Berger en M. Piore), economische sociologie (Prof. F. Dobbin) en filosofie van de sociale wetenschappen (Prof. C. Jolls en A. Sen). Hij heeft bovendien een onderzoekspapier geschreven under de leiding van Prof. D. Kennedy over de verschillende institutionele begrippen van marketfenomenen en van de verbindingen tussen recht en economie in de Amerikaanse intellectuele geschiedenis. Het master curriculum heeft hem geholpen om een thesis project voor te bereiden en om zo aanvaard te worden voor een doctoraat in het recht programma van Harvard en een aspirantenmandaat van de Fonds National de la Recherche Scientifique (F.N.R.S.) te verkrijgen. Zodanig kan hij een onderzoeksloopbaan volgen.
Matthias TROFFAES – Natuurkundig Ir. – UG naar Carnegie Mellon University
Cedric VOLANTI – Licentiaat Dieren Biologische Wetenschappen – ULg naar Harvard University
Kris VAN DEN BOGAERT – Licenciate in Biomedische Wetenschappen – UA naar Stem Cell Institute van de University of Minnesota van 1 juni 2005 tot 10 december 2005. Tijdens dit verblijf deed zij onderzoek in het kader van een reeds bestaand project dat gentherapie toepassingen bestudeert gebruik makend van Multipotente Adulte Progenitorcellen (MAPCs). Daar zij nog geen ervaring had met MAPCs startte zij met een trainingsessie om alle technieken aan te leren die vereist zijn voor de isolatie van MAPCs uit het beenmerg van muizen, het cultiveren van de MAPC cellijnen en de differentiatie van MAPCs naar mesodermale, endodermale en neuroectodermale celtypes. Na deze opleiding vatte zij het MAPC-gebaseerde gentherapie onderzoek aan. De specifieke doelstellingen van deze studie zijn: (I) In vitro correctie van het FANCC (Fanconi Anemie C) gen door homologe recombinatie in MAPCs geisoleerd van een FANCC knock-out muis; (II) Transplantatie van de gecorrigeerde cellen in de FANCC knock-out muis; (III) Isolatie van MAPCs uit het beenmerg van humane FANCC patienten en in vitro correctie door homologe recombinatie. Vooraleer na te gaan of de genetisch gecorrigeerde MAPCs na transplantatie zullen bijdragen tot het hematopoietisch systeem in de FANCC-/- muis, heeft zij getest of dit mogelijk is met wild-type MAPCs. Wild-type MAPCs afkomstig van een GFP-transgene muis heeft zij geinjecteerd in sublethaal bestraalde FANCC-/- muizen. Acht tot 10 weken na transplantatie analyseerde zij het percentage GFP+ CD45+ cellen in het beenmerg van deze muizen afkomstig van de donor. Om de bekomen percentages te verhogen heeft zij gewerkt aan een verdere optimalisatie van de experimentele condities. Deze resultaten vormen de basis voor verdere transplantatie-experimenten met ex vivo genetisch gecorrigeerde FANCC-/- MAPCs in FANCC-/- muizen, een project dat zij sinds eind 2005 verderzet aan het stamcelinstituut van de K.U.Leuven.
Koen VERMEIR – Lic. in Fysica – Filosofie – KUL naar Cornell and Harvard University
Henk WYMEERSCH – Burg. Ir. in de Computerwetenschappen – UG naar Laboratory for Information and Decision Systems (LIDS) op het Massachusetts Institute of Technology (MIT) oktober 2005 – september 2006. In zowel het herfst- als lente -semester was hij gast-lesgever voor de post-graduaat-cursus “Statistics for Scientists and Engineers” aan MIT. Als postdoc bestonden zijn onderzoeksactiviteiten hoofdzakelijk uit het begeleiden van doctoraatsstudenten in LIDS. Zijn onderzoek behelste het ontwerp van algoritmes voor digitale communicatie voor (a) niet-lineaire satellietkanalen, (b) detectie van meerdere gebruikers in OFDMA systemen in samenwerking met Qualcomm Inc, San Diego, en (c) localisatie van gebruikers in draadloze netwerken. Dit onderzoek heeft tot op heden geleid tot een aantal publicaties in wetenschappelijke tijdschriften en twee voorwaardelijke octrooien. Gedurende dezelfde periode heeft hij het boek “Iterative Receiver Design” geschreven, met verwachte publicatie-datum september 2007 (Cambridge University Press). Hij is verder betrokken bij de uitvoering en evaluatie van verschillende wetenschappelijke projecten, zowel binnen MIT als in samenwerking met andere universiteiten (o.a., Princeton en UC Berkeley). Zijn werk rond iteratieve algoritmes werd onlangs bekroond met de wetenschappijke prijs Alcatel Bell. Hij is momenteel postdoctoral associate aan MIT.
2004-2005
Goedele DE CLERCK – Licentiate Germaanse Talen – Ufsia – UG naar Gallaudet University – Doctoraatsstudente aan de UGent, verbleef zij er van januari tot december 2005, de enige Dovenuniversiteit ter wereld, in Washington, D.C. Voor haar doctoraat onderzoekt zij “Deaf empowerment, identity and agency” bij leiders in de Vlaamse Dovengemeenschap. Door haar verblijf in de USA kon dit thema worden uitgebreid en konden ter vergelijking ook leiders uit de internationale Dovengemeenschap worden geïnterviewd. Via het onderzoek naar transnationale gelijkenissen in de levenservaringen van dove leiders wereldwijd kan een transnationaal perspectief op Dovencultuur worden verdiept en verrijkt. Dit kan het Deaf Studies onderzoek aanvullen en leiden tot de ontwikkeling voor adequate trainingsprogramma’s die jonge doven kunnen helpen bij hun emancipatieproces. Voor haar onderzoeksproject ontving zij een Gallaudet Research Institute Small Research Grant. Feedback van internationale experten in Deaf Studies brachten het onderzoek op internationaal niveau. Dit resulteerde in december 2005 in de publicatie van “MEET MEET, VISIT VISIT: Nomadic Deaf Identities, Deaf Dream Worlds and the Imagination Leading to Translocal Deaf Activism. Preliminary Research Findings and Reflections” door de UGent. Op dit moment voltooit zij haar doctoraatsonderzoek aan Gallaudet University via een beurs van N.V.S.G.-Rotary. Ze is van plan te promoveren in de lente van 2008, en zal hierbij de eerste Dove persoon zijn in België met een doctoraat over Dovencultuur. Ze hoopt ook bij te dragen tot de oprichting van een Master opleiding in Deaf Studies in België.
Sylvie DENUYT –Burg.Werktuigkundig + Electrotechnisch Ir.-VUB naar Stanford University
Dagmar DIVJAK – Lic. + Dr. Oost-Europese Talen en Kultuur – Dr. in Letteren afdeling Slavische Talen – KUL naar University of North Carolina
Charles-Henri MASSA – Licentiaat in de Rechten – ULg naar Harvard University
Abdul G. NOURY – Licentiaat in de Economische Wetenschappen – Dr. in Economie – ULBnaar University of California, Berkely – Gedurende zijn verblijf, heeft hij er met Professor Gérard Roland (UC Berkeley) en Professor Simon Hix (London School of Economics) op het gedrag van stemming aan het Europees Parlement gewerkt. De resultaten van zijn onderzoeken zijn de volgenden:
– Enlargement and the European Parliament, 2004 (with Gérard Roland), in Campos N. et J. Fidrmuc (eds.), Political Economy of Transition and Development : Institutions, Politics and Policies, ZEI Studies in European Economics and Law, Boston/Dordrecht/London : Kluwer Academic Publishers.
– Politics not Economic Interests : Determinants of Migration Policies in the European Union (with Simon Hix), 2007, International Migration Review.
– Dimensions of Politics in the European Parliament (with Simon Hix et Gérard Roland), American Journal of Political Science, 2006.
– Democratic Politics in the European Parliament, 2007 Cambridge University Press (with S. Hix and G. Roland). Dit boek heeft Richard F. Fenno Award 2008 verkregen, die door American political Wetenschap Vereniging wordt toegekend. Bovendien heeft hij een internationale bespreking aan University of California, Berkeley „Legislative Behavior in Europa, US, and Beyond, op 25 en 26 februari 2005 georganiseerd.
Karen PAULEWYN – Dr. in de Medische Wetenschappen – KUL naar University of Minnesota – Zij verbleef er van 8 juni 2004 tot en met 23 december 2005. Het verblijf kaderde in een doctoraat in de medische wetenschappen, dat werd aangevat in oktober 2003 aan de faculteit geneeskunde van de Katholieke Universiteit Leuven. Tijdens haar verblijf in de Verenigde Staten, was zij werkzaam onder supervisie van Professor C. Verfaillie. Als arts, is ze vooral geïnteresseerd in het onderzoek naar de potentialiteit van stamcellen en meer bepaald in hun mogelijke therapeutische toepassingen bij aangeboren leverziekten. Aan de universiteit van Minnesota kreeg ze de mogelijkheid om kennis te maken met verschillende aspecten van het stamcelonderzoek, gezien onderzoek werd gedaan op zowel adulte als embryonale stamcellen. In het laboratorium werkten heel wat mensen op de differentiatie van stamcellen naar verschillende celtypes, zoals bloedcellen, neuronen, hartcellen, endotheelcellen, spiercellen etc. Zelf kon ze aantonen dat adulte stamcellen in een kweekschaaltje kunnen differentiëren naar immature levercellen, die nu ook getest worden in transplantatie experimenten bij dieren met een leveraandoening. Ze kon ook als observator deelnemen aan consultaties op de dienst oncologie van het Universitair ziekenhuis. Naast de ervaring op professioneel gebied, bood dit verblijf ook de mogelijkheid om boeiende contacten te leggen met collega’s van veel verschillende nationaliteiten.
Bart RAEYMAEKERS – Ir. Industrieel – Burg. Werktuigkundig Ir. – VUB naar University of California, San diego – Hij verbleef er gedurende het academiejaar 2004-2005. De Jacobs School of Engineering is gerangschikt in de top tien van de engineering schools in de VS en is traditioneel de jongste universiteit in deze ranking wat de ambitie van de universiteit benadrukt. Hij was verbonden aan het Center for Magnetic Recording Research, meer bepaald aan het Tribology and Mechanics laboratorium van professor Frank E. Talke. zijn research focuste op de tribologie en dynamica van flexibele magnetische tape media die gebruikt worden voor massaopslag van gegevens en backup/restore toepassingen. Gedurende het academiejaar 2004-2005 heeft hij een Masters in Mechanical Engineering summa cum laude (GPA 4.0/4.0) behaald. Zijn thesis was getiteld: “Study of Lateral Tape Motion and Tape Tension Transients”. Bovendien werd een bijdrage gepresenteerd op de Information Storage and Processing Systems Conference in Santa Clara in Juni 2005, getiteld: ‘Correlation of Lateral Tape Motion and Tape Tension Transients’. Hij is nu research assistant in het laboratorium van professor Talke en werkt aan zijn PhD. Hij verwacht af te studeren in de zomer van 2007.
Johannes SPINNEWIJN – Licentiaat Economische Wetenschappen – ULB naar MIT Boston
Mathieu STIENON – Licentiaat in de Wiskunde – ULB naar Penn State University
Geert VERMEULEN – Ir. Werktuigkundig-eletronisch Ir. – Lic. in Natuurkunde – KUL
Nathalie WAHL – Licentiate in de Wiskunde – ULB naar University of Chicago
2003-2004
Stéphanie BIJTTEBIER – Licentiate Taal- en Letterkunde : Germaanse Talen – UG naar Boston University
Laurent BLAVIER – Licenciaat in de Rechten – ULg
Sofie COOLS – Licentiate in de Rechten – KUL naar Harvard University, Harvar Law School – Van augustus 2003 tot juni 2004 studeerde zij er voor de graad van Master of Laws (LL.M.). Ze werd er toegelaten in de concentratie Corporate Law en Governance onder leiding van Professor Mark Roe. Onder zijn toezicht schreef ze een bijdrage over aandeelhoudersbescherming en –structuren in Angelsaksische en continentaal Europese jurisdicties, waarvan ze een eerste versie presenteerde op een conferentie in Cornell Law School en waarmee ze aan Harvard Law School de Irving Oberman Memorial Award won. Verder deed zij als assistente onderzoek voor Professor Howell Jackson over de handhaving van het verbod op misbruik van voorkennis en marktmisbruik. Onmiddellijk nadat ze haar LL.M.-diploma behaald heeft in juni 2004, is zij gaan werken in de Wereldbank in Washington DC (Legal Department, Corporate Finance), en dit tot eind augustus 2004. Daarna is ze voor twee weken teruggekeerd naar de Harvard Law School, waar ze uitgenodigd was om haar bekroonde bijdrage te presenteren. Ze werkte er ook verder aan haar bijdrage met het oog op publicatie. In september 2004 is zij teruggekeerd naar België om er aan de slag te gaan in het Brusselse kantoor van Cleary Gottlieb Steen & Hamilton LLP. Daarnaast is ze nu actief als assistente van Professor Hans Van Houtte, op het departement Buitenlands en Internationaal Recht van de Rechtsfaculteit van de Katholieke Universiteit Leuven. In 2004 ontving ze voor haar bijdrage de Ius Commune Prize en in 2005 werd haar LL.M.-bijdrage gepubliceerd in de Delaware Journal of Corporate Law
Nicolas GALOPPO von BORRIES – Burg. Elektrotechnisch Ir. – KUL
Sabrina INOWLOCKI – Licentiate in de Klassieke Filologie – ULB naar Harvard Divinity School
Valérie MATAGNE – Licentiate Biologische Wetenschappen-dieren – ULg vers National Center of Primate Research (ONPRC), Portland, Oregon
Bob NAGLER – Burg. Elektrotechnisch Ir. (optie fotonica) – Dr. in de toegepaste wetenschappen – VUB naar Berkeyl University, California
Willem VAN DE WIELE – Licentiaat in de Rechten – UG naar New York University Law School – Laws-Programma
Cedric VAN DEN BORREN – Licentiaat in de Rechten – ULB naar Harvard University, Harvard Law School – Van augustus 2003 tot juni 2004 heeft hij er een derde cyclus gevolgd en heeft hij het diploma van Master of Laws (LL.M.) behaald. Hij werd toegelaten in de concentratie in internationaal financieel recht, onder leiding van Professoren Hal Scott en Howell Jackson. In het kader van dit programma heeft hij een studie gemaakt van de mededinging tussen beursmarkten, en meer bepaald tussen de markten in afgeleide instrumenten. Hij was eveneens assistent van Professor Howell Jackson in het kader van een rechtsvergelijkende studie over de handhaving van het verbod op misbruik van voorkennis en marktmisbruik. Onmiddellijk na het behalen van zijn diploma heeft hij met succes het toelatingsexamen van de balie van New York afgelegd. Vervolgens heeft hij gewerkt in het New Yorkse kantoor van Cleary Gottlieb Steen & Hamilton LLP, en heeft hij de eed afgelegd aan de balie van New York op 17 juni 2005. Sinds augustus 2005 werkt hij voor het Belgische kantoor van hetzelfde advocatenkantoor, en heeft hij zijn onderwijsactiviteiten aan de Université Libre de Bruxelles hernomen, waar hij assistent is van Professor Valérie Simonart, voor het vak « Introductie tot Privaat Recht ».
Korneel VAN DEN BROEK – Burg. Natuurkundig Ir. – UG naar Rutgers University, Dept. of Physics & Astronomy, Piscataway – Gedurende het eerste jaar van deze vijfjarige opleiding volgt men voornamelijk de basisvakken natuurkunde. Deze hebben tot doel het inzicht in de natuurkunde reeds verworven in een voorgaande opleiding verder uit te diepen en de student een stevige basis te geven voor het latere doctoraatsonderzoek. De nadruk van deze vakken ligt op het maken van een groot aantal oefeningen om zich de diverse mathematische oplossingsmethoden eigen te maken. Naast de basisvakken schreef hij zich ook in voor enkele specialisatievakken om zich voor te bereiden op theoretisch onderzoek in de hoge energie fysica. In het vak Algemene Relativiteitstheorie legde prof. Douglas de nadruk op constructies en ideeën die een belangrijke rol spelen in de moderne snaartheorie en in een onafhankelijk studievak bestudeerde Korneel het standaardwerk over snaartheorie van Prof. Polchinski. Op het einde van het eerste jaar, nam hij deel aan de qualifier examens. Deze hebben tot doel om het verkregen doorzicht inzake de basisvakken te testen. Hij behaalde goede resultaten voor deze examens en kon dus beginnen aan de eigenlijke onderzoeksfase van de doctoraatsopleiding.
2002-2003
Arne DE BOEVER – Licenciate Taal- en Letterkunde : Germaanse Talen : Duits-Engels – KULnaar Columbia University, New York – English and Comparative Literature
Laurent DEMANET – Burg. Ir. Toegepaste Wiskunde – UCL naar California Institute of Technology – Tijdens het schooljaar 2002-2003, in het kader van zijn eerstedoctoraatsjaar en dit in het Californisch Instituut van Technologie in de afdeling gevorderde wiskunde. Zijn onderzoek is wiskundig en informatica gericht en is vooral toegespitst op de ontwikkeling van snelle numerieke manieren bij de simulatie van problemen met het verspreiden van seismische stralen, met als doel het binnenste van de aarde in kaart te brengen. Van 2006 tot 2009 is hij assistent Professor aan de universiteit van Stanford, afdeling wiskunde.
Tine HEREMANS – Licentiate in de Rechten – KUL naar Cornell University – Dankzij een Francqui Foundation Fellowship van de Belgian American Educational Foundation en een partiële Cornell University Followship kan zij haar Rechtenstudies verder zetten aan de Cornell University in Ithaca, New York, U.S.A. Deze beurs bood haar de gelegenheid haar kennis verworven aan de K.U.Leuven en de Queen Mary University of London verder te vervolmaken. Samen met een dertigtal buitenlandse studenten volgde zij het Masters of Law Programma aan de Cornell University. Zij studeerde er in 2002 en 2003, telkens van Augustus tot en met December. Ze beëindigde behaalde LLM titel in Januari 2004. In de tussenperiodes volgde zij cursussen van het Erasmus Europees “Law & Economics” Programma. Haar LLM programma omvatte volgende cursussen : torts, products liability, contracts in global society, law and social change, cyberspace law and american legal theory. Zij apprecieerde ten zeerste de Socratische onderwijsmethode en de kritische rechtsbenadering met de permanente vraagstelling naar de “rationale” en de efficiëntie. Ze kon zich zo verder bekwamen in de interdisciplinaire “law & economics approach”. Ze deed eveneens een “supervised writing” over “Shifting the burden of proof on defect/fault in the context of consumer protection” onder de supervisie van Professor James Henderson, die een autoriteit is in dit domein en optrad als een van de verslaggevers van “the Restatement (Third) on Products Liability”. Voor haar paper over “Corrutpion in Nigeria” behaalde zij de “Cali Excellence for the future Award” voor “excellent achievement in the Study of Law and Social Change”. Dank zij deze bijkomende LLM opleiding, gevolgd door een europees seminarie in “Environmental Law” en enige praktijk ervaring op een advocatenkantoor, zal zij als doctoraatsbursaal op 1 Oktober 2004 haar wetenschappelijke werkzaamheden aan de K.U.Leuven verder zetten.
Jan Maarten LEENKNEGT – Brug. Ir. Architekt – KUL naar Columbia University – Urban design
Joris MORBEE – Burg. Electrotechnisch Ir. – UG naar Stanford University, California – Hij behaalde aan de Universiteit Gent de diploma’s van burgerlijk ingenieur en kandidaat in de economische wetenschappen, beide met de grootste onderscheiding. Zijn bedoeling was om zijn interesses in ingenieurswetenschappen en economie met elkaar te verenigen, door de analytische technieken van zijn ingenieursopleiding toe te passen op economische vraagstukken. Daartoe volgde hij in de School of Engineering van Stanford het programma Master of Science in Management Science and Engineering, een programma dat gericht is op het oplossen van vraagstukken uit de private en publieke besluitvorming door middel van analytische technieken. Tot zijn lessenpakket behoorden vakken als Public Policy Analysis, Risk Analysis en Competitive Strategy. Na zijn studies in de Verenigde Staten keerde hij terug naar België en begon te werken als consultant voor de Brusselse vestiging van het Amerikaanse adviesbureau McKinsey & Company. McKinsey werkte hij onder andere mee aan het project Prospero, een studie met als doel een consistente set van oplossingen voor te stellen voor de toekomstige economische uitdagingen van België.
Lieve TEUGELS – Licentiate in de Scheikunde – KUL naar University of Chicago – In september 2002 vatte zij het PhD in Chemistry programma van de University of Chicago aan. Gedurende het eerste academiejaar volgde zij zes vakken in verschillende domeinen van de chemie, met nadruk op de fysische scheikunde. Zij behaalde een grade point average van 3.7. Het programma vereist dat elke student drie trimesters als teaching assistant les geeft in het vak General Chemistry. Ook aan deze voorwaarde heeft zij voldaan. Dankzij haar goede resultaten mocht zij in augustus 2003 een Master of Science diploma in ontvangst nemen. Daarnaast startte zij gedurende het academiejaar 2002-2003 de voorbereiding voor het PhD in Chemistry Candidacy Exam. Hierbij viel haar keuze op het onderzoekslaboratorium van Professor Steven Sibener. Zij schreef een voorstel voor een onderzoeksproject over de studie van cyclo-additie van diënen op een (100)-(2×1) gereconstrueerd silicium-oppervlak met behulp van scanning tunneling microscopie. Na het succesvol beëindigen van deze voorbereiding werd zij toegelaten tot het verdere PhD in Chemistry programma.
Isabelle VAN DAMME – Licentiate in de Rechten – UG naar Georgetown University Law Center, Washington D.C. – Vol verwachtingen is zij in juli 2002 naar Washington, D.C. vertrokken om er een LL.M. in International Legal Studies te starten aan Georgetown University Law Center (GULC). Tijdens haar LL.M. studies heeft zij zich voornamelijk toegespitst op International Trade Law and Antitrust/Competition Law. Professor John H. Jackson is de wereldautoriteit in International Trade Law en tijdens haar studies aan GULC heeft zij de mogelijkheid gekregen om met hem samen te werken als Fellow aan zijn Institute of International Economic Law (www.iiel.org) en als zijn research assistant. Al hoewel zij de intentie had om na haar LL.M. studies onmiddellijk terug te keren naar België, had zij reeds tijdens spring semester nieuws ontvangen van de World Trade Organization dat ze een legal internship was aangeboden in de WTO Appellate Body, het beroepsorgaan voor international geschillen over WTO-recht. Enkele weken na dit overweldigend nieuws vroeg Professor Jackson haar of ze nog een jaar in Washington wou blijven om voor hem te werken als editor van de Journal of International Economic Law (Oxford University Press, www.jiel.org) en als assistente. Beide aanbiedingen waren unieke uitdagingen voor haar om zich verder te verdiepen in International Trade Law en haar stage in Genève en samenwerking met Professor Jackson dit jaar hebben al haar verwachtingen overtroffen. Na een fantastisch, persoonlijk verrijkend, en druk jaar, is zij in juli 2003 afgestudeerd aan GULC met ‘distinction’, de ‘Dean’s Certificate for Outstanding Services to the Georgetown Legal Community’ en een WTO Certificate. Haar volgende uitdaging wacht in de University of Cambridge, waar zij een Ph.D. in Law over de relatie tussen het Europees Hof van Justitie en de WTO Dispute Settlement Mechanism zal starten aan Gonville & Caius College als W.M. Tapp Scholar en Honorary Fellow of the Cambridge University European Trust. Haar studies aan GULC, hebben veel deuren voor haar geopend en veel toekomstperspectieven geboden.
Wim VANDENBERGHE – Doctor in de Genees-, Heel- en Verloskunde – KUL naar University of California, San Francisco – Stargazin en het neuronaal transport van ampa-receptoren
Klaas VANSTEENHUYSE – Licentiaat in de Archeologie – KUL naar Temple University, Philadelphia – Hij heeft er zijn doctorale verhandeling in de beste omstandigheden kunnen afwerken en zij werd met succes verdedigd op 21 April 2004 aan de “Université Catholique de Louvain”. Tijdens het verblijf spitste zijn onderzoek zich toe op de sociaal-politieke structuren van Laat Minoïsch I Kreta (ca. 1600-1400 v. Chr). Dankzij de unieke combinatie van gerenommeerde onderzoekers en bibliotheken in de regio van Philadelphia heeft deze studie tot nieuwe inzichten in dat onderzoeksdomein geleid. Hij heeft tijdens het verblijf deelgenomen aan drie internationale conferenties. Twee seminaries werden ter plaatste voorbereid en drie communicaties voor congressen op een later tijdstip zijn uit dit werk gegroeid. Een tiental lezingen van internationaal gerenommeerde collega’s kan tijdens het verblijf worden bijgewoond. Daarnaast had hij de mogelijkheid om het volledige publicatieproces van archeologische boeken onder de knie te krijgen in de uitgeverij van het Institute for Aegean Prehistory (INSTAP).
Frederik J.VERVAET – Licenciaat in de Geschiedenis – UG naar University of California, Berkeley – Herdefinitie van de publiekrechtelijke natuur en de volmachten van Julius Caesar als dictator, de triumvirirei publicae constituendae (Octavianus, Marcus Antonius en Aemilius Lepidus) en Keizer Augustus en zijn opvolgers tot en met Flavius Vespasianus.
2001-2002
Mohammed BENTIRES-ALJ – Lic. in de Farmaceutisch Wetenschappen
ULg naar Harvard University – Role of Gab2 in breast cancer molecular biology – cancer – signal transduction
Paul-Olivier DEHAYE – Lic. in Wiskunde – ULB naar Princeton University – Pure mathematics
Eva-Maria ERAUW – Lic. in de Rechten – UG naar Harvard University – Corporate Law
Karina MARTINS GISTELINCK – Lic. in de Rechten KUL naar Harvard University – Antitrustlaw
Maureen HEYMANS – Burg.Ir. Toegepaste Wiskunde – UCL naar Stanford University – Computer science
Ruth LOOS – Lic. in de Lichamelijk Opvoeding – Gespecialiseerde studies : health & fitness – KUL naar het Human Genomics Laboratory van het Pennington Biomedical Research Center Zij werkte er gedurende één jaar onder de supervisie van Dr. Bouchard. Het doel van haar studie was de identificatie van genen die verantwoordelijk zijn voor « fysieke inactiviteit » en daardoor ook onrechtstreeks verantwoordelijk voor overgewich en obesiteit. Hiervoor maakte zij gebruik van de date van de Quebec Family Study (QFS) : 720 individuen (18-64 jaar, uit ruim 200 families) registreerden gedurende drie dagen de intensiteit van hun activiteiten. Van al deze personen was tevens genomisch DNA beschikbaar. Zij voerde met deze gegevens een genoom-scan uit a.d.h. van linkage-mapping. Dit is een krachtige statistische methode die toelaat om eerst regio’s in het genoom en daarna genen te localiseren die « ge-linkt » zijn met fysieke inactiviteit. De eerste analyse toonde aan dat 3 regio’s « gelinkt » zijn met fysieke inactiviteit : nl. op chromosoom 2, 7 en 13. De regio op chr. 2 wordt momenteel nog verder bestudeerd door bijkomende polymorfe markers te bepalen om zodoende de regio te verfijnen en genen in deze regio te localizeren die verantwoorderlijk zijn voor fysieke inactiviteit. Verder betudeerde zij de relatie tussen kandidaat-genen en fysieke inactiviteit. De keuze van deze kandidaat-genen is gebaseerd op de actuele kennis van de biologie en de physiopathologie van fysieke activiteit, vnl. uit bevindingen van dier-experimenteel onderzoek. Hieruit blijkt dat melanocortin-receptor 4 (MC4R), de cocaine-amphetamine-regulated transcript (CART) en de dopamine receptor 2 (DRD2) gerelateerd zijn met fysieke inactiviteit. Deze resultaten zullen in 2003 gepubliceerd worden. Tijdens dit verblijf heeft zij zowel de statistische als de moleculair biologische technieken verworven die haar in staat stellen om op een zelfstandige manier genetisch epidemiologische studies uit te voeren. Zij werkt nog steeds (2003) aan het Pennington Biomedical Research Center, waar ze de studie rond activiteit verder zet en tevens tracht genen te identificeren die verantwoordelijk zijn voor energieverbruik.
Thibaut PARTSCH – Lic. in de Rechten – ULg naar Harvard University – Financial field
Tom SCHOUWENAARS – Burg. Elektrotechnisch Ir. Optie automatisatie en computersystemen – KUL naar Massachusetts Institute of Technology (MIT) te Cambridge,Massachusetts – Hij studeerde in juni 2001 af als Burgerlijk Elektrotechnisch Ingenieur aan de Katholieke Universiteit Leuven. In september 2001 begon hij doctoraatstudies in luch- en ruimtevaarttechniek (Aeronautics and Astronautics). Sinds juni 2002 heeft hij een betrekking als Research Assistant. Hij is verbonden met het Laboratory for Information and Decision Systems (LIDS) en het Space Systems Laboratory (SSL), en verricht er onderzoek onder de supervisie van Professor Eric Feron en Professor Jonathan How. Hij doet onderzoek naar navigatie- en regelalgoritmen voor autonome systemen van meervoudige voertuigen. Zijn methodes combineren optimalisatie-technieken uit het operationeel onderzoek en inzichten uit de moderne regeltechniek. Ze hebben toepassingen in de ontwikkeling van toekomstige, gedistribueerde satelliet-systemen en de luchtverkeersregeling. In de zomer van 2002 werkte hij aan het NASA Armes Research Center te Mountain View, California, waar hij experimenteerde met een nieuwe techniek voor robuuste trajectplanning voor autonome minihelicopters. Zijn onderzoek is gepubliceert in de « AIAA Journal of Guidance, Control and Dynamics » (juli 2002) en in twee conferentie-artikels (2001 European Control Conference en 2002 Allerton Conference). Voorts was hij co-auteur van drie andere conferentie-publicaties. Naast zijn onderzoek volgde hij vakken over lineaire en niet-lineaire dynamische systemen, dynamische en niet-lineaire programmatie, klassieke en moderne regeltechniek en digitale communicatie. Hij verwacht te promoveren in juni 2005. Buiten zijn academische gezigheden is hij de beheerder van de MIT European Club.
Bart VAN COMPERNOLLE – Burg. Natuurkundig Ir. – UG naar University of California, Los Angeles – Hij studeerde in juli 2001 af als burgerlijk natuurkundig ingenieur aan de Universiteit Gent met de grootse onderscheiding. Hij begn in september 2001 als graduate student aan de Physics and Astronomy department van de University of California (UCLA), met als einddoel een doctoraat in de natuurkunde. Hij kwam op 18 augustus 2001 aan in Los Angeles. De eerste week nam hij deel aanhet DICOP progamma, speciaal voor internationale studenten en gericht op het « settling in » op sociaal en academisch vlak. Daarna volgde hij een cursus Engels van drie weken om vloeiender te worden in de Engelse taal. Op 25 september 2001 begon hij zijn opleiding. Vooraleer hij zich kon wijden aan zijn doctoraatswerk moesten eerst een aantal verplichte vakken gevolgd worden die leiden tot de graad van Masters in Science. In april 2002 begon hij als research assistant te werken in de LAPD (Large Plasma Device) onder de supervisie van Professor Walter Gekelman. In dit laboratorium werkt hij momenteel aan een experiment waarbij een hoog vermogen microwave beam gericht wordt op een plasma met hoge dichtheid, omringd door een helium achtergrond plasma met lage dichtheid. De bedoeling is de upper hybrid resonance te raken en de absorptie en reflectie te meten door het hoge dichtheidsplasma. Naast zijn werk als onderzoeker bereidde hij zich tijdens de zomer voor op het Written Comprehensive Exam dat hij op 19-20 september 2002 aflegde, met excellent gevolg : Score : 242/280; Ranking 1/16. Dit leverde hem zijn Masters of Science op. Op dit ogenblik werk en studeert hij nog altijd in UCLA en is hij zich aan het voorbereiden voor zijn doctoraatsthesis.
Jan VRANCKX – Dr. in de Genee, Heel en Verloskunde – Plastic & Reconstrucitve Surgery – KUL naar Brigham Hospital/Harvard Medical School in Boston – Zijn onderzoek aldaar kadert in een PhD-project met als research domein « Tissue Engineering and Gene Therapy for Wound Repair » wat elementair onderzoek van de moleculaire biologie koppelt aan de klinische facetten van weefselculturen, wondgenezing en weefselreconstructie. De Harvard Medical School was hiervoor een uitermate inspirerende omgeving : hier had hij de kans om samen te werken met pioniers van weefseltransplantatie, cel culturen en clinici van internationale naam en faam. Voordrachten en workshops waren van uitzonderlijk hoog niveau. Zo was hij ondermeer aanwezig op gesprekken met Nobel Prijs winnaar en transplantatie/platisch chirurg Joseph Murrey, of de allereerste publieke voorstelling van de bevindingen van het Human Genome Project onder Francis Collins. Zulke events waren bijzonder inspirerend en kaderden volledig in wat hij had verwacht van het Instituut Harvard. Vanaf 1 oktober 2002 werd hij staflid op de dienst Plastische-Reconstructieve Heelkunde op deze Universitaire Ziekenhuizen in Leuven waar hij zijn research op « Tissue Engineering and Gene Therapy for Wound Repair » verder zal integreren in zijn MD-PhD thesis project.
2000-2001
Pieter ABBEEL – Burg. Ir Electrotechnisch optie electronica automatisatie computersystement – KUL
Jan DE MOT – Burg. Werktuigkundig Ir. – KUL naar Massachussets Institute of Technology(M.I.T.), Boston Laboratory for Information and decision systems (LIDS) – Hij begon er zijn doctoraat in september 2000, hij was verbonden aan het departement werktuigkunde, en promoveert vermoedelijk in juni 2004. In januari 2002 slaagde hij voor zijn toelatingsexamen voor het doctoraatsprogramme. Hij verricht onderzoek in het Laboratory for Information and Decision Systems (LIDS), een multi-disciplinair onderdeel van de Schoof of Engineering, in samenwerking met Professor E. Feron, zijn promotor. Het onderzoek betreft de studie van groepen samenwerkende autonome en onbemande voertuigen die tijdens de uitvoering van een welomschreven taak bewegen in een onbekende omgeving. Elk voertuig beschikt daarbij over lokale informatie met betrekking tot de omgeving dank zij bijvoorbeeld visuele sensoren. De voertuigen communiceren bovendien met elkaar zodat elk voertuig de beschikking heeft over alle geobserveerde informatie. Het onderzoek focust meer bepaald op het theoretisch beschrijven van eigenschappen betreffende de optimale strategie van de voertuigengroep. Zo kan bijvoorbeeld aangetoond worden dat de maximale afstand tussen de voertuigen wanneer die samenwerken op een optimale manier, begrensd blijft. Verder kan dit leiden tot het karakteriseren van het optimale aantal voertuigen voor de uitvoering van een bepaalde taak. In zijn vrije tijd neemt hij actief deel aan de organisatie van de MIT European Club, een studentenvereniging met een ledenbestand van ongeveer drieduizend hoofdzakelijk Europese studenten en jonge professionelen in Boston. Tijdens het academiejaar 2001-2002 was hij beheerder, op dit ogenblik is hij voorzitter van de club, en dus bevoegd voor de organisatie van een groot aantal sociale activiteiten.
Hans DOOMS – Doct. in Wetenschappen groep moleculaire Biologie – UG naar University of California, San Francisco
Sigrid LAMBERT – Lic. in de Sinologie – KUL
Erika RUBOSEVA – Doct. geneeskunde, heelkunde en verloskunde – ULB naar Stanford University – Magnetic resonance imaging monitoring of chemotherpeutic drug delivery
Alain VANDERPOORTEN – Ir. Landbouwkundige FSAGX
Els VERBRAKEL – Burg. Ir. Architect – KUL naar Graduate School of Architecture Columbia University, New York – Zij ontving een beurs in het jaar 2000 voor een post-professionele « Master of Science in Architecture and Urban Disign » opleiding aan de Graduate School of Architecture, Planning en Preservation (GSAP). Zij doorliep het twaalf maanden durende curriculum met succes en studeerde af met de hoogste graad (« high pass »). Tijdens deze studies werd ze aangesteld als academisch assistent voor het programma en ontving ze de Lucille Smyser Lowenfish prijs voor het beste eindprojetc. Ditzelfde eindproject werd, samen met het werk van mede-studenten beloond met de Nationale Architectuurprijs op de Biennale van Venezuela. Ze werd tevens uitgenodigd voor een lezing over haar eindproject « Stretched Cities » op de conventie « World Forum on Urbanizing World and UN Human Habitat II June 4-6, 2001 – New York, 2002 » georganiseerd door de « International Research Foundation for Development.
Annelies VERDOOLAEGE – Lic. in de Germaanse Talen – Luc. in de Afrikaanse Talen – UG naar State University of New York at Albany – In het voorjaar van 2000 werd zij studente Afrikaanse Talen en Culturen aan de Gentre universiteit, geselecteerd voor een verblijf in de VS. Zij wilde graag een Master in African Studies behalen aan een Amerikaanse universiteit en besliste uiteindelijk om naar de State University of New York at Albany te gaan. Daar had zijn in 1998-1999 al een jaar doorgebracht als uitwisselingsstudente en dus kende ze het reilen en zeilen van die universiteit en van hun Department of African Studies. Zij begon eind augustus 2000 aan haar graduate jaar in Albany en ze behaalde haar diploma van Masters of Arts in the African Studies begin mei 2001. Tijdens dat jaar verdiepte ze zich vooral in Zuidelijk Afrika, aangezien het haar bedoeling was bij terugkeer in België te starten met een doctoraat overs Zuid-Afrika. Het jaar in de VS vond ze uiterst vruchtbaar op academisch en intelletueel vlak : SUNY Albany beschikt over een indrukwekkende bibliotheek Afrikanistiek, de vakgroep onderheid uitgebreide contacten met Zuid-Afrika, de Professoren waren veeleisend en legden sterk de nadruk op zelfstudie, en zij kreeg zelfs de gelegenheid een van haar profs bij te staan als teaching assistant. Tijdens de vakantieperiodes probeerde ze ook veel te reizen, om zich zo goed mogelijk vertrouwd te maken met de Amerikaanse cultuur. De zaken die haar speciaal opvielen tijdens dit jaar in de VS speelden zich af op twee niveaus : universitair en maatschappelijk. Binnen de universiteit was ze erg onder de indruk van de manier waarop internationale studenten onhaald werden, van de informele relatie tussen Professoren en studenten, van de vlotte organisatie en van de uitgebreide universitaire faciliteiten. Op maatschappelijk vlak werd ze getroffen door de hartelijkheid van de Amerikanen, door de solidariteit onder de buitenlandse studenten, door de natuurlijke rijkdom in de omgeving van Albany en de bruidende sfeer van steden als New York, Boston, New Orleans en San Fransisco, maar ook door de grote sociale ongelijkheden en het materialisme binnen de Amerikaanse maatschappij. Na een erg leerrijk en aangenaam jaar keerde zij in juni terug naar België, er vast van overtuigd dat een studiejaar in het buitenland een overgetelijke en absoluut aan te raden ervaring is.
1999-2000
Carl D’HALLUIN – Burg. Ir Electronica optie automatisatie en computer systemen – KUL naarUniversity of California, Berkeley – Mathematics
Florence LEBON – Lic in de Chemische Wetenschappen – Doctor in de Wetenschappen – FUNDP naar University of California, San Francisco – Zij heeft er de inhibitie van HIV – 1 integrase in het lab. « Biophysics » van Professor Stroud bestudeert. Inderdaad biedt HIV – 1 integrase (IN), een viraal enzyme essentieel voor de ontwikkeling van het virus, een nieuwe megelijkheid de virale infectie af te nemen. Zij ging uit van de kristallijne structuur van het inhibitoren voor de actieve zijde van het enzyme te bepalen. Door analyse van deze actieve zijde kon zij tweel holtes definiëren die verbonden zijn via een kanaal dat de katalytische residuen D64, D116 en E152 bevat. De moleculen die voorkomen in de database ACD (Available Chemical Directory) werden in silico getest op hun interactie met de aktieve zijde, met behulp van het docking programma DOCK, dat werd ontwikkelt binnen de universiteit zelf. De geselecteerde moleculen werden in families geklasseerd (clusters) op basis van hun onderlinge gelijkenis met de bedoeling een staalname van componenten te bekomen die qua oorsprong zo gevarieerd mogelijk waren. De componenten (commercieel beschikbaar), 135 in aantal werden getest op hun inhibitie-activiteit. Tien onder hun bezitten een IC50 tussen 1 en 100µM en kunnen beschouwd worden als de meeste interessante componente voor verdere ontwikkeling. Na verschillende kristallisatie testen slaagde zij erin om een nieuwe kristallijne structuur van de kern van het IN (1.7A) te bekomen, welke twee CD2+ ionen bezit in ht centrum van het aktieve zijde. De aldus bekomen ruimtelijke group (C222 1) werd nooit eerder beschreven for het IN en laat een compacte schikking toe van de moleculen in de kern van het netwerk door tussenkomst van het tweede Cd2+ ion. De aanwezigheid van twee metaalionen in het centrum van de actieve zijde is noodzakelijk voor een goede werking van het IN. Nochtans werd slechts een ion opgemerkt in de verschillende structuren die zijn opgenomen in de PDB bank. De aanwezigheid van de tweede metaalion, dat toelaat om twee active zijden naast elkaar te plaatsen, kan informatie inleveren over de schikking van verschillende IN-eenheden in het actieve complex.
Roemer LEMAITRE – Lic. in de rechten – KUL naar Harvard University – International Law, human law rights and comparative constitutional law
Curt SCHURGERS – Burg. Ir. electronica – KUL naar University of California, Los Angeles – Hij heeft zijn studies aangevat in april 1999 als doctoraatstudent onder de begeleiding van Professor Mani Srivastava. Zij onderzoek spitst zich toe op efficiënt verbruik in communicatie systemen en ad-hoc netwerken, en heeft geresulteerd in 15 publicaties in magazines en conferenties. Tijdens zijn studies heeft hij ook actief geparticpeerd in de UCLA internationale studenten organisatie (ISA) en heeft deze club vertegenwoordigd in de overkoepelende raad voor « graduate students ». Hij verwacht zijn doctoraat te behalen in november 2002.
Robby STOKS – Lic. in de Biologie – UA naar Dartmouth College New Hampshire – Hij verbleef in het academiejaar 1999-2000 aan het departement biologie. Hij was verbonden aan het laboratorium van Professor Mc Peek. Tijdens dit studieverblijf deed hij evolutionair-ecologisch onderzoek van waterjuffers. Hij volgde er gespecialiseerde discussiesessies over ecologie en evolutie en leerde er moleculaire technieken aan (isoleren, amplificeren en sequeneren van miochondriaal DNA). Specifiek werden de intrigerende intercontinentale verschillen bestudeerd tussen populaties van de holarctische waterjuffer Enallagma cyathigerum. Het genue Enallagma heeft zijn origine in Noord-Amerika waar er een 40-tal soorten zijn. De Palearctische regio kent slechts vier soorten, waarvan Enallagma cyathigerum de enige soort is die aanwezig is op beide continenten. In Noord-Amerika komt deze soor enkel voor in meren zonder vis terwijl ze in Eurazië zowel in meren met en zonder vis voorkomt. Een morfometrische analyse toonden geen verschillen aan tussen de larven van beide continenten. Ook analyse van de aanhangsels van de mannetjes (die door de vrouwtjes worden gebruikt in soortherkenning bij de paring) toonde geen verschillen tussen continenten. Uit gedragsonderzoek bleek wel dat de larven ut Noord-Amerikaanse populaties niet in staat waren vis te herkenne als predator terwijl larven uit Euraziatische populaties dit wel konden. Dit kan het verschillend habitatdistributiepatroon tussen beide continenten verklaren. Een fylogenetisch studie toonde aan dat de Euraziatische populaties van E. cyathigerum samen met drie andere Paleractische Enallagma-soorden een monofyletische groep vormen die genest is binnen de Noord-Amerikaanse soorten van het genus. Op basis van een moleculaire klok invadeerde de voorouder van deze groep Eurazië ca. 850.000 jaar geleden. Dit wijst er ook op dat Noord-Amerikaanse en Euraziatische populaties van E. cyathigerum tot twee verschillende (cryptische) soorten behoren. De intrigerende gelijkenis van zowel de larven als de adulten tussen beide soorten is hierbij het eerste bewijs van onafhankelijke convergente evolutie in het laarvaal en adult stadium.
Kris TIRI – Burg. Ir. Electrotechnisch Ir. opie Microelectronica – KUL naar University of California, Los Angeles – Sinds 1999 is hij onderzoeksassistent aan het departement Elektrotechniek, waar hij een doctoraat nastreeft. In 1999 is hij geslaagd met een GPA van 3.94 in de vakken van zijn 2 minoren « Signaalverwerking » en « Communicatie en Telecommunicatie », alsook in zijn ingangsexamen tot de major « Geïntegreerde Circuits en Systemen ». Zijn onderzoek, onder begeleiding van Professor dr. I. Verbauwhede, behandelt ontwerpmethodes om subtraatruis in gemengde analoge en digitale circuits en lekken van confidentiele informatie in cryptografische modules te vermijden. In het tweede trimester van 2002, te samen met zijn onderzoek, was hij verantwoordelijk assistent van het vak « Advanced Digital Integraged Circuits ». Tijdens het academiejaar 2001-2002 werkte hij aan de modelering en de reductie van stubstraatruis op IMEC (Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum), België. Momenteel neemt hij deel aan een gezamenlijk onderzoeksproject met UCSD (University of California San Diego). Doel hiervan is de ontwikkeling en ontwerp automatisering van een techniek op circuit niveau, om chipkaarten te beveiligen tegen Side Channel Attacs. Hij is de auteur en co-auteur van 2 wetenschappelijke artikels, en heeft deelgenomen aan verscheidende conferenties in zijn onderzoeksdomein. Hij heeft de UCLA beurs ontvangen in 2000.
Ivo VANDEN BERGHE – Arts, Spec. in Pathologie – KUL naar Brigham and Women’s Hospital Harvard University, Boston Human pathology
Gaëtan VERHOOSEL – Lic. in de Rechten – KUL naar Columbia University International –Economic Law
Pieter VERMEERSCH – Lic. in de Geologie – VUB en UG naar Massachussets Insitute of Technology (M.I.T.) Cambridge – Hij behaalde er de graad van M.Sc in Geosystems aan het departement « Earth, Athmospheric, and Planetary Sciences » met een thesisverhandeling die was getiteld : « Thermal Evolution of a compositionally stratified Earth, including plates ». Na zijn verblijf aan MIT werkte hij gedurende een jaar als petroleum ingenieur bij Schlumberger Wireline, in Egypte. Daarna keerde hij terug naar de academische wereld, en Stanford University, waar hij sinds het academiejaar 2001-2002 aan een doktoraat werkt dat de thermochronologie van Noord-Tibet als onderwerp heeft.
1998-1999
David DAEMS – Doctor in de Wetenschappen – ULB naar Rutgers University – De modellisering van stationaire niet-evenwicht toestanden van fysico-chemische systemen bij middel van niet-Hamiltoniaanse maar reversibele gesloten dynamische systemen heeft recentelijk toegelaten de wet van Ohm af te leiden voor een mechanisch deterministisch model voor de elektrische geleiding van een metaal. Het postdoctoraal onderzoek werd uitgevoerd in de groep van Professor J.L.Lebowitz, tevens co-auteur van deze resultaten, in het Departement Wiskunde van de Rutgers Universiteit. Eerst werd de beweging bestudeerd van een deeltje dat zich onder de invloed van een elektrisch veld, op de oppervlakte van een twee-dimensionele torus beweegt tussen vaste schijven en met een energie die constant gehouden werd bij middel van een Gaussiaanse thermostaat. Er werd, in het bijzonder, aangetoond dat de Green-Kubo formule verschilt van die van Kawasaki voor de stationaire eletrische stroom, t.t.z. dat zij geen direkte niet-evenwichtsuitbreiding toelaat. De stationaire niet-evenwicht toestanden voor een N-deeltjes systeem werden vervolgens bestudeerd voor het geval waar de totale kinetische energie constant gehouden werd door een Gaussiaanse thermostaat welke een snelheidsafhandelijke wisselwerking teweeg brengt. De stroom en de snelheidsverdelingsfunktie werden numerisch berekend en, voor kleine veldwaarden, vergeleken met de analytische oplossing van een Boltzmann-vergelijking welke de botsingen met de schijven als onafhankelijk beschouwt maar de wisselwerking tussen de deeltjes en het gemiddeld veld behoudt. De overeekomst tussen beiden is opmerkelijk, zowel voor kleine als grote N-waarden. In het laatste geval werd ook gebruik gemaakt van de auto-consistente Vlassov vergelijking, geldig voor N oneindig. De stationaire verdelingsfunktie voor deze drie gevallen komen goed met elkaar overeen maar verschillen van de Maxwell evenwichts-oplossing, zelfs voor grote N-waarden. Dit wijst erop dat er geen equivalentie bestaat tussen de Gibbs-Kollektiviteiten wanneer het erop aankomt het energie verlies van een systeem in een niet-evenwicht toestand gehouden te beschrijven, ten minste wanneer er geen directe wisselwerking tussen de deeltjes bestaat behalve deze te wijten aan het thermostaat.
Karen MACOURS – Bio-Ir. in de Landbouwkunde – KUL naar University of California te Berkeley – Tijdens het beursjaar voltooide ze de vereiste cursussen in economische theorie, toegepaste micro-economie en econometrie. Vervolgens specialiseerde ze zich in ontwikkelingseconomie, landbouwbeleidseconomie en toegepaste econometrie. Gedurende deze periode bleef ze ook samenwerker met de Policy Research Group aan de KUL in verband met onderzoek over rurale ontwikkeling in de transitie landen van Ventraal en Oost Europa, de vroegere Soviet Unie, en Oost-Asia. Uit deze samenwerking resulteerden verschillende publicaties in internationale tijdschriften. Op het einde van het tweede jaar begon zij haar doctoraatsonderzoek. Dit onderzoek is gemotiveerd door het gebrek aan toegang tot landbouwland die de armen in rurale gebieden van Latijns America ervaren, en de nood voor een nieuwe generatie van beleidsmaatregelen om de resulterende kwetsbaarheid, ongelijkheid en het gebrek aan mogelijkheden te behelpen. Het onderzoek analyseert de structurele kenmerken van landpacht markten en identificeert de belemmeringen voor de ontwikkeling van deze markten. Zij verzamelde gegeven in de Dominikaanse Republiek en in Guatemala voor dit onderzoek, en maakte gebruik van een enquete methodologie die ze speciaal voor dit onderzoek ontwikkelde en valideerde. Het doctoraat zal ingediend worden in mei 2003.
Séverine RENARD – Lic. in Psychologie en Opvoeding Wetenschappen UCL naar Biology Department of the Georgia State University – Neurobiolgy program
Arnout SCHURMANS – Lic. in de Archaeologie – KUL naar Arizona State University – Anthropology
Jan TAVERNIER – Lic. in de Oude Geschiedenis – Lic. in Oude Nabije Oosten (Assyrologie) – KUL naar University of Chicago Department Near Eastern Languages and Civilisations – Dit jaar kaderde in zijn doctoraal onderzoek dat verder uitgevoerd werd aan de KUL en dat zich concentreerde op de taalkundige geschiedenis van het Achaemenidische of Ooud-Perzische Rijk, een territoriale staat die ongeveer tussen 550 en 330 v.Chr. het ganse Oude Nabije Oosten beheerste. De doctorale thesis werd met succes verdedigd op 29 mei 2002. Het departement Near Eastern Languages and Civilizations is, samen met het Oriental Institute (de lijn tussen beide is niet altijd even gemakkelijk te trekken) van de University of Chicago, het meest bekende en gewaardeerde departement/instituut op het gebied van de studie van het Oude Nabije Oosten. Verscheidene projecten zijn er gelokaliseerd (bvb. The Chicago Akkadian Dictionary), de grootste bibliotheek op het vakgebied Oude Nabije Oosten is er gehuisvest en verschillende opgravingen in Syrië en Iran worden door het Oriental Institute georganiseerd. Ook beschikt het over een goed uitgerust museum. Het hoeft geen betoog dat zijn verblijf aan de University of Chicago, één van de meest gerenommeerde Universiteiten van de wereld, zeer vruchtbaar is geweest en dit zowel op persoonlijk en sociaal vlak als op academisch vlak. Bewijs daarvan zijn de intense contacten die hij nos steeds onderhoudt met collega’s en vrienden uit Chicago.
Bjorn TUYPENS – Lic. in Economie – UCL naar Yale University – Monetary economics and finance
Anne VERHULST – Burg. Ir. Electronika – KUL naar Stanford University, California – Zij begon er in September 1998 een doctoraatsopleiding in Electrical Engineering. Na het eerste jaar werd ze verder gesteund door lokale fondsen. Deze studies zijn momenteel nog bezig en ze verwacht in 2003 te kunnen aflsuiten. Tijdens het eerste jaar slaagde ze voor het toelatingsexamen van de doctoraatsopleiding, volgde ze het grootste deel van het vereiste vakkenpakket en verrichte ze al een paar maanden onderzoek. Haar onderzoek concentreert zich op de experimentele realisatie van quantum computers, gebaseerd op nuclear magnetic resonance (NMR) principes. Meer specifiek onderzoekt ze de initialisatie van de quantum computer met behulp van optische technieken. Het eerste deel van haar doctoraat verliep in samenwerking met het onderzoekscentrum van IBM in San Jose (IBM Almaden) en richtte zich op quantum computers in vloeibare toestand. Het tweede deel verloopt terug volledig op Stanford University en is gebaseerd op vast stof quantum computers.
1997-1998
Christophe COUVREUR – Burg. Ir. Elektricien – UCL naar University of Illinois, Urbana-Champaign – Statistical Signal and Array Processing (SSAP)
Martin DERAUX – Lic. Wiskunde – ULB naar University of Utah, Salt Lake City –Departement Wiskunde
Dirk ELEWAUT – Doctor in Geneeskunde – Doctor in de Medische Wetenschappen – UG naar University of California, San Diego – Hij was in 1997-1998 verbonden aan het Laboratory of Mucosal Immunology, waar hij onderzoek verrichte naar de interactie tussen pathogene bacteriën en darmepiteelcellen. Deze pathogene bacteriën, de zogenaamde enteroinvasieve bacteriën, zijn een belangrijke oorzaak van morbiditeit in onze samenleving. Zij kunnen niet alleen infectieuze diarree veroorzaken maar ook extra-intestinale klachten zoals artritis. Darmepiteelcellen vormen een initiële plaats van interactie tussen microbiële pathogenen en de gastheer in het darmlumen.Deze interactie leidt tot de opregulatie van de expressie an een set van genen in de gastheer, waarvan de producten resulteren in activatie van inflammatoire en immuun responsen in de darm alsook wijzigingen in de functies van het darmepiteel. Daarnaast worden ook specifieke antimicrobiële peptiden, zgn. defensinen, vrijgesteld die op hun beurt een belangrijke rol spelen in de bescherming van de gastheer tegen luminale microben. Het uitgevoerde onderzoek toonde aan dat een welbepaalde transcriptie factor, NF-kB, een centrale rol speelt in de regulatie van deze respons na infectie met enteroinvasieve bacteriën. Uit in vitro studies bleek dat inhibitie van NF-kB deze respons volledig kan onderdrukken. Recent uitgevoerde studies bevestigen de sleutelrol van NF-kB in de inductie van darm inflammatie zodat NF-kB actueel een belangrijke potentiële target is geworden in de behandeling van chronische inflammatoire darmziekten.
Luc MACHIELS – Burg. Ir.Toegepaste Wiskunde – UCL naar Massachusetts Institute of Technology, Cambridge
Luc MERTENS – Lic. in Germaanse Filologie – KUL naar Mayo Clinic in Rochester
Dominique VANWIJNSBERGHE – Lic. Kunstwetenschappen – Doctor Kunstwetenschappen – UCL en KUL naar Princeton University – Department of Art and Archaeology – Hij werkte er onder leiding van Professor James H. Marrow, eminent specialist van de kunst van de oude Nederlanden in de 15de eeuw en onderzoeker met een internationale reputatie op gebied van de verluchting. Vanuit Princeton Kreegt hij de kans het merendeel van de handschriften, die bewaard worden op de oostkust van de Verenigde Staten grondig te bestuderen. Volgende bibliotheken werden bezocht : New York (Pierpont Morgan Library, Public Library), Philadephia (Free Library, Museum of Fine Arts, Rosenbach Museum, Library Company of Philadelphia), Baltimore (Walters Art Museum), Boston (Isabella Gardner Museum), Princepton (Art Museum, University Labrary). Op uitnodiging van Dr. Thomas Kren, conservator van de westerse handschriften in het Getty Museum van Los Angeles, heeft hij zijn vorsingswerk verder gezet op de westkust. Hij maakte van de gelegenheid van zijn verblijf aldaar gebruik om eveneens in de Huntington Library van San Marino te werken. Alle bestudeerde handschriften werden beschreven. Vaak konden foto’s of fotokopies van microfilms bekomen worden. Deze rijke documentatie werd overgemaakt aan het Studiecentrum Vlaamse Miniaturisten in Leuven. Dit verblijf bood hij de kans de publicatie van het eerste deel van zijn doctoraat voor te bereiden, dat in 2001 verschenen is. Andere artikels konden aangevat of afgewerkt worden, zoals de studie van een voorpagina van een cartularium van het Doornikse Sint-Jacobshospitaal. Deze studie werd gerealiseerd in het kader van een seminarie gegeven door Professor Marrow. Contacten die in Philadelphia werden gelegd resulteerden in een deelname aan de catalogus van de tentoonstelling Leaves of Gold (Philadelphia Museaum of Fine Arts, 2001).
Didier VERMEIREN – Burg. Ir. Elektronica en Telecommunicatie – ULB naar Stanford University – Scientific Computing & Computational Mathematics
Katelijn VLEUGELS – Burg. Electrotechnisch Ir. (Micro-elektronika) KUL naar Stanford University
1996-1997
Thierry ARNOULD – Doctor in de Wetenschappen – FUNDP naar Harvard Medical School, Boston – Zijn psot-doctorale navorsing in het laboratorium van Dr. G. Walz (Afdeling Nefrologie, Beth Israel Deaconess Medical Center, had tot doel de ontwikkeling en de afkomst te begrijpen van het « Autosomal Dominant Polycystic Diesease (ADPKD) » ook nierpolykystose genoemd en dit op moleculair niveau. De navorsing betreffende deze veel voorkomende genetische ziekte die ongeveer één persoon op 1000 treft staat nog in haar kinderschoenen. Mutaties in twee genen (PKD1 en PKD2) waarvan de functie nog onbekend is, blijken verantwoordelijk te zijn voor de vorming van niercysten. Deze twee genen werden respectievelijk in 1994 en 1995 gekloond. Men bestudeert de transductiegegevens afgeleid door deze genen, de polycystine 1 en de polycystine 2 en tracht ze te begrijpen. Men weet inderdaad dat mutaties in deze twee proteïnen, die waarschijnlijk verantwoordelijk zijn voor het verliezen van hun functies, de ontwikkeling van de ziekte veroozaken. Er is echter nog niets bekend wat hun functie(s) betreft. De benadering van het laboratorium heeft dus als doel na te gaan welke proteïnen met de polycystine 1 en 2 interageren, deze te karakteriseren en de wijze(n) van transductie die geaktiveerd wordt door deze twee moleculen te bestuderen. Het cellulair antwoord in termen van proliferatie, differentiatie en apopose worden bestudeerd. De resultaten van deze navorsingen worden hieronder uiteengezet. De nierpolykystose is een erfelijke ziekte verantwoordelijk voor 8 à 10% van het verliezen van de nierfunctie, waarvoor een dialysebehandeling en/of een orgaantransplantatie noodzakelijk zijn. Mutaties in minstens twee genen blijken de epitheelcellen van de renale tubuli in een onvolledige staat van differentiatie te behouden. Deze toestand wordt onder andere gekarakteriseerd door de proliferatie en secretie van vloeistof, die tot de vorming van cysten leidt. Het gen PKD1 kodeert een glycoproteïne voor de polycystine 1. Deze zou een rol kunnen spelen in de interactie tussen de cellen onderling of tussen de cellen en de proteïnen van de extracellulair matrix. Het gen PKD2 kodeert voor een proteïne die een verwantschap vertoont met een calciumkanaal. Deze analyse maakt het mogelijk aan te tonen dat deze twee proteïne fysisch interageren door hun carboxyuiteinde en dit zowel in de gist cellen als in vivo na transfectie. Dit impliceert dat deze moleculen een gemeenschappelijke weg voor het doorzenden van een signaal hebben, onder andere in de tubulogenese van de nier. Er werd tevens aangetoond dat het product van het gen PKD1 interageert met een « Regulatory G-Protein Signaling » (RGS), een proteïne die de GTPasische activiteit van de subdivisie &l van de heterometische proteïnen stimuleert. De polycystine zou dus de transmissieweg van het signaal dat geïnitialiseerd wordt door de receptor die gekoppeld is aan de proteïne-G kunnen moduleren. Er werd ook bewezen dat de polycystine de transcriptionele activiteit van de cellen moduleert door het activeren van een stroom van kinaseproteïne en uiteindelijk de factor AP-1. Deze studies hebben als doel beter in te zien welke rol de polycystinen spelen in de ontwikkeling van de nier en de pathologische toestand van de renale polykystose.
Valérie BADA – Licenciate in de Germaanse Filologie – ULg naar Harvard – Het jaar dat zij in Harvard als « Visiting Fellow » bij het departement Vergelijkende Literatuur heeft doorgebracht, heeft haar in staat gesteld haar dissertatie-onderzoek verder uit te bouwen. Dit dissertatie-onderzoek heeft als onderwerp : de uitbeelding van de slavernij zowel in het Franstalige/Engelstalige Antilliaanse en Afrikaanse toneel als in het Afro-Amerikaanse toneel. De seminaries waaraan zij deelgenomen heeft, en de gedachtenwisselingen, o.a. tijdens het wekelijkse colloquium van het « Du Bois Institute for Afro-American Research » zijn erg nuttig geweest. Zij heeft het geluk gehad mee te werken aan het CD-Rom project van de werkgroep van het « Du Bois Institute » over de transatlantische handel in slaven. Het wordt binnenkort bij « Cambridge University Press » gepubliceerd. Deze onverwachte medewerking heeft het voor haar mogelijk gemaakt om deel te nemen aan een van de belangrijkste projecten die door Harvard worden gesteund. Tot nu toe zijn er al 27.224 transatlantische reizen geïnventariseerd. Zij heeft eveneens meegewerkt aan een bijkomend publicatieproject over de opstanden van de slaven tijdens de « middle passage », de schrikaanjagende reis van de Afrikaanse slaven naar Amerika. Ze is nu volop bezig met het schrijven van haar dissertatie-onderzoek dankzij een NFWO-mandaat van aspirant (Université de Liège)
Gisèle DEBLANDRE – Doctor in de Chemische Wetenschappen – ULB naar Salk Institute for Biological Studies, San Diego, Developmental neurobiology – De vorming van diverse celtypen vanaf één enkele cel is een essentieel proces in de ontwikkeling van een organisme. Twee mechanismen worden gehanteerd om het lot van zustercellen te bepalen : het eerste is intrinsiek en impliceert determinanten die slechts aan één van de twee dochtercellen overgebracht worden bij de celdeling, het tweede is extrinsiek en vereist interacties tussen de naburige cellen. Bij de Drosofila (azijn- of banaanvlieg), nemen de proteïne Notch en Delta, respectievelijk receptor en ligand, deel aan een extrinsiek differentiatiemechanisme. Deze differentiatie controleert de vorming van een groot aantal weefsels waaronder het zenuwstelsel. Als een van deze proteïnen gemuteerd wordt, verhoogt het aantal geproduceerde neuronen drastisch ten koste van de epidermaalcellen. Een andere proteïne, nl. Numb, is een intrinsieke determinant die enkel wordt overgebracht op de cel die een neuron zal worden bij de deling van de precurssorcel. Bij afwezigheid van Numb, wordt er dus geen enkele neuron geproduceerd. Het is voorts gebleken dat Num het signaal van Notch op negatieve wijze reguleert. Bij de gewervelde dieren is de verscheidenheid van celtypen die het zenuwstelsel voortbrengt evenredig met zijn indrukwekkende complexiteit. De ontwikkeling van het primair zenuwstelsel van Xenopus wordt door het onderzoeksteam van Dr. Kintner als model genomen om het diefferentiatiemechanisme in neuronen bij de gewervelde dieren te doorgronden. Ten eerste, heeft men bewezen dat het mechanisme dat de gewervelde tegenhangers van Notch en Delta impliceert behouden blijft bij de Xenopus. Het proces kan beïnvloed worden in de embryonale ontwikkeling door injectie van ARN die voor diverse factoren in dat mechanisme codeert. Overtollige neuronen worden geproduceerd als men het Notch en Delta systeem afremt en de neuronen verdwijnen, als men het systeem aktiveert. Het project had tot doel na te gaan of er een gewervelde tegenhanger van Numb zou bestaan die dezelfde functie zou hebben bij de ontwikkeling van het zenuwstelsel bij de gewervelde dieren als Numb bij de vliegen heeft. De proteïne van de Xenopus, tegenhanger van Numb (X-Numb) werd in het kader van deze studie gekloond. Zij is voor 69 en 34% gelijk aan haar tegenhangers bij de muis en Drosofila en het functioneel domein van Notch blijft sterk behouden. Het profiel bij hybridisatie in situ toont aan dat X-Numb sterk aanwezig is op de grens tussen de neurale plaat en het ectodermaal weefsel. Wanneer de neurale plaat dichtgaat om de neurale buis te vormen, komt X-Numb doorsaal op hem staan maar blijft echter afgezonderd in een niet neurale ectodermische regio. In een latere stadium komt X-Numb tot uiting in verschillende klieren, de wervelkolom, de ogen, de gehoorblazen en de huid. Testen in vitro hebben aangetoond dat X-Numb zich op X-Notch kan vasthechten, wat suggereert dat X-Numb, zoals zijn tegenhanger bij de Drosofila, in staat is de functie van Notch te inhiberen. In vivo werd het effect van de overdreven expressie van X-Numb in embryo’s in ontwikkeling onderzocht. De overexpressie van X-Numb heeft geen invloed op het totaal aantal primaire neuronen, noch op diverse subgroepen van neuronen die door verschillende differentiatietekens identificeerbaar zijn. Een verminkte vorm van X-Numb die enkel het vasthechtingsdomein van Notch behoudt wordt nu onderzocht omdat deze vorm van X-Numb zich blijkbaar zoals een negatief dominant gedraagt; m.a.w. als een proteïne die in staat is de functie van de endogene proteïne af te schaffen. Het effect van de afschaffing van de X-Numbaktiviteit op de ontwikkeling van de weefsels en de organen die X-Numb tot uiting brengen wordt nu onderzocht.
Mireille DELHASE – Doctor in de Medische Wetenschappen – ULg en VUB naar University of California, San Diego, School of Medicine, La Jolla
- Kontrole van de weefsel-specifieke expressie van de groeihormonen en prolactine genen.
Groeihormoon (GH) en prolactine (PRL) worden respectievelijk door de somatotrope en lactotrope cellen in het pars anterior van de phypofyse gesynthetiseerd. De Synthese van beide hormonen wordt gecontroleerd door een weefsel-specifieke transcriptiefactor GHF-1 (Pit-1), die beide genen activeert. Bovendien speelt GHF-1 een sleutelrol in de embryonaire ontwikkeling van de hypofyse, en is het van essentieel belang voor de proliferatie, determinatie en differentiatie van de precursoren van de somatotrope cellijnen. Hoewel GHF-1 in beide celtypes wordt ge-exprimeerd, activeert het enkel het GH-gen in de somatotropenen het PRL-gen in de lactotropen. Dit doet de vraag rijzen : hoe kan eenzelfde transcriptiefactor verschillende genen activeren in verschillende celtypes ? Eén van de hypothesen is dat er in elk celtype een co-activator bestaat, die telkens in synergie met GHF-1, één gen per celtype activeert. Om deze vraag te beantwoorden werd een groot aantal genen gecloneerd met een differentiële expressie voor GC-cellen (somatotropen) en 235-1 cellen (lactotropen) door middel van de recent ontwikkelde RDA (« Representational Difference Analysis »). Deze techniek, die essentieel gebaseerd is op substractiehybridisatie van complementaire DNA’s (cDNA’s) van transcripten van twee sterk gelijkende celtypes met een differentiële expressie, gekoppeld aan PCR (« Polymerase Chain Reaction ») voor amplificatie van de cDNA’s. Aldus werden er 15 cDNA’s gecloneerd die preferentieel in de lactotrope celle exprimeren, en 16 cDNA’s met preferentiële expressie in de somatotropen. Sekwentie-analyse toonde aan dat de meerderheid van deze cDNA’s afkomstig waren van reeds gekende gecloneerde genen. De cDNA’s van nog niet gekarakteriseerde genen zullen verder worden bestudeerd, en hun rol in de kontrole van de expressie van Gh- en PRL-genen.
- Zuivering en karakterisatie van het IkB-kinase complex (IKK), dat tussenkomt in de activatie van de transcriptiefactor NF-kB
Transcriptiefactoren van de NF-kB/Rel-familie spelen een centrale rol in de immunitaire en inflammatoire reacties op verschillende extracellulaire stimuli, zoals pro-inflammatoire cytokines, bacteriële en virale infecties, en forbol-esters. NF-kB wordt gereguleerd door interacties met inhiberende eiwitten (IkB’s), die zijn translocatie naar de celkern blokkeren. Als respons op stimuli worden de IkB’s snel gefosforyleerd, ontbonden en afgebroken. Als gevolg daarvan komt NF-kB vrij, dat dan translokeert naar de celkern en de gentranscriptie activeert. Recent werd een cytokine-gevoelig IkB-kinase complex (IKK) geïdentificeerd, en twee subeenheden ervan, de proteïnekinases IKKa en IKKb, werden gezuiverd. Van deze twee kinases werd de moleculaire cloning nu uitgevoerd. Hun rol in de activatie van NF-kB wordt thans bestudeerd. Deze studie werd recent gepubliceerd (Zandi et al.: Cell 1997; 91, 243-252).
Pierre VANDERHAEGHEN – Doctor in de Genees- Heel- en Verloskunde – ULB naar Harvard Medical School Dept of Cell Biology, Boston, Massachusetts – De genese van neuronale connecties is een van de meest complexe problemen van de biologie van de ontwikkeling. Men is het erover eens dat de topografische specificiteit van de connecties wordt bepaald onder invloed van de moleculen voor neuronale erkenning : dit is de hypothese van de chemoaffiniteit. De identiteit van deze moleculen is lang totaal ongekend gebleven, tot recente studies ervan uitgingen dat de membranaire receptoren, ook Eph genoemd, en hun liganden, de efrinen onder andere deze topografische kentekens vormen bij de lagere gewervelde dieren. Het moleculaire mechanisme van de genese van de specifieke neuronale connecties bij de zoogdieren blijft echter onduidelijk, meer in het bijzonder, wat betreft zijn specifieke structuren zoald de thalamus of de neocortex. Tijdens zijn post-doctoraal verblijf in de VS heeft hij de rol van de efrinen en hun receptoren in het embryonaal visueel systeem van de muis gekarakteriseerd door hybridisatie in situ, studies van de verbanden in situ en testen van axonale begeleiding in vitro. Zo heeft hij met zijn werkgroep de uitdrukking van de efrinen in het daglicht kunnen stellen in elke visuele kern van de muis en meer in het bijzonder, op het niveau van de lichamen corpora geniculata laterales, die de voornaamste link van het bewuste gezichtsvermogen vormen. Zij hebben onder meer de corresponderende receptors opgespoord in het netvlies en de specifieke topografische invloed van de recombinante efrinen op de axonale begeleiding van het netvlies in vitro aangetoond. Uit deze gegevens blijkt zeer duidelijk dat de efrinen bij de ontwikkeling van de visuele connecties van de zoogdieren betrokken zijn.
Lieven VANDERSYPEN – Burg. Elektrotechnisch-Werktuigkundig Ingenieur – KUL naarUniversity of Stanford – Bulk Spin Quantum Computation : Hij haalde er het diploma « Master of Science in Electrical Engineering » op 15 juni 1977. Hij greep de kans om naast het volgen van gewone vakken, onderzoek te verrichten in twee verschillende onderzoeksgroepen. In de winter bestudeerde hij de fundamentele limieten voor de detectie van zwakken externe krachten met behulp van « microcantilevers », in de groep van Prof. Y. Yamamoto. In de lente vervoegde hij de groep van Prof. J. Harris en startte zijn onderzoek in « Bulk Spin Resonance Quantum Computation ». In januari 1997, slaagde hij voor toelatingsexamen tot Ph.D. programma van het departement Electronica. Stanford bood hem in mei een « Stanford Graduate Fellowship » aan, dat inschrijvingsgeld en een maandelijkse bijdrage dekt gedurende 12 trimesters. Hij besloot intussen in de groep van Prof. J. Harris te blijven voor een doctoraat en gaat verder werken aan het onderzoek dat hij in de lente gebon. In dat kader, was hij mede-auteur van een « conference paper » (ISSCC) en een « journal paper » (Nature).
Kris WAGNER – Licentiaat in de Rechten – KUL naar Harvard Law School, Cambridge, Massachusetts – Hij behaalde een « Master of Law ». Hij volgde de vakken « Criminal Law » (Alan Dershowitz); « Introduction to American Law » (Abram Chayes); « Moral Reasoning 32 »; « Justice » (Michael Sandel); « Moral Reasoning 22 »; « Reason and Evaluation » (Thomas Scanlon); « Jurisprudence »; « Legal Ideals » (Lewis Sargentich); « Constitutional Democracy » (Roberto Unger & Frank Michelman). Hij nam deel aan de « Thesis Writing Workshop » (Helen Hartnell) en hij schreef een scriptie (onder begeleiding van Joseph Singer).
1996-1997
Benoît WALTREGNY – Licentiaat in de Rechten – ULg naar Harvard University – International Commercial Law
Thierry ARNOULD – Doctor in de Wetenschappen – FUNDP naar Afdeling Nefrologie, Beth Israel Deaconess Medical Center, Harvard Medical School, Boston – Autosomal Dominant Polycystic Diesease (ADPKD)
Valérie BADA – Licentiate in de Germaanse Filologie – ULg naar Harvard, departement Vergelijkende Literatuur – De utibeelding van de slavernij zowel in het Franstalige/Engelstalige Antilliaanse en Afrikaanse toneel als in het Afro-Amerikaanse toneel.
Gisèle DEBLANDRE – Doctor in de Chemische Wetenschappen – ULB
Mireille DELHASE – Doctor in de Medische Wetenschappen – ULg en VUB
Pierre VANDERHAEGHEN – Doctor in de Genees-, Heel- en Verloskunde – ULB
Lieven VANDERSYPEN – Burgerlijk Elektrotechnisch- Werktuigkundig Ingenieur – KUL naar Stanford University – Bulk Spin Resonance Quantum Computation.
Kris WAGNER – Licentiaat in de Rechten – KUL naar Harvard Law School, Cambridge, Massachusetts, U.S.A. – Criminal Law – American Law
1995-1996
Johannes VAN BIESEBROECK – Licentiaat in de Economische Wetenschappen – KUL
Michiel DEHAENE – Burgerlijk architekt Ingenieur – KUL naar Harvard University Graduate School of Design – Dit jaar maakte deel uit van een tweejarige Master-opleiding. In juni 1997 heeft hij na het afwerken van een tweee jaar de graad van « Master of Architecture in Urban Design » behaald. Deze opleiding is een voortgezette scholing in het stedebouwkundig ontwerpen. De opleiding bestaat naast een theoretische opleiding voor een belangrijk deel uit projectonderwijs. Elk semester wordt onder de leiding van een van de vaste docenten of van buitenlandse gestdocenten in « workshops » aan een specifiek ontwerp-project gewerkt. Het internationale niveau waarop Harvard zowel studenten als gastdocenten kan aantrekken geeft aan deze samenwerking een bijzondere dynamiek mee. Hij had de kans om binnen dit kader met David Childs (« headdesigner Skidmore Owings and Merrill New York »), Philippe Robert en Adriaan Geuze (West 8) samen te werken. Deze voortgezette opleiding in het Stadontwerp werd ondernomen in voorbereiding tot het doctoraal onderzoek dat hij begin 1998 heeft aangevat aan de Katholieke Universiteit Leuven onder de leiding van Professor Marcel Smets.
Bruno FUKS – Licentiaat in de Botanische Wetenschappen – ULB naar Rutgers Universiteit – De biogenese van introcellulaire organellen (celkern, mitochondriën, chloroplasten, enz.) vertoont op één punt sterke overeenkomsten : het grootste deel van de eiwitten van mitochondriën en chloroplasten en alle eiwitten van de celkern worden buiten deze organellen gesynthethiseerd op vrije ribosomen in het cytoplasma. De nieuw gesynthethiseerd eiwitten hebben een additionele peptide sequentie aan de amino terminus die ze specifiek aan het juiste celcompartiment adressert. De import van deze eiwitten in ieder organel hangt af van de interactie tussen de « adres » sequentie en een receptor op het oppervlak van het organel. Een onderzoeksgroep aan de Rutgers Universiteit heeft onlangs aangetoond dat chloroplasten verschillende receptoren aan hun oppervlak hebben die, uit alle eiwitten die in het cytoplasma circuleren, die eiwitten herkennen die betrokken zijn bij het functioneren van de choroplast (bijv. bij de fotosynthese). Deze receptoren maken de translokatie van deze eiwitten mogelijk. Gedurende het jaar 1996 heeft zijn groep twee additionele receptoren in de envelop van het organel geïdentificeerd. Hun manier van associatie in de membraan en hun rol in het importmechanisme zijn opgehelderd. Hierbij werd een onderzoeksstrategie gevolgd die bestaat uit het fixeren van de eiwitten aan de membraan van de chloroplasten tijdens hun doorgang en het identificeren van receptor – « adres » sequentie complexen d.m.v. een radioactief label. De fixatie van de eiwitten aan hun receptoren vereist energie, gegenereerd door de fotosynthese in de vorm van adenosinetrifosfaat. De pogingen ondernomen om de afzonderlijke delen van de importmachinerie van chloroplasteiwitten te karakteriseren hebben ook geleid tot clonering van de receptors en hun expressie in microorganismen. Het gebruik van moelculairgenetische technieken maakt het ook mogelijk de relatie tussen structuur en functie van iedere constituent op te helderen voor zowel de geïsoleerde constituent als voor de constituent geassocieerd met andere delen van de importmachinerie.
Florence JAUMOTTE – Licentiate en Meester in de Economische en Sociale Wetenschappen – FUNDP naar Departement economie aan de Universiteit van Harvard – Ze heeft er doctorale cursussen gevolgd in macroeconomie, microeconomie en econometrie, waarvan ze de examens heeft afgelegd. Deze cursussen hebben haar een grondige kennis verschaft van de economische theorie en van de analytische en econometrische technieken noodzakelijk voor haar doctoraal onderzoek. Op basis daarvan zet ze nu haar onderzoek voort in de theoriën van verbruik, sparen en economische groei.
Philip JOOS – Licentiaat in de Economische Wetenschappen – Speciaal licentiaat in de Financiële Wetenschappen – UG naar Graduate School of Business van Stanford University – Hij volgd er het eerste jaar van zijn doctorale studies in accounting. Het doctoraal programma bestaat uit het volgen van doctorale lessen en seminaries in de eerste twee jaren, en het uitvoeren van onderzoek dat leidt tot een doctoraatsthesis in het derde en vierde jaar. In het eerste jaar (1995-1996), heeft hij zich vooral toegelegd op het bijwonen van de volgende cursussen : micro-economie, econometrie, statistische modellering, financiële economie, lineraire algebra, reële analyse, financiële rapportering, theoretische modellering in accounting, en empirische aspekten in finance. Het « accounting departement » van de GSB is vorig jaar als beste in de V.S. genomineerd zowel op het vlak van onderzoek als op het vlak van kwaliteit van lesgeven. Hij werkt samen met de Professoren William Beaver, Mary Barth en Maureen McNichols. Op het einde van zijn eerste academiejaar, heeft hij zijn onderzoeksactiviteiten aangevangen, wat geleid heeft tot een « working paper » in het domein van financiële voorspelling. In dit document behandelt hij de voorspelling van rendement op het eigen vermogen van een onderneming via factoren zoals sector competitie, risico, kapitaalintensiteit en kenmerken van het boekhoudproces. Hij heeft deze studie op 4 december 1996 geprensenteerd in Stanford, en op 24 april 1997 op de « European Accounting Association Conference » in Graz (Oostenrijk). Hij hoopt een internationale publicatie te halen in een van de toptijdschriften in accouting.
Géraldine NOLENS – Licentiate in de Rechten – KUL naar University of Chicago – Zij heeft er een « Master in Laws » diploma behaald. Zij verkoos deze bestemming omwille van de « Law and Economics » traditie waarvoor de Universiteit bekend staat. Om een algemene inleiding te bekomen tot het « Common Law » systeem, besloot zij gedurente het eerste trimester « Torts » (Professor Sykes) te volgen. In het kader van deze cursus schreef zij een rechtsvergelijkende dissertatie inzake « Produktaansprakelijkheid ». Getrouw aan de Chicago-traditie volgde zij ook « Law and Economics » (Professor Landes) en een seminarie in « Game theory » (Dean Baird). Verder legde ze zich vooral toe op vakken die zich best uit een economisch standpunt laten analyseren, zoals vennootschapsrecht (Professor Ramseyer), beursrecht (Professor Choi) en mededingingrecht (Professor Rosenfield). Uit interesse volgde zij ook een cursus auteursrecht (Professor Landes) en internationale handelsbetrekkingen (Professor Sykes). Zij was lid van ht organiserend comité van de « European Student Association ». Ter aansluiting van haar verblijf legde zij met succes het toelatingsexamen van de balie van New York af.
Catherine SADZOT – Doctor in de Wetenschappen – ULg naar Stanford University, U.S.A. – Net als de andere herpesvirussen kan het varicella- en gordelroosvirus (VGV) latent aanwezig zijn in het organisme; na de primaire infectie (varicella) bereikt het virus de sensoriële ganglia van de gastheer en blijft er jarenlang latent aanwezig woordat het weer geactiveerd wordt (gordelroos). Over de mechanismen die tot latentie leiden en het latent blijven in de hand werken, is nog heel weinig bekend maar uit epidemiologische gegevens blijkt dat de immuniteit, in het bijzonder die met cellulaire mediatie, hierbij een belangrijke rol speelt; de reactivatiefrequentie neemt bij immunodificiënte patiënten significant toe. Onlangs hebben verschillende ploegen onderzoekers proefondervindelijk bewezen dat er bij latentie een virale proteïne (IE63 : Immediate Early protein 63) aanwezig is. De precieze rol van deze proteïne, die zowel bij een acute infectie als bij latentie aanwezig is, is niet bekend maar het feit dat men nu weet dat die proteïne wel degelijk bestaat stelt ons in staat nieuwe hypotheses te formuleren in verband met de mechanismen die betrokken zijn bij virale latentie. Bovendien is het mogelijk dat deze proteïne, als ze bij latentie in ruime mate aanwezig is, een belangrijke mikpunt vormt van het immuunstysteem. Het verblijf in het laboratorium van Professor Ann Arvin, heeft haar in staat gesteld een onderzoek te doen naar het immunogene karakter van deze proteïne bij gezonde volwassen patiënten die varicella hebben gehad. Haar studiegroep heeft aangetoond dat er in het serum van deze patïënten antilichamen voorkomen die de IE63-proteïne specifiek herkennen. Anderzijds hebben in vitro lymfocytaire proliferatietests, waarbij een gezuiverde vorm van de proteïne gebruikt werd, de aanwezigheid van geheugen-T-cellen in het bloed aangetoond die specifiek tegen deze proteïne gericht zijn. Bij de in vitro stimulatie wordt eveneens IFN-y geproduceerd, wat erop wijst dat de reactie voornamelijk van type Th-1 is. Cytotoxiciteitstests met autologe doelcellen waarbij de IE63-proteïne aanwezig is, leidden tot de lysis van deze doelcellen. De eefficiëntie van deze lysis kan vergeleken worden met de in de literatuur beschreven resultaten van experimenten met doelcellen waarbij een andere proteïne van het VGV met een duidelijk immunogeen karakter aanwezig is. Het onderzoek dat in Stanford is uitgevoerd en in (The Journal of Immunology » (1997, 159: 2802-2806) is gepubliceerd, heeft de studiegroep in staat gesteld het immunogene karakter van de IE63-proteïne van het VGV te staven. Deze proteïne, die gezien de aanwezigheid bij latentie van essentieel belang is, stimuleert het immuunsysteem, wat leidt tot een humorale en cellulaire reactie die vergeleken kan worden met die bij andere proteïnes. Het zou erg belangrijk zijn deze immune reactie te kunnen preciseren en op zoek te gaan naar een eventuele correlatie tussen de frequentie van reactivatie en de vermindering of dysfunctie van de immune reactie ten opzichte van de IE63-proteïne.
Frederik VERMEULEN – Master of Science in Electrical Engineering – KUL naar Stanford University – Tijdens het studieverblijf werden twee doestellingen nagestreefd en verwezenlijkt : het behalen van het diploma « Master of Science in Electrical Engineering » en actieve deelname aan het onderzoek in het « Computer Systems Laboratory » van het « Electrical Engineering department » van de Stanford Universiteit. Het gevolgde lessenpakket concentreerde zich rond computergesteund ontwerp van gëïntegreerde schakelingen (G. De Micheli, M. Horowitz, D. Dill), systeembeschrijvingstalen (G. De Micheli, D. Luckham), computerarchitectuur (J. Hennessy, N. Saxena) en ontwerp van digitale schakelingen (M. Horowitz, B. Wooley). Dit werd aangevuld met seminaries in ht « Computer Systems Lab » en het ontwerp van een « microcontrollerchip » (M. Horowitz). Het onderzoekswerk werd uitgevoerd in de groep van Professor G. De Micheli, die zich toespitst op synthese van laagvermogen digitale systemen en gelijktijdig ontwerp van hardware en software. Een eerste project hield het ontwerp in van een vertaler van een functionele beschrijving van een schakeling naar een logische beschrijving. In het tweede project werd een nieuwe methode ontwikkeld om complexe eindige-toestandmachines op te delen in eenvoudigere submachines ten einde het vermogenverbruik te beperken.
1994-1995
Véronique ARNOULD – Doctor in de Geneeskunde (Oftalmologie) – UCL
Nicole HUYGHE – Bio-ingenieur in de Bouwkunde – UG
Karlien VANDERHEYDEN – Licentiate in de Psychologische Wetenschappen – UG
Bert DEBUSSCHERE – Burgerlijk Ingenieur – KUL naar de University of Wisconsin, Madison, U.S.A. – Hij studeerde er voor een « Master of Science degree in Mechanical Engineering ». Voor zijn eindwerk deed hij onderzoek in samenwerking met Professor K.W. Ragland in het kader van milieuvriendelijke energieproductie via verbranding van volledige boomstammen. Bij dergelijke verbranding komen veel gassen vrij die de warmte- en stofoverdracht, en daarmee ook de verbranding, aan het oppervlak van de boomstammen bemoeilijken. Hij onderzocht experimenteel de warmte- en stofoverdracht tussen een buizenbundel en een luchtstroom. Deze luchtstroom verdampte water vanuit de grenslaag rond de buizen zodat de buizenbundel model stond voor warmte- en stofoverdrachtsprocessen aan het oppervlak van uitgassende boomstammen. Na het behalen van zijn « Master’s » graad in december 1995, studeerde hij verder te Madison voor een « Ph.D. in Mechanical Engineering ». Hij onderzoekt momenteel de warmteoverdracht en diffusieverbranding in turbulente stromingen via directe numerieke simulatie. Dit onderzoek gebeurt in samenwerking met Professor C.J. Rutland in het « Engine Research Center » van de Universiteit van Wisconsin. Hij hoopt af te studeren in mei 1999.
Kristin HENRARD – Licentiate in de Rechten – KUL naar Harvard University – De buitenlandse LL.M. studenten werden reeds midden augustus 1994 op campus verwacht voor een « orientation week » waarin uitleg werd gegeven over het studentenleven in Cambridge, over de molegijke cursussen, over de procedure die moest gevolgd worden bij de verandering van cursussen enz…Er werd ook heel wat aandacht besteed aan de verschillende studentenorganisaties vermits de LL.M. studenten werden aangeraden daaraan deel te nemen. Zij zal in het « board » van twee van dergelijke organisaties nl. de « Islamic Law Forum » en de « European Law Association. In het eerste termijn, heeft zij het vak grondwettelijk recht door Professor Mansfield gevolgd, evenals « Introduction to American Law » en het vak « Laws of War » door Professor Andersen. Doorheen heel het jaar was er ook een cursus voorzien inzake « Legal Writing ». In het tweede termijn, heeft zij een bijkomende cursus grondwettelijk recht waarin vrijheidvan meninsuiting verder werd uitgediept (gastprofessor) gevolgd. In het laatste termijn, tenslotte heeft zij de cursus internationale mensenrechten door Professor Andersen en het vak « Foreing Investment in Natural Ressources » door Vice Dean Smith gevolgd evenals een seminarie in de « Fletcher School of Law and Diplomacy » over « forced migration » gedoceerd door Professor Rogers (« cross-registration » was toegelaten). Begin juni 1995 was de graduatie plechtigheid.
Alain JOUSTEN – Licentiaat in de Economische Wetenschappen – ULg naar Massachusettes Institute of Technology, Cambridge, Massachusetts – In september 1994 begon hij aan doctorale studies in economische wetenschapper. Deze studiecyclus bestaat uit twee jaar cursussen en ongeveer twee jaar navorsing. Zijn eerste jaar in Cambridge wijdde hij voornamelijk aan cursussen over basistheorieën en dit zowel in microeconomie, in macroeconomie als in econometrie. In microeconomie volgde hij de cursussen speltheorie, algemene balans en economie van de onvolledige informatie. In macroeconomie waren de cursussen van het eerste jaar gewijd aan de theorie van het verbruit en de investering en de theorie van de economische groei. Hij had de eer de Nobelprijs-winnaar Robert Solow als docent te hebben voor de cursus economische groei. Dit was een onvergetelijke ervaring. Naast deze theoretische opleiding verdiepte hij zich nog verder in Staatsfinanciën, wat zijn huidige specialisatie is. De cursussen Staatsinkomsten en uitgaven waren zeer stimulerend. Dat was waarschijnlijk door de uiteenlopende bestudeerde thema’s, vooral op het gebied van verzekering en welzijnszorg. Maar ook de rol van de docenten valt niet te verwaarlozen, daar ze altijd de verbanden tussen de theoretische modellen en de economische en sociale realiteit legden.
Philippe MONFORT – Doctor in de Economische Wetenschappen – UCL naar Harvard University – De belangrijkste resultaten van dit verblijf zijn de volgende: 1. Specialisatie in het domein van de internationale economie via de deelname aan de lessen van het doctorale programma, aan de seminaries, evenals via contracten met de Professoren en bezoekers die in deze domeinen actief zijn dit zowel in Harvard als in MIT (Massachusetts Institute of Technology).
- Onderzoek van « Exchange Rate Pass-Trough » (gevoeligheid van het prijzensysteem aan de wijzigingen van de wisselvoet). Dit werk heeft genoten van de bijzonder stimulerende wetenschappelijke omgeving eigen aan deze Amerikaanse Universiteiten. Het was het onderwerp van talrijke discussies met bevoegde onderzoekers in dit domein en het heeft geleid tot de samenwerking met Professor M. Knetter (Dartmouth College), specialist in deze materie.
- Talrijke ontmoetingen met leden van verschillende Amerikaanse Universiteiten worden nog altijd onderhouden. Overigens, deze bijkomende vorming heeft bijgedragen tot de totstandkoming van onderzoeksprojecten die heden uitgevoerd worden. Deze projecten die de coördinatie van de macroeconomische politieken en Europa onderzoeken, hebben in het bijzonder genoten van discussies met Professor J. Sachs (Harvard University), evenals van zijn raadgevingen.
Herman VAN DE STRAETE – Burgerlijk Werktuigkundige Elektrotechnisch Ingenieur – KUL naar Departement mechanica van het Massachusetts Institute of Technology – Hij studeerde er van september 1994 tot augustus 1995 en behaalde er de graad van « Master of Science ».Naast een verplicht vak wiskunde koos hij voor cursussen over systeemtheorie H-controle, digitale controle en robotica. Deze disciplines zorgden voor een verdieping van zijn kennis in de mechatronica, de afstudeeroptie waarin hij in juli 1994 het diploma burgerljik werktuigkundig ingenieur aan de Katholieke Universiteit Leuven behaalde. Ze vormden tevens de basis voor zijn master thesis bij Professor Kamal Youcef-Toumi met als titel « Physical Meaning of Zeros and Transmission Zeros form Bond Graph Models ». Gelijktijdig met het onderzoek voor deze thesis volgde hij een cursus aan het departement taalkunde van M.I.T. specifiek over het schrijven van wetenschappelijke teksten en verslagen. Nadat hij in juni 1995 de « Master degree » had behaald, stelde Professor Youcef-Toumi hem voor een artikel te schrijven over zijn thesis. Dit werd ingediend en aanvaard voor de driejaarlijkse IFAC wereldconferentie. Op uitnodiging van Professor Youcef-Toumi presenteerde hij zijn werk in juli 1996 op de vernoemde conferentie te San Francisco.
1993-1994
Gert MORREEL – Licentiaat in de Germaanse Filologie – UG
Frank BRISARD – Licenciaat in Germaanse Filologie – UA naar UCSD – Linguïstiek – Hij heeft zich ingeschreven in een aantal cursussen van het departement linguistiek, maar tevens in de departementen Sociologie en Cognitive Science. Zijn studies aan UCSD waren niet verondersteld uit te lopen op behalen van een diploma (M.A. of Ph.D.), aangezien hij in België reeds sinds een jaar was ingeschreven als doctoraatsstudent aan de Universiteit Antwerpen. Hij was in die periode aangesteld als aspirant van het toenmalige Nationaal Fonds voor Wetenschappeljik Onderzoek, een contract dat liep tot 1996. Aangezien het echter niet mogelijk was zich op UCSD aan te bieden als « visiting scholar/student », heeft hij zich ook in San Diego officieel als graduate student in het Ph.D. progamma (Linguistics) laten inschrijven. Het grootste deel van zijn verblijf aan UCSD heeft hij gespendeerd aan het volgen van cursussen. Bovendien is hij er ook in geslaagd bijkomend (theoretisch) onderzoek voor het eigen doctoraatsproject uit te voeren, dat zich toespitst op de problematiek van de grammaticale uitdrukking van tijd in natuurlijke taal. Dit onderzoek is grotendeels gesitueerd binnen het kader van de cognitieve grammatica , een model dat is uitgewerkt door Ronald Langacker, Professor taalkunde aan UCSD, wat meteen ook de belangrijkste motivatie annduidt voor zijn vertrek naar Californië. Tijdens het academiejaar heeft hij dan ook de vruchten kunnen plukken van de talrijke discussies, individueel en in het kader van de gevolgde lesprogramma’s, die hij met Professor Langacker heeft kunnen voeren. Tijdens de winter heeft hij, in het departement « Cognitive Science », ook de regelmatige bijeenkomsten van een leesgroep kunnen organiseren, waarin het « Mental Spaces-model » van Gilles Fauconnier onder de loep is genomen (Professor Fauconnier was zelf op deze meetings aanwezig). Tenslotte heeft hij, wat dit type van informele discussieforums betreft, het hele jaar door de wekelijkse bijeenkomen kunnen meemaken van de Cognitive Linguistics-meeting, een interdisciplinaire aangelegenheid waarop zowel Professoren als Doctoraatsstudenten hun werk mochten voorstellen. In de loop van het academiejaar heeft hij zelf vier lezingen gegeven, waaronder « The English tensesystem as an epistemic category : A study in cognitive grammar » (een presentatie van het werk uitgevoerd in het kader van zij proefschrift) en « Schematic constructions and (re)categorization » (een paper die in een latere, uitgewerkte versie is voorgesteld op de 5th International Cognitive Linguistics Conference te Amsterdam en in 1998 in artikelvorm zal verschijnen). Het merendeel van het werk dat hij tijdens zijn verblijf aan UCSD heeft voorbereid en (in voorlopige versies) voorgesteld, is inmiddels trouwens reeds gepubliceerd in internationale tijdschriften of boekvolumes. Voor zijn terugkeer naar België heeft hij zijn onderzoek van het voorbije jaar neergeschreven, terwij hij nog steeds deelnam aan de wekelijkse Cognitive Linguistics-meetings . Hij heeft toen ook gewerkt aan een aantal referee-reports voor het « Handbook of Pragmatics » (Instrumentarium), dat inmiddels ook gepubliceerd is door de « International Pragmatics Association (UIA) », waaraan hij tot op heden als « research associate » verbonden is. Tenslotte heeft hij zich in die periode tevens ingezet om, in het domein van de cognitieve taalkunde, de academische banden tussen Europese en Amerikaanse instellingen en, meer in het bijzonder, tussen UCSD en de Universiteit Antwerpen nauwer aan te halen. De overeenkomst voor een uitwisseling van publicaties tussen het tijdschrift « Linguistic Notes of La Jolla en de Antwerp Papers in Linguistics », waarvan hij op dat moment managing editor was, is hiervan een van de meer concrete restulaten geweest.
Jonas DEROO – Licentiaat in de Rechten – UG naar Harvard Law School – Hij behaalde er de graad van « Master of Laws (LL.M.) ». Zijn studie richtte zich in de eerste plaats op de ontwikkelingen in het Amerikaanse recht op het gebied van het betalingsverkeer. Onder begeleiding van Professor Hal S. Scott, bij wie hij eveneens een seminarie « Payment Systems » volgde, schreef hij een proefstuk onder de titel « Loss Allocation for Funds Transfer Error under Article 4A of the Uniform Commercial Code » gewijd aan de foutaansprakelijkheidsregeling vervat in de recente Amerikaanse regelgeving terzake. Belangrijke aandacht ging tevens naar de kritische studie van maatschappelijke instellingen en economische modellen (en in het bijzonder de verandering en geografische verspreiding ervan) in het kader van de vakken « Alternative Pluralisms » (Professor R.M. Unger) en het « The Market Economy : Diffusion or Reinvention » (Professoren R.M. Unger and G. Sachs). In het verlengde hiervan maakte hij deel uit van een delegatie die een studiereis ondernam naar Thailand en Vietnam. In deze economische en maatschappelijk sterk evoluerende landen werden contacten gelegd met, en bezoeken gebracht aan rechtsfaculteiten, rechtspratici en administratieve, gerechtelijke en financiële overheden en instellingen. Een studie van het Amerikaans contractenrecht (gedoceerd door wijlen Professor P. Areeda) bood tenslotte de gelegenheid een verder inzicht te verwerven in de bijzonderheden van de Common Law traditie.
Didier JACOBS – Licentiaat in de Economische Wetenschappen – UCL naar Harvard Kennedy School – Het programma van « Master in Public Policy » (MPP), wordt op twee jaar doorgebracht en mondt uit op loopbanen in het associatieve, politieke en openbare dienst. Het bevat cursussen over economie, statistiek, « public management » en politieke analyse. Daarbij komen optiecursussen op alle gebieden van de politiek. Ook is het moegelijk om zeer praktische cursussen te volgen over « leadership », en zelfs « hoe uw eerste verkiezing te winnen », alsook mondelinge en schriftelijke expressie seminaries. Wat betreft de kwantitatieve cursussen, wordt de klemtoon gelegd op de praktische utilisatie der technieken eerder dan op de theorie waarvan die uitkomen. De ander cursussen bevatten discussies in een klas, lezen, redactie van korte overrendende teksten, en werkgroepen die zeer verrijkend kunnen zijn dank zij de aanwezigheid van « mid-career » studenten. Het geheel wordt ingericht in een overgelijkelijk onderzoeksmilieu; voordrachten door personaliteiten van alle strekkingen, toegang tot alle cursussen, onderzoekscentra en bibliotheek van Harvard en van de MIT.
Marianne MEDOT – Doctor in de Geneeskunde – Aspirant-specialist in Plastische en Reconstructieve Heelkunde – ULg naar de Universiteit van Minnesota in Mineapolis- Gedurende het eerste deel van deze Fellowship, heeft zijn gewerkt aan het departement voor Platische en colorectale heelkunde. Het navorsingsprojekt bestond erin om een techniek op punt te stellen voor de reconstructie van de anale sphincter door overbrenging van Musculus semitendinosus van de dij met een innervatie door Nervus pendendus internus. Deze techniek die een mircroanastomose inhoudt van de zenuw van Musculus semitendinosus op de rectale tak van Nervus pendendus internus maakt het mogelijk om een normale sphincteractiviteit te bekomen zonder electrostimulatie. Dit betekent een merkwaardige vooruitgang tegenover de technieken die tot hiertoe werden gebruikt. Tijdens het tweede deel van deze Fellowship, werkte zij aan het Laboratorium voor « Wound Healing and Reparative Biology ». Haar navorsingsactiviteit ging over de rol van stikstofoxyde op het antitumorale antwoord van cytolytische T lymphocyten. Deze studie die bij de muis werd uitgevoerd, heeft aangetoond dat stikstofoxyde, geproduceerd door geactiveerde macrophagen tijdens het antitumorale antwoord een inhibitie uitoefent van de cytolytische T Lymphociten in vivo. Daarbij was het mogelijk om de cytolytische T activiteit in vivo te verhogen door een selectieve inhibitie van de synthese van stikstofoxyde door de macrophagen. Deze navorsingen zijn aan de basis geweest van verschillende nationale en internationale voordrachten en zij werden gepubliceerd. De studie over de reconstructie van de anale sphincter wordt op dit ogenblik in België voortgezet in het vooruitzicht van een klinische toepassing in de nabije toekomst.
Koenraad NORGA – Doctor in de Genees-, Heel- en Verloskunde – KUL naar Division of Pedriatric Oncology, Dana-Farber Cancer Institute, Boston, MA – Na het beëindigen van zijn geneeskundige studies aan de Katholieke Universiteit Leuven vertrok hij naar Boston, MA om er als research fellow te werken in het laboratorium van Dr. B. Mathey-Prevot. Zijn onderzoekswerk betrof de moleculair-biologische karakterisatie van de interleukine-3 receptor, een membraan-glycoproteine dat mede de bloedcelproductie regelt. Tevens werd er een aanvang gemaakt met een vergelijkende studie tussen de effecten op bloedvormende cellen van stimulatie van de receptoren van interleukine-3 (IL3), interleukine-5(IL5), granulocyte-macrophage colony stimulating factor (GM-CSF) en erythropoietine (EPO). Activering van verschillende combinatie van deze receptormoleculen leidt ofwel tot rijping of tot vermenigvuldiging van de bloedvormende cellen in het beenmerg. Hij zette dit werk voort gedurende het academiejaar 1994-1995 en is sindsdien kindergeneeskundig resident in « The Children’s Hospital – Harvard Medical School », Boston, MA, als verdere stap in zijn opleiding tot geneesheer-navorser in de kinderhemato-oncologie.
Stefaan SONCK – Burgerlijk Electrotechnisch Werktuigkundig Ingenieur – KUL naar Stanford University in California – Aan het einde van de zomer 1994, behaalde hij het diploma van « Master of Science in Mechanical Engineering ». Zijn academisch werk op Stanford bestond voornamelijk uit een twaalftal vakken. De enorme flexibiliteit van het M.S. progamma in Mechanical Engineering, liet hem toe een boeiend pakket samen te stellen met een nadruk op roobtica, artificiële intelligentie en geavanceerde systeem- en controle-theorie. Daarnaast, had hij de mogelijkheid onderzoek te doen in robot-manipulatie met Professor Khatib. In de herfst van 1994, heeft hij een doctoraat aangevat op Stanford als « Research Assistant » in het « Aerospace Robotics Laboratory » met Professor Cannon en Professor Rock. Hij verwacht zijn doctoraat, i.v.m. herbruikbare sofware voor robotica-toepassingen, te behalen in de zomen van 1998.
Kathleen VERELST – Licentiate in de Rechten – UA en KUL naar de Universiteit van Michigan, Ann Arbor – In 1994 heeft zij het diploma van « Masters in Laws » (LL.M.) behaald. Het LL.M. programma is voornamelijk bedoeld om internationaal gediplomeerden in de rechten de gelegenheid te geven het Amerikaanse Anglo-Saksische rechtssysteem te bestuderen. Aan de Universiteit van Michigan wordt de groep van LL.M.-studenten beperkt gehouden tot circa 35, om de integratie met de Amerikaanse cultuur en de Amerikaanse studenten te bevorderen. Tijdens het academiejaar 1993-1994 bestond de LL.M.studengroep uit een rechter en advocaat uit Japan, een Professor en politicus (een mederwerker van Nelson Mandela) uit Zuid-Afrika, advocaten en assistenten aan de Universiteit uit Mexico, Korea, Costa Rica, Brazilië, Indië, Zwitserland, Duitsland, Zweden, Nieuw-Zeeland, Australië, de Filippijnen en België en bijgevolg werd niet alleen het Amerikaanse rechtssysteem bestudeerd, maar waren er vele gelegenheden om het rechtssysteem van al deze landen te vergelijken, formeel, tijdens de lessen voor het vak « Introduction to Constitutional Law », verplicht voor alle LL.M.-studenten, en informeel, gedurende vele gesprekken, panels, seminaries enz…. georganiseerd door de LL.M.-studenten. Tijdens haar verblijf heeft Kathleen Verelst zich toegelegd op de studie van de volgende vakken : « Commercial Transactions », « Property Law, « Intellectual Property Law », « Business Transactions », « Trusts and Estates » en « European Community Law ». Tijdens het tweede semester heeft zij het onderwerp « Fiduciary and Trust Ownership » grondig bestudeerd en klein wetenschappelijk onderzoek verricht op het vlak van constitutionele rechtsvergelijking voor Professor Eric Stein. Na het behalen van haar LL.M.-diploma heeft zij het examen om toegelaten te worden tot de balie van New York afgelegd, waar zij nu, na drie jaar ervaring te hebben opgedaan als advocaat, werkt als bankier bij de investeringsbank Morgan Stanley Dean Witter.
1992-1993
Hendrik BOURGEOIS – Licentiaat in de Rechten – UG
Siska VANDENDRIESSCHE – Licentiate in Westelijke Filologie – UG
Rudi VANDER VENNET – Licentiaat in de Economische Wetenschappen – UG
Stefaan DECKMYN – Licentiaat in de Rechten – KUL naar University of Chicago, Law School – Hij behaalde er het diploma van « Master of Laws » (LL.M.) Uit het rijke en voortreffelijke aanbod koos hij de volgende curussen : onrechtmatige daat (« Torts ») (Professor R. Epstein), grondwettelijke recht (Professor C. Sunstein), vennootschapsrecht (Professor G. Miller); « corporate finance » (Professor D. Fishel), merkenrecht en handelspraktijken (Professor W. Landes), kartelrecht (Professor A. Rosenfield), « law and economics » (Professor D. Baird), en tenslotte « law and literature » (Professor R. Posner). Ingevolge de eerder beperktre omvang van het LL.M. programma – zo’n dertigtal studenten van over de gehele wereld – worden geen afzonderlijke cursussen georganiseerd en volgen Amerikaanse en internationale studenten steeds samen les, wat vaak interessante inter-culturele juridische discussies en gedachtenwisselingen met zich meebrengt.
Jacques LASUDRY – Doctor in Geneeskunde – ULB naar Department of Ophtalmology and Visual Sciences at the University of Wisconsin, Madison, Medical School – Hij werd ingeschakeld on der leiding van Professor D.M. Albert, in een onderzoeksprograam over de behandeling van experimenteel retinoblastoma bij de transgenische muis, met synthetische analogen van vitamine D3. Zijn verblijf werd uiteindelijk verlengd tot twee jaar. Twee nieuwe lijnen van transgenische muizen, met oogtumoren, gelijkend op het menselijk retinoblastoma, werden daarbij beschreven. Dit navorsingsprogramma liep evenwijdig met een aanstelling, gedurende twee jaar, als « Ophtalmic Pathology Fellow » aan de « University of Wisconsin Hospital and Clinics ». Dit verblijf werd verlengd met een « visiting Fellowship » van zes maand in de dienst voor « Ophtalmic Plastic and Reconstructive Surgery » van hetzelfde Departement, onder leiding van Professoren B.N. Lemke en R.K. Dortzbach.
Claire MARTIN – Ingénieur Civil Electricien – Faculté Polytechnique de Mons naar University of Stanford, department Electrical Engineering – Zij heeft er haar Master of Science met succes gevolgd, met als specialisatie telecommunicatie. Zij heeft er zesenveertig les- en practica-eenheden gevolgd die haar in staat gesteld hebben theoretische kennis op te doen en deze ook in de praktijk toe te passen in een hoogtetechnologische omgeving. Zij heeft er geavanceerde lessen kunnen volgen op gebied van lasers en optische vezelcommunicatie naast de studie van stem-, video- en datatransmissiesystemen, en va digitale omschakelingssystemen. Zij heeft deze ervaring kunnen doen in het kader van een uitzonderlijke universitaire infrastructuur, van hoog didactisch en logistiek niveau. De theoretische vorming ging gepaard met concrete oefeninge in het opstellen van technische rapporten, in het mondeling voorstellen van experimentele resultaten, in communicatie binnen interactieve klassen. De multiculturele contacten en de hoogtechnische inzichten die zij heeft kunnen ontwikkelen in een leerzame maar niettemin ontspannen sfeer eigen aan de grote Amerikaanse universiteitscampussen vormen tot op heden een belangrijke troef in de huidige functie die zij binnen het Onderzoeksdepartement van Alcatel uitoefent.
Johan MEEUSEN – Doctor in de Rechten – UA naar University of California at Berkeley – Hij studeerde er teneinde er het diploma van « Master of Laws » (LL.M.) te bekomen. Daartoe diende hij een aantal cursussen te volgen alsook een zgn. « LL.M.-thesis » te schrijven. Van deze studieperiode maakt hij vooral gebruik om een grondige kennis te verwerpen van het Amerikaanse contracten-, familie-, vluchtelingen- en conflictenrecht. De op dit laatste gebied in Berkeley verworven kennis is hem nadien in België zeer nuttig gebleken bij het schrijven van een doctoraal proefschrift omtrent het internationaal privaatrecht. Naast zijn studieactiviteiten trachtte hij zich in Berkeley ook op andere wijze te betrekken in het academische leven : als Voorzitter van de « Association of Graduate Students » trad hij er binnen de rechtsfaculteit op als vertegenwoordiger van de 25 LL.M. studenten.
Piet VAN NUFFEL – Licentiaat in de Rechten – KUL naar Harvard Law School, Cambridge, Massachusetts, U.S.A. – Hij behaalde er een « Master of Laws (LL.M.) ». Hij bestudeerde in zijn LL.M.-thesis de geschillenbeslechting in het toen pas afgesloten NAFTA-vrijhandelsakkoord (« The Settlement of Trade Disputes in a North American Free Trade Area : How International Trade Rules Can Be Enforced », promotor : J. Weiler). Naast enkele algemene vakken in Amerikaans (Corporations, Antitrust met de betreurde Professor Areeda) en internationaal recht (International Business Tansactions) hebben vooral seminaries over het Arabisch-Israelisch conflict (met Professor J. Weiler) en over Recht en Literatuur (Professor Walker) een sterke indruk nagelaten. De stimulerende wijze waarop met recht wordt omgegaan (in het bijzonder de « Critical Legal Studies ») blijken een grote inspiratiebron voor het doctoraatsonderzoek dat hij na zijn Amerikaanse studie aan de Katholieke Universiteit Leuven heeft aangevangen in het Europees re
1991-1992
Anne-Françoise ART-DELWAIDE – Licentiate in de Rechten – ULg naar Harvard Law School – Zij heeft er het programma LL.M. « Master of Laws » gevolgd aan de Rechtsfaculteit. Dit programma groepeerde ongeveer honderdvijfendertig studenten, komende uit een vijftigtal verschillende landen. Haar programma, vooral georiënteerd naar financie-en internationaal handelsrecht, bestond uit de volgende cursussen : inleiding tot de Amerikaanse rechtspraak, vennootschapsrecht, corporate finance, internationale handelstransacties en rechtsfilosofie. Ook kreeg ze de gelegenheid om twee seminaries te volgen : het ene hield verband met onderwijs van het recht en het andere handelde over de verschillende facetten van rechtspraktijk. Behaald diploma : Master of Laws juni 1992.
Miguel COTTON – Licentiaat in de Rechten – UCL naar Columbia Law School – Het LL.M. programma was bijzonder verrijkend, zowel intellectueel als menselijk gezien. Columbia Law School bood een reeks uitstekende lessen aan, hoofdzakelijk op het gebied van zakenrecht. Gezien de verscheiden omvang van het LL.M. is de opleiding van de buitenlandse studente zeer goed. Buitenlandse en Amerikaanse studenten worden er op dezelfde wijze behandeld in de mate dat ze allen deelnemen aan dezelfde cursussen. De hoeveelheid werk is zeker belangrijk maar lijkt na enkele maanden compleet draaglijk en laat zelfs een zeer gewaardeerde vrije tijd toe aan de studenten. Wat werk betreft, biedt studeren in New York het voordeel dicht bij een groot aantal « Law Firms » te zijn.
Eric DE BIE – Licentiaat in de Rechten en in het Notariaat – UA naar University of MichiganLaw School – Hij behaalde er het diploma van « Master of Laws » (LL.M.). Zijn verblijf in de V.S. was een waardevolle ervaring, zowel op menselijk als op intellectueel vlak. Niettegenstaande de beperkte omvang van het LL.M.-programma (vijfentwintig of dertig studenten) leerde hij er mensen van de meest uiteenlopende nationaliteiten en culturen kennen en waarderen. Dit contact was tegelijkertijd aangenaam en verrijkend. Tijdens het eerste semester volgde hij cursussen in grondwettelijk, kartel-, intellectueel eigendoms- en contractenrecht. In het tweede semester koos hij voor vennootschapsrecht, politieke filosofie en milieurecht en -beleid. Tenslotte schreef hij nog een verhandeling over een vennootschapsrechtelijk onderwerp. Tijdens zijn studies in Michigan aanvaardde hij een aanbod van een New York advokatenkantoor om er een aantal maanden stage te lopen. Deze stage stelde hem in staat zijn studie-ervaring in de V.S. te vervolledigen met een kennismaking met de Amerikaanse rechtspraktijk.
Hilde DE WEERDT – Licentiate in de Sinologie – KUL – Het academiejaar 1991-1992 was het eerste jaar voor belanghebbende in een programma van zes jaar voor het behalen van een doctoraat in Oostaziatische talen en beschavingen (Ph.D. in East Asian Languages and Civilizations). Van de kandidaten in dit programma wordt vereist dat zij gedurende minimum twee jaar seminaries volgen. Na deze periode moeten ze « algemene examens » afleggen met betrekking tot drie gebieden. Juff. De Weerdt volgde dus tijdens beide semesters seminaries in verband met de drie algemene vakgebieden, waarover zie in 1993 examens zou afleggen, nl. de premoderne Chinese geschiedenis, de Chinese « intellectuele geschiedenis » (premodern en modern) en de Chinese poëzie. Eén van de werken, die ze voor deze seminaries schreef, werd ter publikatie aangeboden aan een tijdschrift voor sinologie. De kennis van een tweede Oostaziatische taal is een andere vereiste in dit programma en bijgevolg leerde ze ook Japans.
Christine JACOBS – Kandidate in de Biologische Wetenschappen – Licentiate in de Biochemie ULg naar Washington University, School of Medicine te Saint-Louis – Het eerste doctoraatsjaar in de Biochemie, dat overeenstemt met het academiejaar 1991-1992 werd voorgezet aande Washington University, School of Medicine, onder de leiding van Dr. Staffan Normark, Directeur van de afdeling Moleculaire Microbiologie en evenees Hoofd van het laboratorium. Het doel van dit verblijf was aan de hand van de technieken van de moleculaire biologie het inductiesysteem van B-lactamases van klasse C te bestuderen. Gezien de onbetwistbare superioriteit in dit gebied vormde het laboratorium van Dr. Normark de ideale plaats voor zo’n studie. Er werden tenminste 3 seminaries per week georganiseerd zodat de jonge kandidaatdoctorandi en de postdoctorandi hun kennis in de soms zeer verschilllende gebieden konden vergroten. Daar er een rivaliteitsgeest heerste, moesten de doctorandi de beste opleiding krijgen. Deze zeer stimulerende sfeer en de financiële hulp waarvan het laboratorium van Dr. Normark genoot, heeft ervoor gezorgd dat de geïnteresseerde in mei 1992 aan de jaarlijkse « American Scientific Meeting » in New Orleans deelnam.
Frederik MAES – Burgerlijk Ingenieur (Eletrotechniek) – KUL naar Leland Stanford Junior University in Californië – De in 1891 opgerichte « Leland Stanford Junior University » is gelegen in Californië op 50 kilometer ten zuiden van San Francisco in één van de meest dynamische regio’s van e Verenigde Staten : Silicon Valley. Stanford behoort tot de beste universiteiten van de wereld in verscheidene academische disciplines, maar is in de eerster plaats een centrum voor fundamenteel en toegepast technologisch onderzoek. Door zijn ligging in het hart van Silicon Valley is er een intense samenwerking met de aldaar gevestigde spits-technologische bedrijven, wat ongetwijfeld één van de voornaamste redenen is van het succes van Stanford’s « School of Engineering ». Het is de universiteit zelf die aan de basis lag van de ontwikkeling van de micro-elektronica : Stanfordprofesssor William Schokley ontwikkelde in zijn laboratorium de eerste transistor. Hewlett-Packard (HP), één van de leidende bedrijven in e sector, werd gesticht in de garage van twee Stanford-alumni en verscheidene bedrijven van de Valley zijn spin-offs van onderzoekswerk dat aan de universiteit werd verricht. De industrie op haar beurt helpt de reputatie van de universiteit als « center of excellence » hoog te houden, zowel op wetenschappelijk als academisch vlak, maar vooral ook financieel, door het rijkelijk sponsoren van nieuwe projecten. Een andere bron van inkomsten is de genegenheid en terechte trots die Stanford-alumni koesteren voor hun universiteit, die ze uiten in regelmatige reünies en talrijke schenkingen.
Stéphane PALLAGE – Licentiaat in het Bedrijfsbeheer – ULg naar Carnegie Mellon University, Pittsburgh – Hij heeft er een « Master of Science » in de Financiële Economie behaald. In de loop van dat jaar, heeft hij er zijn onderzoek i.v.m. de schaaleconomie en de gamma- in de banksector voortgezet. Ook heeft hij zijn interesse voor de economie op het gebied van het milieu en hernieuwbare rijkdommen geconcretiseerd. Hij heeft een artikel geschreven met de titel : « A two-Country Model of Renewable Resource Sharing », working paper, Carnegie Mellon University, 1992.
Jan VAN LANCKER – Licentiaat in de Rechten – UG naar University of Michigan Law School – Hij behaalde er begin mei het diploma van « Master of Laws ». Een hoog acadmisch niveau, een uitgebreide programmakeuze, excellente Professoren, en zeer rijk gestoffeerde bibliotheek en niet in het minst de achtbare traditie van deze Law School, hebben hem ten zeerste gestimuleerd om een diepgaande studie te ondernemen.
1990-1991
Bart EECKHOUT – Licentiaat in de Germaanse Filologie – UG naar Columbia University, New York – Hij studeerde er Engelse en vergelijkende literatuur , waar hij de graad van « Master of Arts » behaalde. Deze aanvullende studies ondernam hij als ere-aspirant bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, met de bedoeling zijn doctoraatsproject, dat over Amerikaanse poëzie handelt, meer achtergrond en diepgang te geven. Hij volgde daartoe niet alleen cursussen die rechtstreekks betrekking hebben op zijn specialisatie, maar verruimde ook zijn blik door ondermeer Shakespeare of de nieuwste ontwikkelingen in de literaire theorie te bestuderen. Een aantal van de bijdragen die hij voor de gevolgde seminaries schreef, werden intussen gepubliceerd. Een gedeeltelijke schriftelijke neerslag van zijn ervaringen was te vinden in het « Nieuw Wereldtijdschrift », waarvoor hij tijdens dat jaar als New Yorkse correspondent optrad.
Alain FRANCOIS – Licentiaat in de Rechten – VUB naar University of Michigan – Hij heeft er het programma gevolgd, dat geleid heeft tot het diploma van « Master of Laws ». Hij legde zich daarbij voornamelijk toe op het Europees recht en het vennootschaps- en financieel recht. Zijn postgraduaat opzoekingswerk leidde tot een LLM.-proefschrift onder de titel « Resisting squeeze-outs in American (and Belgian) Law. Rule 10 b-5 as a remedy for corporate mismanagement », dat een belangrijk uitgangspunt vormt bij de voorbereiding, als aspirant aan de N.F.W.O.-(V.U.B.), voor een doctoraal profeschrift betreffende « De inhoud en de functies van het vennootschapsbelang in het Belgische vennootschaps- en financieel recht ».
Laurent GARZANITI – Licentiaat in de Rechten – ULg naar Universiteit van Columbia te New York, USA – Hij heeft er zijn opleiding kunnen afronden en heeft er zijn postdoctoraat in de Rechten (LLM) behaald. Deze zeer leerrijke ervaring heeft hem toegelaten een volledig ander juridisch systeem dan het Belgische te ontdekken en hem ermee vertrouwd te maken. Het is ook interessant een andere onderwijsmethode te leren kennen met o.a. een onmiddelijke deelneming der studenten in de cursussenorganisatie.
Iris SMORODINSKY – Licentiate in de Taal en Linguïstiek – ULB naar Yale University – Gedurende het academiejaar 1990-1991 volgde zij vakken in linguïstiek en behaalde er het M.A. diploma. Ze verwierf een grondige vorming de verschillende takken van de discipline (fonetiek, fonologie, syntaxis en historische linguïstiek), en dit zowel vanuit theoretisch als vanuit praktisch oogpunt. De klemtoon lag op het maken van oefeningen, zo sloot het Masters’s programma uitstekend aan bij haar Belgische opleiding. Naast zijn kwaliteitsonderwijs biedt Yale, met zijn rijke bibliotheken en moderne technologische infrastructuur, eveneens een uitzonderlijke onderzoeksomgeving. Met name het Haskins laboratorium, wereldvermaard voor onderzoek in experimentele fonetiek, laat zij toe haar onderzoek over het voortbrengen van de spraak in de best mogelijke omstandigheden verder te zetten. Yale verstrekt haar financiële steun, aangevuld met een assistentschap in het Haskins Laboratorium, wat haar toelaat verdere opzoekingen te doen en een opdracht te aanvaarden als lector in het departement Frans.
Johan STOOP – Landbouwkundig Ingenieur – KUL naar North Carolina State University (NCSU) – Hij kon er een doctoraatsstudie aanvatten. Die Universiteit geniet een internationale faam op het gebied van agrarisch en biotechnologisch onderzoek en beschikt over uitstekende onderzoeksfaciliteiten. Het eerste jaar van de doctoraatsstudie was gedeeltelijk gewijd aan de uitbreiding van de theoretische en praktische kennis via deelname aan gespecialiseerde cursussen, practica en seminaries. Verder lag de nadruk vooral op het wetenschappelijk onderzoek. Het onderzoek voor zijn doctoraatsstudie situeert zich op het gebied van de plantenfysiologie-biochemie en bestaat uit het funamenteel onderzoek van mechanismen die the metabolisme (stofwisseling) van de suikeralcohol, mannitol, in planten controleren. Hoewel suikeralcohols de belangrijkste fotosynthseprodukten zijn voor een wijd gamma van economisch belangrijke gewassen, is er weinig of geen informatie bekend omtrent hun belang en functie in planten. Verscheidene experimenten werden uitgevoerd waarvan de resultaten werden medegedeeld onder de vorm van seminaries en van lezingen tijdens internationale wetenschappelijke congressen.
Jan TYTGAT – Doctor in de Farmaceutische Wetenschappen – KUL – Cloning en expressie van cDNA’s coderend voor spanningsgeactiveerde kaliumkanalen, hebben bevestigd dat deze kanalen bestaan uit 4 identieke onderdelen, die elk een spanningssensor bezitten. Het is algemeen aanvaard dat de spanningssensoren elk een permissieve toestand moeten bereikt hebben, via één of meerdere conformationale tansities, alvorens het kanaal kan openen. Om te testen of elk onderdeel van het kanaal onafhankelijk opent, werd een cDNA gemaakt dat codeert voor 4 onderdelen op één enkele polypeptide ketting, waarbij aldus de stoichiometrie van het kanaal kon gespecifieerd worden. Het activeringsproces van de hetero-tetrameren, bestaande uit onderdelen met verschillende « gating »-fenotypes, suggereert zeer sterk dat individuele kanaal-onderdelen openen op een coöperatieve veleer dan op een onafhankelijke wijze. Deze waargenomen coöperativiteit komt overeen met de kinetica van kalium-kanaal-« gating »-stromen en is eveneens in overeenstemming met de welgekende coöperativiteit, aanwezig in multidomeinproteïnen.
Peter VANDENBERGHE – Doctor in de Geneeskunde – KUL – De opbouw van een immuun antwoord door T-lymfocyten of T-cellen, behelst diverse stappen. Na stimulatie van een T-lymfocyt worden T-celcytokines aangemaakt. Deze cytokines leiden op hun beurt tot clonale vermenigvuldiging van geactiveerde T-lymfocyten en finaal tot de verwerving van immune effectorfuncties en een immuun geheugen. Deze complexe cascade vindt een aanvang wanneer een T-lymfocyt een antigeen (Ag) herkent langs een gespecialiseerde receptor : de T-celreceptor voor Ag. Het betreffende Ag moet worden aangeboden op het majeur histocompatibiliteitscomplex (MHC) van lichaamseigen cellen, gespecialiseerd in het aanbieden van antigeen. Op deze manier worden twee essentiële kenmerken van het immuun systeem verwezenljikt : enerzijds de specificiteit van het immuun antwoord voor een gegeven Ag, anderzijds, de MHC-restrictie. Volgens de huidige opvattingen is het signaal dat geleverd wordt door Ag/MHC, een noodzakelijke maar onvoldoende voorwaarde om een immuun antwoord te doen starten. Een tweede signaal, dat evenees wordt geleverd door de gespecialiseerde cellen die Ag aanbieden, bepaalt met name het uiteindelijke resultaat van de herkenning van Ag/MHC : in aanwezigheid ervan treedt clonale vermenigvuldiging op, in afwezigheid worden T-cellen op specifieke wijze tolerant voor het betreffende Ag. CD28 is een molecule op rijpe T-cellen, die als receptor fungeert voor het « tweede signaal ». Hoe deze molecule een signaal doorgeeft aan het intracellulair compartiment van de T-cel was onbekend. Uit de uitgevoerde experimenten bleek de CO28-receptor eiwitfosforylaties op tyrosine-residu’s te induceren.
Amaryllis VERHOEVEN – Licentiate in de Rechten – UA en KUL naar Harvard Law School, Boston, Massachusetts – Zij heeft er een LL.M. (Master of Law) gevolgd. Dit LL.M.-programma bracht ongeveer 120 studenten samen uit de gehele wereld. Het merendeel had boeiende ervaringen die stof boden voor fascinerende gedachtenwisselingen. Het programma bood de gelegenheid om, naar keuze en interesse van de studenten, cursussen en lezingen te volgen bij Professeoren met internationale faam. Juf. Verhoeven legde zich vooral toe op constitutioneel en federaal recht, en op politieke filosofie. Ze heeft haar verblijf in de V.S. aangevuld met een jaar praktijkervaring in het internationale advokatenkantoor van Cleary, Gottlieb, Steen en Hamilton te New York.
1989-1990
François-Xavier RENARD – Burgerlijk Electrotechnisch Ingenieur – Faculté Polytechniquede Mons naar Case Western Reserve University – Na een jaar gewerkt te hebben in de simulatie en de toehandeling van industriële technieken op de afdeling « Automatique » van de groep Solvay, is hij aan de specialisatieprogramma begonnen op de afdeling « Systems Engineering ». Het studieprogramma werd gericht op de studie van de werktuigen en wiskundige modellen voor de analyse en de optimale controle van verschillende complexe systemen, zoals de menselijke spier, een distillatiezuil of ook het beheer van energiebronnen op het Amerikaans grondgebied. De onderzoekkingen, uitgevoerd in samenwerking met de afdeling Chemie en Informatica, hadden betrekking op het gecombineerd in werking stellen van artificiële intelligentie-technieken en klassieke controletechnieken van industriële procédés. Ze werden gefinancierd door de Amerikaanse firma Dow Chemical en hebben geleid tot de opstelling van een proefschrift toegepast op de meest verspreide generator van een deskundig systeem in de industriële wereld.
Jan VAN MIEGHEM – Burgerlijk Electrotechnisch-werktuigkundig Ingenieur – KUL naar Stanford University – Hij behaalde er de « Master of Science ». Enerzijds lagen zijn Master’s studies in Stanford met technische focus op quantumelektronica en stochastische processen in het verlengde van zijn studies Elektronica aan de K.U.L. Anderzijds had hij de kans zijn technische kennis uit te breiden met studies aan de Graduate School of Business, waar hij boekhouding, financiën, strategisch beheer, marketing, beslissingstheorie en strategische informatica systemen studeerde. De wisselwerking tussen technologie en management maakte dit programma buitengewoon interessant. Het stimuleerde hem om dit praktisch belangrijke en tegelijk intellectueel stimulerende interdisciplinair onderwerp verder te onderzoeken in een doctoraatsstudie aan de Graduate School of Business te Stanford.
Koen VAN ROMPAY – Doctor in de Diergeneeskunde – UA en UG naar University of California – Hij volgde de voorgeschreven cursussen. Hij behaalde er een Ph.D. in « Comparative Pathology », wat hem toeliet zijn eerste stappen in de research te zetten.
Jan WOUTERS – Licenciaat in de Rechten – UA naar Yale Law School te New Haven – Hij studeerde er in het « Master of Laws »-programma. Hij zette er zijn specialisatie voort in handels- vennootschaps- en financieel recht (gevolgde cursussen : antitrust law, banking law, commercial law, contracts, international institutions, law & economics of corporate takeovers, legal aspects of finance, securities regulation). Tevens schreef hij een thesis over de « Harmonization of corporate and securities law in the EEC – a comparison with the American model ». Hij werkte ook samen met het redactieteam van de « Yale Journal on Regulation ». Andere activiteiten omvatten : actieve participatie aan de « Law & Economics » seminarie; en gastcollege te « Yale College » over « the liberalization of European capital markets »; onderzoek voor het « Canadian Department of Justice in de U.S. Library of Congress te Washington D.C. ».
Koen COPPENHOLLE – Licentiaat in de Rechten – KUL
1988-1989
Françoise BEAUFAYS – Burgerlijk werktuigkundig en electrotechnisch ingenieur – ULB naar Stanford University, Californië Department electrical engineering – Na cursussen in de telecommunicatie, in de behandeling van signalisatie en in de lineaire controle, heeft ze de titel behaald van « Master of Science in Electrical Engineering » in juni 1989 en schreef ze zich in op het doctoraats-programma. Zij beeïndigt nu haar doctoraat te Stanford en zet haar onderzoek voort, dat ze begonnen was in 1989.
Gert CAUWENBERGHS – Burgerlijk ingenieur – VUB naar California Institute of Technology – Hij behaalde in juni 1989 de « Master Degree in Electrical Engineering ». Hij verblijft momenteel nog steeds in Caltech ter vervollediging van zijn doctoraat, onder de academische leiding van Professor Amnon Yariv en gedeeltelijk in samenwerking met de « Jet Propulsion Laboratories » van de NASA. Zijn onderzoek omvat het ontwerpen en testen van analoge en digitale VLSI-systemen voor signaal- en informatieverwerking, adaptieve schema’s voor artifciële neurale netwerken van zenuwcellen en de interne opslag van analoge informatie in VLSI-formaat.
Marc FYON – Licentiaat in de Rechten – Licenciaat in de Economische Wetenschappen – UCL naar Universiteit van Californië (LL.M.) te Los Angeles – Hij volgde het Master of Laws (LL.M.) programma aan de Rechtsfaculteit. Dit programma voorbehouden aan buitenlandse studenten, is bedoeld om hen een introductie in het Amerikaans juridisch systeem te verlenen, door middel van basiscursussen (zoals het contactenrecht of het burgerlijk verantwoordelijkheidsrecht) en de organisatie van vele conferenteis gegeven door vertegenwoordigers uit de juridische wereld. Het programma heeft eveneens tot doel de studenten toe te laten een meer gespecialiseerde kennis te verwerven in een specifieke sector naar keuze. Deze tweede doelstelling wordt gerealiseerd enerzijds door het bijwonen van door de student gekozen gespecialiseerde cursussen en anderzijds, door het voorstellen van een seminarierapport. Hij had zijn programma gericht op het vennootschapsrecht en het financieel recht (namelijk door het volgen van diepgaande cursussen in vennootschapsrecht, financieel recht, reglementeringen inzake OPA’s en uitgifte van roerende effecten, enz.). Zijn proefschrift was gewijd aan een verdelijkende studie tussen de Belgische en Amerikaanse wetgevingen toepasselijk inzake de anti-OPA-verdediging. Zijn deelname aan het LL.M.-programma heeft hij rechtstreeks voorbereid op het werk dat hij voortaan uitvoert als advocaat bij de Balie te Brussel.
Frank SMETS – Licentiaat in de Economische Wetenschappen – UG naar Yale University – Hij heef er een de studieprogramma in de Economische Wetenschappen gevolgd met het doel een Ph.D. te behalen. Het programma bestond uit volgende cursussen : Eerste semester : Macroeconomics 1 (Prof. W. Buiter), Microeconomics 1 (Prof. W. Brainard en H. Scarf), Econometrics 1 (Prof. D. Andrews), Economic History of Europe (Prof. D. Weir). Tweede semester : Macroeconomis 2 (Prof. M. Shapiro), Microeconomics 2 (Prof. T. Bewley), Econometrics 3 (Prof. P. Phillips), Economic History of the U.S.(Prof. D. Weiman). Dit was tevens de aanzet tot het behalen van een doctoraat in de Economische Wetenschappen met als titel « Topics in Foreign Direct Investment ».
Yves VAN GERVEN – Licentiaat in de Rechten – KUL naar Harvard Law School – Hij behaalde er de graad van « Master of Laws ». Hij legde zich tijdens deze leergang hoofdzakelijk toe op een grondige studie van het Amerikaanse vennootschapsrecht en bankrecht. In zijn LL.M.-scriptie onderzocht hij het fenomeen van vijandige overnames van ondernemingen. Hierbij werden in eerste instantie de economische theorieën over de voor- en nadelen van vijandige overnames geanalyseerd, vervolgens de juridische beoordeling door de Amerikaanse rechtbanken van de toelaatbaarheid van beschermingsconstructies die door de Raad van Bestuur van de belaagde onderneming in stelling worden gebracht. Daarnaast verdiepte hij zich ook in het Amerikaanse administratief recht en vooral in het aspect van de rechterlijke controle van de legaliteit van overheidshandelingen.
Catharina VAN SANTVLIET – Licentiaat in de Rechten – KUL naar Harvard Law School – Zij volgde het Master of Laws programma. Tijdens het eerste trimester koos ze voor de vakken « Corporations » gedoceerd door Prof. R. Clark, en « Economic Analysis of Law », gedoceerd door Prof. S. Shavell. Beide Professoren slaagden erin op een uitermate boeiende en interessante wijze hun kennis over te dragen op de studenten. De maand januari werd volledig in beslag genomen door een intensief seminarie negotiatie onder leiding van Prof. R. Fischer. Ook had ze de gelegenheid een vak te volgen aan de Harvard Business School met name « Debt restructuring » dat het probleem van de herschikking van de schulden van de Dere Wereldlanden behandelt. Als thesis maakte ze een studie over « The abuse of minority shareholders in close corporations ». Voor deze scriptie was Professor R. Clark haar supervisor.
1987-1988
Axel CLEEREMANS – Licentiaat in de psychologische en pedagogische wetenschappen – ULB naar Carnegie Mellon Universiteit (Pittsburgh, PA) – Gedurende het academiejaar 1987-1988, is hij zijn doctorale studies begonnen aan de Afdeling Psychologie, waardoor hij in 1989 de titel van « Master of Science », en in 1991 de titel van Ph.D behaald heeft. Zijn onderzoek is gewijd aan de elementaire processen van het leren in natuurlijke en artificiële systemen. Hij heeft cursussen en seminaries gevolgd over de nieuwe technieken van modelisatie van de cognitieve processen, die door het functioneren van de hersenen geïnspireerd zijn (neurale netwerken). Zijn doctorale werken hebben geleid tot talrijke publikaties en tot een boek dat binnenkort bij de MIT Press zal verschijnen. Hij vervolgt nu zijn opzoekingen aan de Université Libre de Bruxelles, als aangesteld navorser van het Fonds National de la Recherche Scientifique.
Michel GOEMANS – Burgerlijk Ingenieur – UCL naar Massachusetts Institute of Technology (MIT), Cambridge, USA – In september 1987 is hij begonnen aan een doctoraat in operationeel onderzoek. Hij heeft er talrijke cursussen gevolgd die nodig waren om het doctoraat te behalen. Nadat hij in één van de twee kwalificatieve examens voor het doctoraat slaagde, werd hij in januari 1988 officieel kandidaat doctorantus. op het einde van dit 1ste jaar aan het Instituut, heeft hij ook zijn onderzoeksthesis aangevangen op het gebied van de combinatorische optimalisering. Hij beeïndigde zijn doctoraat in 1990. Zijn thesis werd bekroond met 2 internationale prijzen. Hij aanvaardde een plaats als docent aan het Instituut en werd in 1992 gepromoveerd tot assistent Professor.
Thomas SCHRANS – Burgerlijk Elektrotechnisch Ingenieur Zwakstroom – UG naar California Institute of Technology – Hij werd er Master of Science. Hij volgde cursussen in de optoelektronica, de quantum elektronica, halfgeleiderelektronische elementen, VLSI-ontwerp en leidde onderzoek zowel in de theorie als in experimenten en fabricage van halfgeleider-lasers. Hij bereidt momenteel een doctoraat (Ph.D.) voor Electrical Engineering over halfgeleider-lasers met als voornaamste specialisaties « distributed feedback lasers » en « modelocking » in halfgeleider-lasers voor generatie van subpicoseconde optische pulsen.
Marianne VOS DE WAEL – Licentiate in de Economische Wetenschappen – ULg naarUniversiteit van Californië te Berkeley – Zij heeft er een specialisatiecursus gevolgd. De cursussen en de seminaries waren voornamelijk gericht op de theorie van het financiewezen en de internationale financies; ze werden gegeven door het « Graduate Department of Economics » en de « Business School ». Op basis van deze verworvenheden heeft zij haar onderzoek kunnen verderzetten, voornamelijk over de diversificatie van de beleggingen en het risico van de wissels. Dit onderzoek heeft geleid tot de publikatie van verschillende artikels.
Ann-Sophie CREMERS – Doctor in de Romaanse Filologie – KUL
Guy LIPPENS – Burgerlijk Natuurkundig Ingenieur – UG
1986-1987
Pierre ETIENNE – Burgerlijk Ingenieur in de Toegepaste Wiskunde – UCL naar Universiteit van Chicago – Het heeft de belanghebbende toegelaten om in 1987 een « MBA » te behalen. Het programma spitste zich in hoofdzaak toe op het financieel aspect, meer speciaal op de beschrijving en de evaluatie van zeer gesofisticeerde financiële middelen, zoals de « Future Contacts » en de « Options ». Zowel de technische als de institutionele aspecten van de markt werden bestudeerd. Zijn vorming als Burgerlijk Ingenieur was ideaal voor deze zeer kwantitatieve specialisatie en heeft hem toegelaten mathematische modellen te ontwikkelen over de evaluatie van opties in het kader van een « individual study » met de hoogleraar die deze materie onderwees.
Bruno HOLTHOF – Doctor in de Geneeskunde – KUL naar Harvard Business School – In zijn hoedanigheid van Francqui Fellow heeft hij studies gevolgd met het oog op het behalen van een « MBA » (Master of Business Administration). Hij heeft vooral belangstelling voor de studie van gezondheidseconomie en van nieuwe management-technieken in de gezondheidszorg. Zijn studies in dit domein hebben hem toegelaten een plan uit te werken voor de introductie van nieuwe medische technologieën.
Alexis HOUSEN – Licentiaat Germaanse Filologie (Engelse Linguïstiek) VUB naar University of California – Hij heeft tijdens het academiejaar 1986-1987 postgraduaat werk verricht aan het departement Teaching English as a Second Language/Applied Linguistics. Hij heeft er onder andere een aantal cursussen gevolgd die betrekking hadden op : taalverwervingsprocessen, tweetaligheidsproblematiek, methodologie van het taalonderwijs, twee- en meertalig onderwijs, socio- en psycholinguïstische aspekten van de immigranten-problematiek. Verder heeft hij er verschillende congressen en seminaries over deze onderwerpen bijgewoond. De aldus verworven kennis stelt hij in staat verder onderzoek te verrichten aan de Vrije Universiteit Brussel in het kader van het doctoraatsprogramma.
Koen VANHAERENTS – Licentiaat in de Rechten – KUL naar Boalt Hall School of Law in Berkeley – Hij kon tijdens het academiejaar 1986-1987 postgraduaat werk verrichten. Hij volgde een aantal theoretische cursussen in de sfeer van het economisch recht en fiscaalrecht. Daarnaarst participeerde hij aan twee seminaries : voor het International Business Transaction Seminar was het schrijven van een viertal uitgebreide memo’s vereist, en in het kader van een seminarie International Development Policy and Law bestudeerde hij, in een paper, de Amerikaanse legislatieve reactie ten aanzien van de schuldenlast van de Derde Wereld. Voor het behalen van de graad van Master of Law (LL.M.) diende hij daarenboven ook een thesis te schrijven. Onder toezicht van Professor Stephan RIESENFELD analyseerde hij hoe internationaal rechtelijke normen (o.a. GATT) via private klachtprocedures in de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap kunnen aangewend worden om internationale handelsbelemmeringen op te ruimen.
Paul WAER – Licentiaat in de Rechten – UA naar Harvard Law School – Tijdens het academiejaar 1986-1987 heeft hij cursussen gevolgd en verkreeg in juni 1987 de titel « Master of Laws ». Zijn studie en onderzoek was vooral gericht op he « East Asian legal studies program » en het internationaal privaatrecht, wat in verscheidene publikaties resulteerde. Zijn Master thesis handelde over belangenconflicten en internationale samenwerking in het internationaal privaatrecht gezien als een politiek probleem.
1985-1986
Yves DEVILLE – Licentiaat en Master in de informatica – FUNDP naar Universiteit van Syracuse – Het doel van dit verblijf was tweeledig. Enerzijds wou hij het diploma van Master of Science in Computer Science behalen; anderzijds wou hij ook het onderzoek, dat hij in België had aangevat, verderzetten. Om deze doelstellingen te verwezenlijken heeft hij een proefschrift geschreven voor de graad van Master en dit onder leiding van Professor J.A. Robinson. Het onderwerp van deze verhandeling gaat over de methodologische aspecten van logische programmatie. Tegelijkertijd volgde hij met succes een aantal cursussen, voornamelijk gewij aan de theoretische informatica. De cursussen en de thesis hebben hem in de mogelijkheid gesteld het diploma van Master of Science te behalen op het einde van zijn verblijf. Dit studiejaar was niet alleen interessant op het academisch vlak, maar was eveneens verrijkend vanuit menselijk oogpunt bezien. Een dergelijk verblijf in de Verenigde Staten biedt immers een unieke gelegenheid om contacten te leggen en aan culturele uitwisseling te doen. Tengevolge van dit studieverblijf kon hij een doctoraat in de informatica voorbereiden en met succes verdedigen aan de Facultés Universitaires Notre-Dame de la Paix à Namur.
Katia FERRIERE – Burgerlijk Electrotechnisch Ingenieur – ULg naar Universiteit van Colorado te Boulder – Het gat haar de gelegenheid een doctoraat in de astrofysica voor te bereiden. Gedurende het eerste jaar volgde ze voornamelijk lessen in de fysica, plasma-mechanica en astrofysica teneinde haar kennis op die terreinen uit te breiden. Vanaf het tweede jaar werd ze door de Universiteit als assistent aangesteld, wat haar toeliet zich te wijden aan het onderzoek dat moet leiden tot het opstellen van een thesis. Het onderzoek heeft betrekking op de uitbreiding en verspreiding van electromagnetische golven in het interstellair milieu.
Anne FREMAULT – Licentiaat in de moderne geschiedenis (sociaal-economische richting) – UA– KUL naar University of Pennsylvania – Zij kon in september 1985 een aanvang maken met haar studie van de economie. Geheel volgens de lijn van het programma voorgeschreven door het departement volgde zij gedurende het eerste jaar cursussen in micro- en macroeconomie, econometrie en wiskunde. In mei 1986 legde zij de examens af over economische theorie. Gedurende het academiejaar 1986-1987 volgde zij gespecialiseerde cursussen, voornamelijk in de financiële economie en econometrie. Zij legde het « qualifying examination » in financiële economie af en behaalde het diploma van « Master of Arts ». Haar toekomstig onderzoek met het oog op een doctoraat zal zich situeren in het domein van de financiële economie, zowel vanuit een theoretische als een empirische invalshoek. Haar bijzondere interesse gaat uit naar de structuur en functionering van de financiële markten.
Jacques LAWARREE – Licentiaat en Master in de Economische Wetenschap – ULg naar Universiteit van Californië te Berkeley – Hij volgde taalrijke cursussen en seminaries, maar concentreerde zich vooral op de theorie van de spelen en op de theorie van de mandataris, ook wel « principal-agent » theorie genoemd. De ontwikkeling van deze theorieën vertegenwoordigt waarschijnlijk één van e markantste verwezenlijkingen van de Economische Wetenschap tijdens de laatste jaren. De invloed hiervan op de toegepaste economie, zoals de industriële organisatie bijvoorbeeld, is momenteel aanzienlijk. Hij heeft zijn studies kunnen voortzetten dank zij een bijkomende steun van de Universiteit van Californië te Berkeley.
Wim LEEMANS – Burgerlijk Werktuigkundig Electrotechnisch Ingenieur – VUB naar University of Los Angeles – Hij heeft de mogelijkheid gehad om de studies aan te vatten die geleid hebben tot de graad van Master of Science in Electrical Engineering. Hiertoe heeft hij de nodige cursussen gevolgd over plasma- en laserfysica, meegewerkt aan de opbouw van de « Plasma Beat Wave Accelerator » aan de UCLA, en computersimulaties uitgevoerd die het experimentele werk ondersteunen. Als Master’s thesis heeft hij een « Interferometric Study of a Preionized-pinch Plasma » uitgevoerd. Dank zij de aanvullende steun van UCLA zet hij zijn studie in het domein van de plasma- en laserfysica verder, die moet leiden tot het behalen van een Ph.D.
1984-1985
Marianne BAUDINET – Burgerlijk electrotechnisch ingenieur (electronica) – ULg naar University of Stanford, California – Gedurende het academiejaar 1984-1985 heeft zij gespecialiseerde studie ondernomen over informatica . Gedurende dit eerste jaar in Stanford heeft ze zich vooral toegelegd op het volgende van lessen en het deelnemen aan seminaries. Ze is geslaagd in het kwalificatie-examen voor een doctoraat in de informatica en is gestart met haar onderzoek. Sindsdien vervolgt ze haar studies in Stanford en bereidt ze een doctoraatsthesis voor over de semantiek en het nazien van programma’s.
Anne-Marie BOLLEN – Licentiaat Tandheelkunde – VUB naar University of Michigan – Na het behalen van de graad van tandarts in België heeft zij zich gespecialiseerd in de Orthodontie. Het programma in de orthodontie aan de University of Michigan bestaat uit een klinische en theoretische opleiding. Het klinische aspect bestaat uit het diagnostiseren en behandelen van patienten met dentale en skeletale dysharmonieën. Dit laatste gebeurt in nauwe samenwerking met de kaakchirurgen. Het theoretische aspect van het programma bestaat uit cursussen in craniofaciale groei en ontwikkeling, het vertrouwd geraken met de literatuur en het afleggen van een origineel research project. Sinds het behalen van haar Master of Science in de Orthodontie maakt zij deel uit van de faculteit van het departement waar zij voornamelijk research doet, patienten behandelt en les geeft. Het tweede studiejaar, van het programma werd financieel gesteund door de Rotary Foundation van de Rotary International.
Michael FAURE – Licentiaat in de Rechten – UA – Licentiaat in de Criminologie – Universiteit Gent naar University of Chicago, Law School – De Law School van de University of Chicago, heeft reeds vanag het begin van de jaren 60 een uitstekende reputatie voor de economische analyse van het recht. Tijdens zijn studie in het Master of Laws programma aan de Law School, heeft hij zich dan ook beziggehouden met de bestudering van de economische analyse van het recht. Hij publiceerde onlangs tesamen met Professor R. Van Den Bergh een bijdrage in The Geneva Papers on Risk and Insurance « Negligence, Strict Liability and Regulation of Safety under Belgian Law : An Introductory Economic Analysis ». In deze bijdrage worden de economische analysetechnieken die hij in Chicago heeft aangeleerd toegepast op het Belgisch aansprakelijkheidsrecht.
Daniel JULIN – Burgerlijk Ingenieur (Electrotechniek-Werktuigkunde) ULB naar Carnegie Mellon University – Hij heef er een specialisatieprogramma gevolgd in de informatica. Tijdens het academiejaar 1984-1985 deed hij onderzoek op het vlak van de computerdistributiesystemen en heeft enkele vervolmakingscursussen gevolgd over andere domeinen van de informatica. Hij richt zijn onderzoek vooral naar de problemen van performantie, veiligheid en controle van grote onderling verbonden netwerken, die meerdere honderden of duizenden computers verbinden en samen één enkel distributiesysteem vormen. Onlangs heeft hij ook de studie aangevat van zekere multiprocessors met een niet-uniforme toegangstijd voor de verschillende zones van het centrale geheugen. Momenteel bereidt hij een doctoraat voor op dit gebied.
1983-1984
Etienne DENOËL – Burgerlijk electrotechnisch ingenieur – UCL – Licentiaat in het Beheer, Ecole de Commerce Solvay – Université Libre de Bruxelles – naar University of Southern California – Image Processing – Met zijn belangstelling voor de behandeling van signalen en de herkenning van vormen heeft hij zich gespecialiseerd in de behandeling en de herkenning van beelden aan het « Image Processing Institute ». Hij heeft ook een stage gedaan met betrekking tot de herkenning van het woord aan het onderzoekslaboratorium van de Japanse firma Matshshita. Verschillende cursussen hebben hem voorbereid op zijn research naar artificiële intelligentie aan het « Philips Research Laboratory » in het kader van het ESPRIT-project van de Europese Gemeenschap. Momenteel werkt hij voor het consultantbureau Mc Kinsey.
Mathias DEWATRIPONT (Francqui Prijs 1998) – Licenciaat in Economische Wetenschappen – Master in Econometrie – ULB naar University of Harvard – Hij is er een doctoraat in economie begonnen. Het programma omvatte in een eerste fase een aantal theoretische cursussen in microeconomie, macroeconomie, economische geschiedenis en arbeidseconomie. Aan de waarde en de verscheidenheid van de hoogleraren van deze Universiteit was het te danken dat hij een algemeen overzicht van de meest recente ontwikkeling van deze vakken van economie kon verwerven. Het tweede deel van het doctoraat bestond uit het opstellen van een thesis over arbeidseconomie. Die thesis legde een bijzondere nadruk, vanuit een theoretisch standpunt, op de dynamiek van de contractuele betrekkingen op de arbeidsmarkt, en hun effekt op de concurrentie tussen bedrijven. Dit werk werd met sukses beïndigd dank zij de steun van de Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, de Universiteit van Harvard en de Université Libre de Bruxelles.
1982-1983
Filip ABRAHAM – Licentiaat-Doctorantus in de Economische Wetenschappen – KUL naar University of Michigan – Gedurende deze periode behaalde hij een doctoraat in de Economische Wetenschappen. Het doctoraat handelde oer de macroeconomie gevolgen van verschillende onderhandelingssystemen tussen vakbonden en werkgevers in Europa met een bijzondere toepassing voor België. Het werd bekroond met de Parker Memorial Price van de University of Michigan. Het doctoraatsprogramma aan de University of Michigan bestaat de eerste 2 en 3 jaar voornamelijk uit het volgen van een doctoraal cursuspakket. Achteraf concentreert men zich dan uitsluitend op het doctoraat.
Filip DE LY – Licentiaat in de Rechten – UG naar Harvard Law School – Handels- Hij behaalde er in Juni 1983 de graad van « Master of Laws (LL.M.) ». Daartoe volgde hij een aantal algemeen vormende leergangen alsook gespecialiseerde cursussen in de sector van het handels-, economisch en financieel recht. Het postgraduaat opzoekingswerk had tot doel een vergelijkende studie te maken tussen de in West-Europa gebruikte techniek van de bankgarantie en de in de Verenigde Staten bestaande rechtsfiguur van e standby letter of credit. Dit resulteerte in een LL.M.-profeschrift met als titel « American standby letter of credit law in a European perspective » dat fel ingekort en aangepast verscheen in het tijdschrift voor Belgisch Handelrecht (Garanties en standby letters of credit, T.B.H., 1986, 172-196).
Pascal PETTEAU – Burgerlijk Ingenieur (Werktuigkundig) – Faculté Polytechnique de Mons – Licentie in Management – Universiteit Gent naar University of Stanford – Het heeft hem toegelaten zich te specialiseren. Warmte-overdracht, fluïden mechanica en kernwetenschappen vormden de hoofdpunten van het programma dat het diploma van « Master of Science in Mechanical Engineering » als gevolg had. Hij heeft ook de gelegenheid gehad om deel te nemen aan een wetenschappelijk onderzoek breffende fluïdiseerde bedden (model van twee fasen instroming).
1981-1982
Martha KALFF – Licenciate in de dierkunde – FUNDP naar Columbia University, New York – De Fellow ving aan met het Ph.D. programma aan het departement biologische wetenschappen. Zij volgde vele cursussen en lezingen, alsmede conferenties, geleid door specialisten op het gebied van de celbiologie. Zij rondde een onderzoeksproject af, aangaande de invloed van gewijzigde ionconcentraties op de terugwinning en het opnieuw gebruiken van synaptisch membraan in de lichtgevoelige cellen van het netvlies van kikkers. Toekomend jaar zal zij haar studie, die moet leiden tot het behalen van een Ph.D., voortzetten als onderzoeksassistende bij deze instelling.
Fernand KEULENEER – Licentiaat in de Rechten en de Economische Wetenschappen – KUL naar Yale University, New Haven, Connecticut – Hij heef zich vertrouwd kunnen maken met de aanwending van economische analysetechnieken in het recht. Vooral aansprakelijkheidsproblemen in het burgerlijk en economisch recht waren het voorwerp van onderzoek. Nagegaan werd welke instrumenten ontwikkeld kunnen worden om de diverse maatschappelijke functies van het aansprakelijkheidsrecht optimaal te realiseren, rekening houdend met de beperkingen opgelegd door de relatieve autonomie van het juridisch systeem. Betreffend onderzoek geschiedde in nauwe samenwerking met de Professoren Calabresi, Priest, Ackerman en Klevorick. In contact met de Yale Law School wordt dit project voortgezet.
Patrick RABAU – Licentiaat in de Wiskundige Wetenschappen – UCL naar University of Minnesota, Minneapolis – Dit heeft deze laatste in de gelegenheid gesteld vorderingen te maken in de studiecyclus, voorbereidend op het doctoraat in de wiskunde; hij verwierf een bredere basis in de volgende domeinen : integratie-theorie, functies van een complexe variabele, functionele analyse, vergelijkingen met partiële afgeleiden en de homologie-theorie. Dit zal hem toelaten zijn vorsingswerk op het gebied van de differentiële vergelijkingen aan te vatten. Tenslotte heeft hij van de gelegenheid gebruik gemaakt om tijdens een seminarie te spreken over een recente voorstelling van de integraal van Perron.
1980-1981
Benoit de LHONEUX – Landbouwkundig ingenieur (Water en Bossen) – UCL naar State University of New York, College of Environmental Science and Forestry, Syracuse, New York – Tijdens het academiejaar 1980-1981 heeft hij cursussen gevolgd op het departement « Wood Products Engineering »; deze cursussen hadden voornamelijk betrekking op de technieken van de door transmissie en scanning electronische microscopie en de toepassingen ervan op houtachtige materialen. Hij heeft ook cursussen en seminaries gevolgd over diverse apsecten van de houtfysica. In het kader van het Master of Science programma is hij eveneens begonnen aan een proefschrift, waarin hij de door gamma-stralen veroorzaakte modificatie van de houtmicrostructuur onderzoekt. Deze studie staat onder leiding van Professor Côté van het N.C. Brown Center for Ultrastructure Studies.
Geert DE SOETE – Licenciaat in de Theoretische en Experimentele Psychologie – UG naar University of North Carolina, Chapel Hill, N.C. – Hij heeft gedurende het academiejaar 1980-1981 verbleven aan het L.L. Thurstone Psychometric Laboratory, waar hij de gelegenheid kreeg zich te vervolmaken in de kwantitatieve psychologie en in het bijzonder in de schaal- en meettheorie. Op dit domein heeft hij, onder leiding van Professor Thomas S. Wallsten, een Master of Arts thesis voorbereid en verdedigd. Tijdens zijn verblijf heeft hij een voordracht gegeven op het jaarlijks Congres van de « Psychometric Society », evenals een seminarie aan de « Bell Laboratories » te Murray Hill, New Jersey.
Joël WINKIN – Licentiaat in de Rechten – ULg naar Columbia University, School of Law, New York – De belanghebbende heeft gedurende het academiejaar 1980-1981 gestudeerd. Zijn programma bestond uit een aantal rechtscursussen en seminaries welke aan de Amerkaanse studenten werden aangeboden, met een voorkeur voor het economisch recht in het algemeen : contracts, commercial transactions, conflicts of laws, seminar on American legal problems, trade regulation (antitrust), corporations, international business transactions, seminar on counseling in international transactions. Hij heeft in mei 1981 het diploma van Master of Laws (LL.M.) verkregen.
1979-1980
Michel DE BRUYN – Burgerlijk Mijningenieur – Faculté Polytechnique de Mons naar University of Texas, Austin – Dit maakte het gemakkelijker voor de geïnteresserde zich te vervolmaken op het domein van de sonderingen op grote diepte en van de petroleumproduktie. Zijn opzoekingen op het Departement Petroleum Engineering hadden betrekking op de studie van een numerieke simulator voor booroperaties; hij heeft in het kader van zijn opzoekingen een rapport opgesteld met als titel « Numerical Simulation of a Gas Influx in a Kicking Well ». Het volgen van diverse aanvullende cursussen in de schoot van het departement hebben hem in mei 1981 een Master Degree of Science in Petroleum Engineering opgeleverd.
Filip DIERCKX – Licentiaat in de Rechten – UA naar Harvard Law School, Cambridge – Gestimuleerd door het belang van zijn studies in de economie aan de Katholieke Universiteit Leuven, heeft hij zich wensen te vervolmaken in het economisch recht aan de Harvard Law School tijdens het acadamiejaar 1979-1980, waar hij de volgende cursussen heeft gevolgd : Economics and Public Policiy, corporations, antitrust law, accountancy for lawyers en international taxation 1 and 2. Belanghebbende heeft een thesis opgesteld over de boekhoudkundige normen toegepast in verscheidene EEG-landen vanuit het oogpunt van het Amerikaanse boekhoudrecht en heeft de titel Master of Law verkregen in juni 1980. Op dit ogenblik is hij advokaat bij de Brusselse balie.
Willy ZWAENEPOEL – Burgerlijk Elektrotechnisch ingenieur – UG naar Stanford University, California – Tijdens het academiejaar 1979-1980 heeft hij cursussen gevolgd om zijn algemene kennis over informatika te verstevigen. Hij behaalde het diploma van Master of Science in Computer Science. Momenteel bereidt hij zich voor op de « Qualifying Exams », die hem zullen toelaten zijn studies verder te zetten to het doctoraat. Zijn research situeert zich op het gebied van computer netwerken en « distributed operating systems », verder houdt hij zich ook bezig met het ontwerp van een grafisch terminal systeem voor het bestaande computer netwerk aan de Stanford University.
1978-1979
Raymond DENECKERE – Licenciaat in de Toegepaste Economische Wetenschappen – UA – Speciaal licenciaat in de Statistiek, het Operationeel Onderzoek en de Econometrie – VUB naar University of Chicago – Hij kon in 1978 postgraduate studies in theoretische economie aanvangen aan één der voornaamste instellingen op dit gebied : de University of Chicago. Dit programma bestaat hoofdzakelijk uit doctorale cursussen; in dit kader heeft hij zich speciaal toegelegd op de unieke elementen in de denkrichting van de Chicago-School : bijzondere nadruk op de micor-economische fundamenten van een economisch « model » en de implicaties hiervan voor een gezonde macro-economie. Meer specifiek bestudeerde hij de kanalen, waarlangs monetaire factoren het economisch leven beïnvloeden – niet alleen in modellen die de evolutie van een economisch stelsel op lange termijn nagaan, maar ook in diegene die de korte termijn-fluctuaties (de zogenaamde conjunctuurbewegingen) analyseren. Daarbij kwam vooral de vernietigende kritiek van de « rational expectations hypothesis » op de interpretatie en het gebruik van econometrische modellen in het licht te staan. Hij wenst zich verder te vervolmaken op het gebied van economische modellenbouw aan de University of Wisconsin, Madison, alwaar hij tevens de graad van Master of Economics zal behalen.
Eric SCHLOSSER – Werktuigkundig-Electrotechnisch ingenieur – ULB naar Harvard Graduate School of Business Administration, Boston, Massachusetts – Hij heeft in 1978 de gelegenheid gehad aan de Harvard University de studies aan te vatten die leiden tot de graad van Master of Business Administration. Het intensieve en zware studieprogramma is volledig gebaseerd op de « case-study » methode; alle fundamentele problemen in verband met beheer worden behandeld, waarbij de nadruk gelegd wordt op het nemen van beslissingen; dit heeft hij toegelaten kennis op te doen die zijn vorming als ingenieur op een ideale manier aanvult. Het academisch aspect buiten beschouwing gelaten, was deze ervaring ook zeer verrijkend op menselijk vlak, dank zij zijn contacten met studenten afkomstig uit alle windrichtingen. Hij heeft deze studies een tweede jaar kunnen voortzetten dank zij de steun van de « Rotary Foundation of Rotary International ».
Peter STEVENS – Werktuigkundig-Electrotechnisch ingenieur – UG naar Harvard UniversityTijdens het academiejaar 1978-1979 heeft hij zich gespecialiseerd in « Decision and Control Systems Theory » aan het gelijknamig departement van de Harvard University. In juni 1979 behaalde hij de graad van Master of Science, dit dankzij zijn werkzaamheden als voorbereiding op zijn doctorraatsthesis. Hij heeft zich vooral gewijd aan de studie van niet-lineaire systeemtheorie en heeft ook de gelegenheid gehad cursussen te kunnen volgen over computerwetenschappen en economie. Hij heeft zijn vorsingswerk op het domein van de systeemtheorie kunnen verder zetten dankzij de aanvullende steun van de Harvard University.
1977-1978
Paul LEMMENS – Licenciaat in de rechten – KUL naar Northwestern University, School of Law, Chicago, Illinois – In 1977-1978 heeft hij postgraduaat werk verricht aan de Northwestern University. Hij behaalde er in juni 1978 de graad van Master of Laws (LL.M.), waarvoor hij naast het volgen van een aantal theoretische en praktische cursussen over diverse aspecten van hte Amerikaans recht, ook een thesis diende te verdedigen. Deze thesis, geschreven onder leiding van Professor Victor G. Rosenblum, handelde over de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de administratieve overheid bij het nemen van haar beslissingen. (« Ex parte communications between persons outside an administrative agency and persons within the agency »). Van zijn verblijf maakte hij gebruik om o.m. actief deel te nemen aan de werkzaamheden van de International Law Society, vooral op het domein van de internationale bescherming van de rechten van de mens.
Marguerite SEQUARIS-DELIEGE – Licentiate in de rechten – ULg naar Columbia University, New York – Zij heeft er twee semesters cursussen gevolgd. Deze cursussen handelden voornamelijk over Amerikaans economisch recht (antitrust, regulated industries, business torts…) en internationaal recht (international law, seminar in international banking and monetary law,…). In hetzelfde kader heeft zij een studie gemaakt over het thema « The antitrust attack upon the supply requirements accompanying a trademark licence. An attack upon trademark Law ? ». Dit verblijf werd bekroond met een diploma van Master of Laws (LL.M.).
José STUYCK – Orthopedisch chirurg – Doctor in de geneeskunde – KUL naar Temple University, Philadelphia – Hij had de gelegenheid één jaar door te brengen in het bekende « Krusen Research Center », waar hij zich wijdde aan onderzoek op het gebied van de klinische neurofysiologie. Het onderzoek spitste zich toe op de pathogenese van de idiopathische scoliose, waarbij naar een verband gezocht werd tussen deze aandoening en bepaalde evenwichtsstoornissen. Het was hem eveneens mogelijk – in de schoot van deze Instelling – de functies van de hersenstam te onderzoeken met de meest vooruitstrevende technieken.
1976-1977
Pierre MEYERS – Licentiaat Bedrijfsbeheer – ULg naar Harvard University – Hij heeft zich kunnen specialiseren in het financieel beheer van ondernemingen. Na een kort verblijf aan de University of California, Berkeley, waar hij een taalcursus volgde, vertrok hij naar Boston om er deel te nemen aan het « Individuele Studieprogramma » georganiseerd door de Graduate School of Business Administration van de Harvard University. Dit programma bestaat grotendeels uit onderzoekingswerk maar zorgt eveneens voor grondige doctorale cursussen en seminariewerk. Daar hij een aantal van deze cursussen en seminaries uit het programma van de Sloan School of Management van het M.I.T. koos, heeft hij een volledige kennis verworven van de Amerikaanse methoden van financieel beheer van ondernemingen.
Philippe SIMILON – Natuurkundig Ingenieur – ULG naar Princeon University – Als « Graduate Student » aan de Faculteit voor Astrofysica van de Princeton University heeft hij kunnen kennis maken met een internationaal vermaard professorenkorps en onderzoekingsteam. Bijzonder uiteenlopende contacten gaven hem een brede kijk op verscheidene gebieden van de wetenschap en het humanisme. Het jaar dat hij te Princeton verbleef, wijdde hij aan de studie van de fysica van de Plasma’s en aan experimenteel onderzoek. De Universiteit gaf hij de gelegenheid zijn speurwerk verder te zetten ten einde de graad van « Doctor in Philosophy » te behalen (Ph.D.-physician).
1975-1976
Francis BERX – Burgerlijk werktuigkundig Ingenieur – KUL naar Stanford University, California – Gedurende de periode september 1975 tot juni 1976 studeerde hij aan de « Leland Stanford Jr. University ». De studies in het departement Industrial Engineering hadden vooral betrekking op optimisatietechnieken, openbaar vervoer, verkeersstudie, beslissingstheorie en statistiek. De uitgebreide mogelijkheden aanwezig in Stanford stelden hem in staat om via lessen en via praktische oefeningen een diepere kennis te verwerven op elk van deze vlakken. Op het einde van deze periode behaalde hij de graad van « Master of Science in Industrial Engineering »-specialisatie in Systems Analysis and Synthesis.
Jean-Claude DEBONGNIE – Doctor in de Geneeskunde – UCL naar GI UNIT van de Mayo Clinic, Rochester – Minnesota – In 1975 kon hij zijn onderzoek in de gastroenterologie aanvatten in één van de grootste onderzoekscentra op dat gebied : de GI UNIT van de Mayo Clinic. Hij bestudeerde vooral het absorptievermogen van de dikke darm voor water en elektrolyten. In een ander project onderzocht hij de opname van oplosbare verteringsprodukten ter hoogte van de dunne darm in geval van lactase-insufficiënte. In samenwerking met anderen tenslotte bestudeerde hij het verband tussen de structuur en de werking van galzuren, het effect van ricinoleïnezuur op deze structuur, en de permeabiliteit in het opnamevermogen van de dikke darm bij dieren. Hij heeft dit vorsingswerk een tweede jaar kunnen verder zetten dank zij de steun van de « Mayo Foundation ».
Luc MARY-RABINE – Doctor in de Geneeskunde – ULg naar Columbia University – Tijdens zijn verblijf 1975-1976 en 1976-1977 heeft hij een specialisatie cardiologie gevolgd aan de Universiteit van Columbia-Presbyterian Hospital van New York. Hij kon er onderwijs volgen op het hoogste niveau over klinische cardiologie bij kinderen en volwassenen. Daarnaast onderzocht hij de elektrofysiologie van het hart op fragmenten van menselijke oorsprong bekomen bij operaties. De resultaten van dit onderzoek werden voorgelegd aan de congressen van de « American Heart Association », de « American College of Cardiology » en de F.A.S.E.B. Ze zullen gebundeld worden in een thesis die de betrokkene zal indienen aan de Université de Liège.
1974-1975
Franciscus DE SCHUTTER – Electrotechnisch-werktuigkundig – UG naar Rutgers University, New Brunswick, New Jersey – Tijdens het akademiejaar 1974-1975 behaalde hij de graad van « Master in computer and engineering sciences » aan de Rutgers University. Tevens deed hij onderzoekingswerk op het gebied van vergelijkende studies van oplossingsmethodes voor partiële differentiaalvergelijkingen. De resultaten hiervan werden voorgedragen op een internationale vergadering die aan de « Lehigh University », Bethlehem, gehouden werd. Voortgezette theoretische en praktische onderzoekingen leidden reeds tot verscheidene publikaties en zullen de kandidaat uiteindelijk in staat stellen een doktoraat in de toegepaste wetenschappen te behalen.
Georges HEYEN – Scheikundig Ingenieur-technicus – ULg naar University of Texas, Austin – Hij kon zijn onderzoek op het gebied van de statische en dynamische simulatie van industriële chemische processen evenals hun optimalisatie verder zetten. Het vorsingswerk aan de University of Texas stond onder leiding van Professoren M.E. Leesley, D.M. Himmelbau en T.F. Edgar en lag aan de basis van een aanvullend onderzoek dat momenteel wordt verdergezet aan de Université de Liège. Dit onderzoek heeft met name geleid tot een verbetering van een algemeen simulatieprogramma (CONCEPT MARK III) en tot een studie van recente optimalisatie-technieken. Aan de resultaten van deze onderzoekingen werden verscheidene publikaties gewijd.
Erik VERRIEST – Elektrotechnisch Ingenieur – UG naar Stanford University, California – In België was hij reeds een specialisatie begonnen in Systeemtheorie. Hij had onder meer de publikaties van Professor T. Kailath bestudeerd maar aan de Stanford University kon hij direkt onder diens leiding werken. De hoofdpunten van zijn speurwerk lagen in de multivariabele systeemtheorie (interconnections of systems) en in de estimatietheorie : de zogenaamde « square-root » algoritmen voor lineaire estimatie, en toepassing van de martingale-theorie voor niet-lineaire problemen. Veel tijd voor persoonlijke research had hij evenwel niet, daar hij in dat ene jaar zoveel mogelijk kennis wilde opdoen in kursussen die in België niet gegeven worden. Vandaar dat het hoofddoel lag in het behalen van de graad van « Master of Science in Electrical Engineering ». In januari 1975 nam hij deel aan de « Ph D. Qualifying Exams », die de deur openden voor financiële hulp van de Stanford University om zijn studies met Ph. D. als einddoel, voort te zetten.